In antwoord op vraag Ia (zie het arrest van 18 september 2018) schrijven de deskundigen:
“De
aard
van het letsel: verdriet om de overleden moeder en stressklachten na de
ontwrichtende gebeurtenis. Deze stressklachten bestaan nog steeds uit:
Angst (als ik van mensen houd kunnen zij plotseling van mij afgenomen worden;
volwassenen zijn niet te vertrouwen, zij doen waar zij zelf zin in hebben en zij doen dus ook
met mij waar zij zin in hebben), slaapproblemen (gaat nu weer goed), teruggetrokken
gedrag, woede en schuldgevoelens (Volwassenen zijn niet te vertrouwen. Ik vertrouwde
[appellant] en hij bleek niet aardig te zijn. Het is mijn schuld, als ik er eerder bij was geweest dan
had mama nog geleefd), en eetproblemen (gaat nu weer goed).
De
ernst
van het letsel: er is sprake van stagnatie in de ontwikkeling. Geen goede
schoolontwikkeling, geen sociale groei. Daarnaast een sombere, gelaten stemming.
Het
verloop van de klachten
: vlak na het misdrijf niet meer eten, slecht slapen. Dit is
grotendeels genormaliseerd. Nieuw is de boosheid en afgevlaktheid.
De toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen
: behandelingen bij
UMC Utrecht, Praktijk Zij aan Zij en GGNet. Behandelingen bestonden uit EMDR, individuele gedragstherapeutische behandeling, speltherapie, ouderbegeleiding en contact met school, PMT, Rots en Water training. Intensieve Psychiatrische Gezinsbegeleiding. Het resultaat van deze behandelingen is zeer beperkt. [T.] blijft vlak en terug getrokken, kan niet over zijn gevoel praten, kan woedeaanvallen laten zien.
Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld: niet
goed contact kunnen maken met leeftijdgenoten, geen vriendschappen kunnen
onderhouden, kan zich niet uiten.
Beperkingen in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL).
toonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby's, bezigheden in recreatieve sfeer en
zelfwerkzaamheid
: is beperkt in sociale contacten.”