De vordering van [appellant] onder I: “ [geïntimeerde 1] en uitgever te veroordelen om binnen 48 uren na betekening van het in deze te wijzen arrest het drukken, vermenigvuldigen en op welke wijze dan ook verspreiden van het boek per direct te staken en gestaakt te houden, alsook (een deel van) de inhoud van het boek op andere wijze kenbaar te maken, onder meer door alle verkooppunten van het boek, te verzoeken de verkoop van het boek per direct te staken, zulks onder toezending van een afschrift van dit vonnis en onder toezending van een kopie van deze brief aan de advocaat van [appellant] , een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat [geïntimeerde 1] en/of uitgever in gebreke mocht blijven aan deze veroordeling te voldoen” is toewijsbaar, zij het dat het hof de dwangsom zal vaststellen op € 100,- per dag en met een maximum van € 10.000,-. De vordering onder III is ook toewijsbaar wat betreft de veroordeling van [geïntimeerde 1] en de uitgever om binnen 48 uur na betekening van het arrest de nog aanwezige handelsvoorraden terug te halen en te (doen) vernietigen, een en ander met een controle/bevestiging van bijvoorbeeld een deurwaarder of een notaris. De vordering onder IV om de reeds uitgeleverde exemplaren terug te halen en te (doen) vernietigen wijst het hof niet toe, nu het voorshands nagenoeg onmogelijk lijkt om hieraan te kunnen voldoen. De vordering onder V: “ [geïntimeerde 1] en uitgever te veroordelen om binnen 48 uren na betekening van het in deze te wijzen arrest promotie van het boek, op welke wijze dan ook, en via welk medium dan ook, waaronder, doch niet beperkt tot, facebook en de websites www. [website 1] .nl en www. [website 2] .nl, te staken en gestaakt te houden en per direct te verwijderen en verwijderd te houden van internet, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat [geïntimeerde 1] en/of uitgever in gebreke mocht blijven aan deze veroordeling te voldoen” is toewijsbaar, zij het dat het hof de dwangsom zal vaststellen op € 100,- per dag en met een maximum van
€ 10.000,-. De vordering onder VI die ziet op een rectificatie op de Facebookpagina en de website van [geïntimeerde 1] wijst het hof af; voldoende is dat het boek zoals het er nu ligt (niet anoniem en met eigen foto van [geïntimeerde 1] ) uit de handel wordt gehaald en niet meer wordt verkocht. De vordering onder VIII: “ [geïntimeerde 1] te gebieden zich verder te onthouden, op welke wijze dan ook, en via welk medium dan ook, van uitspraken omtrent de persoon van [appellant] , dan wel die indirect tot zijn persoon herleidbaar zijn, die verband houden met huiselijk geweld en/of
psychische stoornissen, in de ruimste zin van het woord, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat [geïntimeerde 1] in gebreke mocht blijven aan deze veroordeling te voldoen” wijst het hof af, nu een dergelijk gebod/verbod breder is dan het verbod tot de publicatie van het boek in de huidige vorm. De vorderingen onder II (overzicht totaal aantal vervaardigde boeken) en onder VII (voorschot schadevergoeding) hebben geen spoedeisend belang en daarom wijst het hof die vorderingen af.