– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, met uitzondering van de beslissingen over de vergoeding van proceskosten en griffierecht,
– vernietigt de uitspraken op bezwaar,
– vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2010 naar een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.065 negatief, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 699,
– handhaaft het na bezwaar bij beschikking vastgestelde verlies uit werk en woning van € 63.065, waarvan € 48.504 als ondernemingsverlies,
– vermindert de aanslag IB/PVV voor het jaar 2011 naar een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.590 negatief en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil,
– verhoogt de verliesvaststellingsbeschikking uit werk en woning tot € 22.590, dat volledig uit ondernemingsverlies bestaat,
– vernietigt de verliesverrekeningsbeschikking die is vastgesteld bij de aanslag IB/PVV 2011,
– vermindert de aanslag IB/PVV voor het jaar 2012 naar een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.693,
– vermindert de verliesverrekeningsbeschikking naar een verrekend verlies van € 47.185, waarvan € 32.624 uit ondernemingsverlies bestaat,
– vermindert de verzamelinkomens dienovereenkomstig,
– vermindert de heffingsrente en de belastingrente dienovereenkomstig,
– veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende in hoger beroep tot een bedrag van € 1.575, en
– gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 126 in verband met het hoger beroep bij het Hof.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie stellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.