Met een brief van 8 januari 2020, die aangetekend en per mail is verzonden, heeft Romaris Staal [verzoeker] op staande voet ontslagen. Na een beschrijving van de gang van zaken gedurende de re-integratieperiode vanaf 19 november 2019 schrijft directeur [D] :
“ Thans is gebleken dat u regelmatig voor een horeca establishment als bezorger werkt, in dat kader in een auto rondrijdt en eten rondbrengt waarbij op basis van de informatie die wij hebben u zonder zichtbare beperkingen dergelijke werkzaamheden verricht.
Het voorgaande betekent dat terwijl er sprake was van uw veelvuldige afwezigheid bij uw
re-integratiewerkzaamheden, terwijl uw re-integratiewerkzaamheden nog licht van aard
en zittend zijn, u systematisch elders werkzaamheden wel hebt verricht. In onze beleving
betekenen de geconstateerde feiten dat u wel degelijk in staat bent geweest om bij ons te
re-integreren; dat doet u vervolgens niet althans gebrekkig, terwijl u elders wel aan het
werk bent.
Het bovenstaande is voor ons volstrekt onaanvaardbaar en wij menen dat dit gedrag een
dringende reden oplevert voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst.”