In het rijksrechercherapport is (op pag. 12) op basis van de meest relevante telefoon-, mobilofoon- en portofoongesprekken een tijdlijn opgemaakt van de gebeurtenissen die avond. Deze weergave is niet betwist en zal hieronder voor zover relevant voor de beoordeling van dit geschil beknopt worden weergegeven. De betrokken politieagenten worden met hun roepnummer aangeduid; het hof heeft een enkele keer met vierkante haakjes [ ] een toelichting gegeven op bepaalde namen/afkortingen.
Om 21.07.50 uur: de huisartsenpost belt met de politie met het verzoek om met spoed naar het woonadres te gaan waar een vrouw door haar man met een vuurwapen wordt bedreigd.
Verschillende eenheden van de politie gaan hierop af. Bij de meldkamer trekken ze na wie op het woonadres wonen en of zij in mutaties voor komen.
Om 21.12.34 uur: 20.09 [ [D] ] gaat ter plaatse en merkt op dat als andere diensten komen zij de situatie moeten bevriezen.
Om 21.13.48 uur: de centralist krijgt doorgegeven dat de echtgenote al naar buiten is gelopen.
Om 21.14.32 uur: 26.02 wordt gevraagd de achterzijde van de woning in ogenschouw te nemen; bekend is al dat de man boven in de woning zit.
Om 21.15.14 uur: de echtgenote en dochter staan bij 29.51 buiten. Er is sprake van een zwart vuurwapen.
Om 21.17.43 uur: 29.51 meldt dat de man onder invloed is van alcohol en dat hij dan agressief kan reageren; 29.51 oppert de inzet van een AT, waarop de centralist opmerkt dat 20.09 moet beslissen over een AE of een AT.
Om 21.20.10 uur: de meldkamer belt Keizer [de piketcommissaris] en vraagt hem te bellen met [D] [operationele leiding ter plaatse] “i.v.m. een vent in een woning met een vuurwapen”; de meldkamer [ [E] ] oppert dat er mogelijk een AE of AT inzet moet komen.
Om 21.20.53 uur: 20.09 krijgt bericht van centralist dat Keizer contact met hem opneemt. 20.09 vraagt om naam van verdachte en of vuurwapen echt is. De personalia worden doorgegeven, de informatie is nagetrokken en niet bekend is of het vuurwapen echt is.
Om 21.21.54 uur: de centralist meldt dat verdachte de man met het oorlogssyndroom is.
Om 21.22.17 uur: een agent belt de meldkamer en geeft door dat uit een mutatie blijkt dat de man een BBE-er [Bijzonder Bijstand Eenheid van de marine] is geweest. Dit was al bekend.
Om 21.23.17 uur: de centralist geeft aan 20.09 het telefoonnummer van de piketcommissaris en meldt tevens dat de man “een ex-BBE-er is en dat hij is doorgedraaid”.
Om 21.34.11 uur: 21.59 meldt dat er beweging is te zien in de woonkamer; 20.09 geeft instructie dat de status quo gehandhaafd moet blijven en mocht de man naar buiten komen dan moet 21.59 met de man communiceren en dat hij heel duidelijk zijn handen moet laten zien.
Om 21.38.23 uur: [F] meldt (telefonisch) dat hij de aflossing is van de operationele leiding [20.09] en dat het in principe een AT inzet wordt tenzij er andere ontwikkelingen zijn.
Om 21.41.21 uur: 20.09 vraagt om extra auto’s om het gebied ruimer af te zetten. Er is geen mogelijkheid om met de man telefonisch contact te leggen. Er gaat een voorwaarschuwing naar het AT om te kijken of de man uit de woning is te halen.
Om 21.41.33 uur: de piketcommissaris belt met de meldkamer; hij heeft het idee dat er een voorwaarschuwing naar het AT uit moet. De piketcommissaris zegt dat hij eerst moet bellen met de officier van justitie.
Om 21.43.19 uur: er komen diverse berichten over de positie’s [van de man]. De man steekt een middelvinger op naar de politieagenten.
Om 21.44.41 uur: er is bericht dat de man iets zwarts in zijn hand heeft, maar het is onduidelijk wat het is.
Om 21.44.51 uur: 29.51 meldt dat “de verdachte zojuist het vuurwapen op hen heeft gericht. Hij zwaait met het vuurwapen.”
Om 21.45.39 uur: 20.09 vraagt om assistentie van een collega om bij te houden wat er nu beslist is “want anders is het straks niet meer te reproduceren wat er gebeurd is”.
Om 21.45.21 uur: de man is nu weer aan de achterzijde van de woning.
Om 21.47.21 uur: de man probeerde aan de achterzijde weg te komen en is toen aangesproken, waarop de man weer naar binnen is gegaan. Hij is zichtbaar in de woonkamer. Iemand roept dat hij duidelijk een handvuurwapen in zijn hand heeft.
In de daaropvolgende tien minuten blijkt uit de tijdlijn dat de man in de woning in de gaten wordt gehouden.
Om 21.56.23 uur: de piketcommissaris belt met de meldkamer en zegt dat hij in contact wil komen met een onderhandelaar. De piketcommissaris is onderweg naar het woonadres.
Om 22.01.09 uur: 20.09 vraagt de meldkamer of de piketcommissaris is bereikt en de burgemeester en de hoofdofficier van justitie. 20.09 wil ook weten of de piketcommissaris nu met een onderhandelaar spreekt. De centralist meldt dat hij contact zal opnemen met de piketcommissaris.
Om 22.02.37 uur: de man staat bij de achterdeur en begint te schreeuwen “kom op dan”.
Om 22.03.39 uur: 20.09 meldt dat indien er een hond ingezet moet worden dit dan ook gedaan moet worden.
In de daarop volgende vier minuten worden de bewegingen van de man gevolgd en weergegeven.
Om 22.07.37 uur: Aan de voorzijde van de woning is de man zichtbaar met het vuurwapen in de rechterhand en wijst in de richting [van de politie]. 20.09 wil de status quo handhaven en wil zoveel mogelijk ruime afzetting.
Om 22.12.11 uur: de man zwaait met wapen in de rechterhand aan de achterzijde van de woning.
Om 22.12.34 uur: de man richt op collega’s achter de schutting.
In de daaropvolgende minuten worden de bewegingen van de man weer gevolgd (van voorzijde naar achterzijde).
Om 22.19.08 uur: een bericht voor [G] de begeleider van een andereter plaatse aanwezige politiehond]: “als hij jouw kant op zou komen dan laat jij de hond los. Als hij deze kant op komt laten wij de hond los.”
Om 22.20.06 uur: de man kijkt door de poort. “Hij richt het vuurwapen op ons.”
Om 22.21.47 uur: 20.09 meldt dat hij op last van de onderhandelaar de collega’s zoveel mogelijk achteruit wil hebben om zo min mogelijk prikkels te geven. De man loopt achter de woning en richt op collega met het wapen in zijn rechterhand. Hij staat/kijkt boven de schutting uit.
Om 22.23.28 uur: de man blijft maar roepen ‘kom maar op’.
Om 22.24.42 uur: de man heeft de vinger aan de trekker.
Om 22.25.18 uur: 25.02 meldt dat hij samen met het AT onderweg is naar het woonadres.
Om 22.28.50 uur: AT gearriveerd bij 27.02. Graag omsturen naar 20.09. De man (verdachte) is bij de schutting.
Om 22.28.59 uur: de man staat nu in het pad en gaat naar rechts toe. De hond is ingezet.
Om 22.29.38 uur: er is geschoten. “Verdachte neer.”