8.2
Uit de afwijzing van de vordering tot levering in de bodemzaak volgt dat de vordering tot opheffing van het gelegde beslag tot levering door de voorzieningenrechter terecht is toegewezen. De grieven in het kort geding falen daarom, zodat ook het kort geding vonnis zal worden bekrachtigd met veroordeling van Zwanenburg in de kosten van de kort geding procedure in hoger beroep.
9. De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep in de bodemzaak (200.256.061):
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van 20 juni 2018 door de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad (zaaknummer/rolnummer: C/16/439100/HL ZA
17-160);
- veroordeelt Zwanenburg in de proceskosten, die voor zover gevallen aan de zijde van Nusantara worden begroot op € 726,- voor verschotten en € 2.228,- voor geliquideerd salaris advocaat, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest en vermeerderd met de wettelijke rente over die proceskosten, voor zover deze niet tijdig worden voldaan;
- veroordeelt Zwanenburg in de nakosten, begroot op € 157,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82,-, in geval [appellante] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden, vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na aanschrijving én betekening;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de proceskosten;
Het hof, recht doende in hoger beroep in de het kortgeding (200.259.591):
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van 17 april 2019 door de voorzieningentrechter in de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad (zaaknummer/rolnummer: C/16/476524/KL ZA 19-59);
- veroordeelt Zwanenburg in de proceskosten, die voor zover gevallen aan de zijde van Nusantara worden begroot op € 741,- voor verschotten en € 2.228,- voor geliquideerd salaris advocaat, te voldoen binnen veertiendagen na dagtekening van dit arrest en vermeerderd met de wettelijke rente over die proceskosten, voor zover deze niet tijdig worden voldaan;
- veroordeelt Zwanenburg in de nakosten, begroot op € 157,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82,-, in geval [appellante] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden, vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na aanschrijving én betekening;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de proceskosten;
Dit arrest is gewezen door mr. G. van Rijssen, mr. M. Willemse en mr. J.E. Wichers en is door de rolraadsheer in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
dinsdag 6 april 2021.