veroordeelt Educatie Support tot betaling aan [verweerder] van de volgende bedragen:
- met betrekking tot de periode 7 tot 10 september 2020 € 103,94 bruto, te
vermeerderen met 50% aan wettelijke verhoging over dit bedrag;
- met betrekking tot de periode 29 tot en met 31 december 2020 € 231,99 bruto, te
vermeerderen met 50% aan wettelijke verhoging over dit bedrag;
- met betrekking tot de maand januari 2021 € 423,47 bruto -/- € 27,12 netto, te
vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% over (de resultante van) dit
bedrag;
- met betrekking tot de periode 1 tot 11 februari 2021 € 635,20 bruto (10/28 x €
1.778,57), te vermeerderen met 50% aan wettelijke verhoging;
- over de periode 11 februari 2021 tot 28 februari 2021 € 1.143,37 bruto (18/28 x
€ 1.778,57), te vermeerderen met 10% aan wettelijke verhoging en te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf l maart 2021 tot de dag van
volledige betaling;
- over de maanden maart tot en met juni 2021 € 1.778,57 per maand, bij niet
tijdige betaling te vermeerderen met l0% aan wettelijke verhoging en te
vermeerderen met de wettelijke rente, steeds vanaf de dag van verzuim, tot de
dag van volledige betaling;
- met betrekking tot de tankkosten een bedrag van € 228,37 netto, te vermeerderen
met de wettelijke rente vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift,
zijnde 9 maart 2021, tot de dag van volledige betaling;
- met betrekking tot het vervallen van het gebruik van de leaseauto een bedrag van
€ 707,20 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds vanaf de dag
verzuim, tot de dag van volledige betaling;
- met betrekking tot de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten een
bedrag van € 625,00;
- met betrekking tot de transitievergoeding een bedrag van € 9.375,59 bruto;