Op 21 september 2016 belde [appellant] TVM met de mededeling dat de mast in de loods van [naam2] lag. Naar aanleiding daarvan heeft TVM haar afdeling speciale zaken opdracht gegeven om een onderzoek te verrichten. In het kader van dat onderzoek is gesproken met [naam2] en [appellant] . [naam2] heeft daarbij onder meer verklaard dat de mast in zijn loods ligt.
Het onderzoek heeft geresulteerd in een rapport van 16 februari 2017. In het rapport wordt de volgende conclusie vermeld:
‘Uit onderzoek is het volgende gebleken:
Het is duidelijk dat er een financieel conflict speelt tussen de heer [appellant] en de heer [naam2] ,
eigenaar van [naam4] .
De heer [appellant] blijft bij het feit dat zijn mast van zijn boot gestolen is door [naam2] .
De heer [naam2] geeft aan dat de mast in overleg met [appellant] van de boot gehaald is ivm nog
te verrichten werkzaamheden en dat er geen sprake is van diefstal. Het lijkt er op dat [naam2]
een retentierecht uitoefent.
Omdat er geen afspraken op schrift zijn vastgelegd kunnen wij niet vaststellen of er sprake is
van diefstal.
Of er sprake is van het doen van valse aangifte is ook niet met zekerheid te stellen. Als [naam2]
de mast zonder toestemming van [appellant] van de boot gehaald heeft, is er wel sprake van
diefstal, maar [appellant] is onvolledig geweest bij het doen van aangifte. Hij wist voordat hij
aangifte deed dat de mast in het bezit was van [naam2] . Hij heeft in de aangifte geen
informatie verstrekt over de mogelijke bergplaats van de mast en de mogelijke betrokkene,
[naam2] .
De schadeclaim (31 mei 2016) die vervolgens door [appellant] wordt gedaan is onjuist. Op basis
van artikel 22 lid 12 van de Algemene voorwaarden NN2013, kan de schade worden afgewezen.
[appellant] verzweeg de bergplaats van de mast en de betrokkene [naam2] , die de mast in zijn
bezit had.
Hij verzweeg dus de cruciale informatie die nodig is voor ons onderzoek, om de mast terug
te vinden en terug te brengen naar [appellant] .
[appellant] had al meerdere offertes aangeleverd voor het laten maken van een nieuwe mast.
[appellant] gaf in het gesprek van 21 september 2016 aan dat hij de mast niet terug wilde en
stuurde aan op een schadeuitkering.’