Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 november 2022 met parketnummer 16-222487-21 in de strafzaak tegen
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de regiezitting van het hof van 20 april 2023, met inachtneming van dat wat voorafgaand aan die zitting tijdens de door het hof gelaste schriftelijke rondes aan standpunten is uitgewisseld, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg. Het onderzoek is formeel gesloten op 17 mei 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de standpunten van de advocaten-generaal mrs. E.C. Lodder en A.M. Hermelink. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw mr. R.S. Imamkhan naar voren is gebracht.
Verzoeken en standpunten van de verdediging
De verdediging heeft bij appelschriftuur van 9 december 2022 verzocht om:
I aansluitverzoek
De verdediging wenst zich aan te sluiten bij het horen van getuigen als deze worden toegewezen in de zaken van medeverdachten.
De verdediging heeft haar verzoek op 3 april 2023 per mail aangevuld. Deze aanvulling houdt – voor zover hier van belang – in:
II aansluitverzoek horen medeverdachte [medeverdachte 3]
De verdediging sluit zich aan bij het verzoek van mr. Hof om medeverdachte [medeverdachte 3] te horen. De verdediging heeft vragen over de chatgesprekken en voiceberichten op Telegram. Het horen is noodzakelijk voor de waarheidsvinding, nu [medeverdachte 3] ook ter zitting in eerste aanleg geen openheid van zaken heeft willen geven. Nu verdachte is veroordeeld voor openlijk geweld tegen [slachtoffer] , maar betwist hem te hebben gezien, is het horen ook belangrijk in de zaak van verdachte.
Ter terechtzitting van 20 april 2023 heeft de verdediging de verzoeken gehandhaafd.
Verzoek en standpunten van de advocaten-generaal
De advocaten-generaal hebben per mail van 13 februari 2023 verzocht om het (nogmaals) horen van alle verdachten als getuige in elkaars zaak. Naast de zeven verdachten die hoger beroep hebben ingesteld wordt ook verzocht om [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] als getuigen te horen. Hun vonnissen zijn onherroepelijk. Gelet hierop is het mogelijk dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] meer duidelijkheid willen en kunnen geven over de gebeurtenissen van 14 juli 2021 en over de rol van de zeven verdachten die wel in hoger beroep zijn gegaan.
Ten aanzien van de zeven verdachten die in hoger beroep zijn gegaan geldt, dat deze gedurende de procesgang in eerste aanleg geen volledige openheid van zaken hebben gegeven. Nu de rechtbank zich heeft uitgesproken over bewezenverklaring en straf zijn verdachten mogelijk bereid in hoger beroep wel naar waarheid en volledig te verklaren.
Dit brengt met zich de noodzaak de medeverdachten als getuigen te horen. Als het hof besluit tot het horen van deze getuigen, dan heeft het de voorkeur van het openbaar ministerie om deze getuigen te horen bij de raadsheer-commissaris, omdat zij zich aldaar zeer waarschijnlijk vrijer zullen voelen om te verklaren.
De advocaten-generaal hebben op 13 maart 2023 schriftelijk gereageerd op de verzoeken van de verdediging, inhoudende – voor zover hier van belang – dat zij geen bezwaar hebben tegen de aansluitverzoeken.
Ter zitting van 20 april 2023 hebben de advocaten-generaal hun standpunten gehandhaafd.
Onderzoekswens advocaten-generaal
Het hof wijst dit verzoek af. Dat – kortgezegd – de mogelijkheid bestaat dat getuigen een andersluidende verklaring gaan afleggen is onvoldoende om te oordelen dat het noodzakelijk is om deze getuigen te horen. Dat de uitspraken in de zaken van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] onherroepelijk zijn maakt het voorgaande niet anders.
Onderzoekswensen verdediging
Het hof wijst het aansluitverzoek toe. Indien in de zaken van de medeverdachten verzoeken tot het horen van getuigen worden gehonoreerd, worden deze getuigen in alle zaken gehoord.
Voor de planning van de verhoren gebruikt het hof de hiervoor in overleg met de verdediging en de advocaten-generaal gereserveerde data. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele verhinderingen van de verdediging die zien op deze data.
Dit brengt mee dat ook in de zaak van verdachte [medeverdachte 1] , [persoon 1] , [persoon 2] , verbalisant/onderzoeksrechter met nummer [nummer] en de leider van het politieonderzoek in Spanje als getuigen worden gehoord door de raadsheer-commissaris.
In het bijzonder overweegt het hof dat het verhoor van (medeverdachte) [medeverdachte 3] uitsluitend ziet op de voiceberichten die via Telegram zouden zijn verstuurd door hem aan [persoon 3] .
Ambtshalve beslissing
Het hof acht het noodzakelijk dat de reclassering ten behoeve van de inhoudelijke behandeling rapporteert over verdachte, waarbij de reclassering wordt verzocht expliciet in te gaan op de vraag of in de zaak van verdachte aanleiding bestaat over te gaan tot de toepassing van het adolescentenstrafrecht. Het hof geeft de advocaten-generaal de opdracht hiervoor zorg te dragen.
Gezien het voorgaande wordt het onderzoek heropend.
BESLISSING
Heropent het onderzoek onder gelijktijdige schorsing daarvan.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
- -
[medeverdachte 1] (wonende te ’ [adres 1] );
- -
[persoon 1] (wonende te [adres 2] );
- -
[persoon 2] (wonende te [adres 3] );
en – zo mogelijk – via een digitale verbinding:
- verbalisant/onderzoeksrechter met nummer [nummer] ;
- de leider van het politieonderzoek in Spanje.
Het hof bepaalt dat het verhoor van (medeverdachte) [medeverdachte 3] bij de raadsheer-commissaris uitsluitend ziet op de voiceberichten die via Telegram zouden zijn verstuurd door die [medeverdachte 3] aan [persoon 3] .
Draagt de advocaten-generaal op er voor zorg te dragen dat de reclassering rapporteert ten behoeve van de inhoudelijke behandeling, waarbij de reclassering wordt verzocht expliciet in te gaan op de vraag of in de zaak van verdachte aanleiding bestaat over te gaan tot de toepassing van het adolescentenstrafrecht.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte en aan de benadeelde partijen en slachtoffer(s) en hun advocaten.
Aldus gewezen door
mr. E.M.J. Brink, voorzitter,
mr. G.A. Versteeg en mr. M.C. van Linde, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 17 mei 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.