Arrest d.d. 1 december 2009
Zaaknummer 107.001.902/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. L.P.A. Zwijnenberg, kantoorhoudende te 's-Gravenhage,
tegen
[geïntimeerde],
gevestigd te [plaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. A.T. Bolt, kantoorhoudende te Arnhem, die zich heeft onttrokken.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 18 augustus 2009 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
[appellant] heeft andermaal de stukken gefourneerd en arrest gevraagd.
De verdere beoordeling
1. Het hof verwijst naar de inhoud van het arrest dat heden tussen partijen zal worden gewezen in de procedure met rolnummer 107.001.887, in het door [geïntimeerde] ingestelde hoger beroep tegen de vonnissen van de rechtbank van 27 september 2006 en 4 april 2007, van welk arrest een afschrift aan dit arrest wordt gehecht.
2. Gelet op de inhoud van het hiervoor bedoelde arrest in de zaak met rolnummer 107.001.887 en het tussenarrest van dit hof d.d. 18 augustus 2009 in de onderhavige zaak, moet thans worden beslist dat ook de vonnissen tussen partijen, voor zover in reconventie gewezen, worden bekrachtigd.
3. Gegeven de bij het tussenarrest van 18 augustus 2009 uitgesproken kostenveroordeling hoeft op dat punt thans geen beslissing meer te worden genomen.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt de vonnissen d.d. 27 september 2006 en d.d. 4 april 2007, waarvan beroep, voor zover in reconventie gewezen;
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter en Kuiper en Zuidema, raden en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 1 december 2009 in bijzijn van de griffier.