K12/0074
Beschikking
inzake
De Stichting Een DIER Een VRIEND,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
klaagster,
tegen
Dolfinarium Harderwijk B.V.,
gevestigd te Harderwijk,
beklaagde.
Op 27 februari 2012 is ter griffie van het hof een klaagschrift binnengekomen van klaagster. Het klaagschrift richt zich tegen de beslissing van de officier van justitie te Arnhem-Zutphen om tegen beklaagde geen strafvervolging in te stellen.
Het hof heeft kennisgenomen van het ambtsbericht van de officier van justitie te Arnhem-Zutphen, het schriftelijk verslag van de advocaat-generaal en de overige op deze zaak betrekking hebbende stukken.
Het beklag
Klaagster heeft aangifte gedaan van mishandeling van de orka Morgan, gepleegd door beklaagde in de periode van eind juni 2010 tot en met november 2011 te Harderwijk.
De aangifte is niet gedateerd, maar is blijkens het ambtsbericht van de officier van justitie eind november 2011 bij de politie Noord- en Oost-Gelderland binnengekomen.
Voor wat betreft de feiten verwijst het hof naar het aan deze beschikking in kopie gehechte ambtsbericht van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft klager bij brief van 22 december 2011 meegedeeld dat beklaagde niet vervolgd zal worden. De officier van justitie acht een strafrechtelijk onderzoek niet zinvol, omdat de orka overgeplaatst is naar Tenerife, waarmee het conflict zou zijn opgelost.
De ontvankelijkheid van klaagster in haar beklag
Bij de beslechting van maatschappelijke verschillen van inzicht past een terughoudend gebruik van het strafrecht. In eerste instantie beslist het Openbaar Ministerie of het strafrecht, als uiterste middel, zal worden gehanteerd.
De beklagprocedure dient als correctiemiddel bij een onjuiste beoordeling door het Openbaar Ministerie.
Genoemd terughoudend gebruik brengt met zich, dat de beklagrechter dient na te gaan of de klager wel rechtstreeks belanghebbende is bij de beslissing tot niet-vervolgen. De betrokkenheid van een klager pleegt immers te variëren; volgens een glijdende schaal van rechtstreeks belanghebbende via maatschappelijke of morele betrokkenheid naar regelrechte bemoeizucht.
Uit het klaagschrift, dat gebaseerd is op door klaagster gestelde “geestelijke mishandeling” van orka Morgan, blijkt het belang van klaagster niet.
Best genomen kan dit belang naar het oordeel van het hof niet hoger worden ingeschat dan als een algemene betrokkenheid bij dierenwelzijn.
In ieder geval kan niet worden aangenomen dat klaagster rechtstreeks belanghebbende is, zodat zij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar beklag.
Beslissing
Het hof:
Verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beklag.
Deze beschikking is gegeven door mr R. van den Heuvel, voorzitter, mr M.L.H.E. Roessingh- Bakels en mr P.H.A.J. Cremers, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr N.E. Versloot, griffier, op
en ondertekend door de voorzitter en de griffier.