Deze uitspraak is vastgesteld door mrs. G.J. van Leijenhorst, P.J.J. Vonk en Chr.Th.P.M. Zandhuis, in tegenwoordigheid van de griffier E. Kalač. De beslissing is op 22 juli 2014 in het openbaar uitgesproken.
2.
Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- - de naam en het adres van de indiener;
- - de dagtekening;
- - de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- - de gronden van het beroep in cassatie.
Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
Bijlage bij de uitspraak van Hof Den Haag van 8 juli 2014, nummers BK-12/00547, 13/00244, 13/01674 t/m 13/01681 en 14/00027 t/m 14/00034
In deze bijlage is een tabel opgenomen waarin voor iedere potentiële belastingplichtige door middel van een code is vermeld tot welk oordeel het Hof is gekomen en op welke grond dat oordeel berust. Ingeval het oordeel van het Hof op meer dan een grond kan worden gebaseerd, is volstaan met de vermelding van de grond die voor het Hof het zwaarste weegt. De in de tabel gebruikte codes hebben de hieronder vermelde betekenis.
BB niet tussen partijen in geschil is dat de potentiële belastingplichtige belastingplichtig was, zich bezig hield met het exploiteren van (een) vaartuig(en) voor het maken van rondvaarten, de vermakelijkhedenretributie verschuldigd was naar de maatstaf van het aantal passagiers per rondvaart en het tarief van € 0,55 per passagier per rondvaart en ter zake daadwerkelijk in de belastingheffing is betrokken
BNB het Hof acht aannemelijk dat de potentiële belastingplichtige belastingplichtig was, zich bezig hield met het exploiteren van (een) vaartuig(en) voor het maken van een rondvaart, de vermakelijkhedenretributie verschuldigd was naar de maatstaf van het aantal passagiers per rondvaart en het tarief van € 0,55 per passagier per rondvaart en ter zake niet in de belastingheffing is betrokken, hoewel
- de heffingsambtenaar beschikte over alle benodigde gegevens om de wet juist toe te passen en/of
- belanghebbende aan de heffingsambtenaar alle benodigde gegevens heeft verstrekt op grond waarvan ten aanzien van deze potentiële belastingplichtigen tot naheffing kon worden overgegaan
GR nig niet tussen partijen in geschil is dat de potentiële belastingplichtige zich niet bezighield met het exploiteren van (een) vaartuig(en) voor het maken van rondvaarten en/of de vermakelijkhedenretributie niet verschuldigd was naar de maatstaf van het aantal passagiers per rondvaart en het tarief van € 0,55 per passagier per rondvaart
GR na belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat de potentiële belastingplichtige zich bezighield met het exploiteren van (een) vaartuig(en) voor het maken van rondvaarten en de vermakelijkhedenretributie verschuldigd was naar de maatstaf van het aantal passagiers per rondvaart en het tarief van € 0,55 per passagier per rondvaart
NB nig niet tussen partijen in geschil is dat de potentiële belastingplichtige niet belastingplichtig was
NB na belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat de potentiële belastingplichtige belastingplichtig was
OI het Hof acht aannemelijk dat de heffingsambtenaar niet over alle benodigde gegevens beschikte om de wet juist toe te passen of dat belanghebbende aan de heffingsambtenaar alle benodigde gegevens heeft verstrekt op grond waarvan ten aanzien van de potentiële belastingplichtige tot naheffing kon worden overgegaan