Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHDHA:2015:1542

Gerechtshof Den Haag
17-03-2015
12-06-2015
BK-13-01288 en BK-13-01289
Belastingrecht
Hoger beroep

In hoger beroep is in geschil of belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten van € 747 (= € 295 + € 352 + € 100) aan taxatie-, aanmanings- en beslagleggingskosten.

Rechtspraak.nl
V-N Vandaag 2015/1328
V-N 2015/33.25.3
Belastingblad 2015/358

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-13/01288 en 13/01289

Uitspraak van 17 maart 2015

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW) te Klaaswaal, de Heffingsambtenaar,

op de hogere beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Rotterdam van 16 mei 2013, nummers DOR 10/1140 en DOR 10/1141, betreffende het na te vermelden verzoek om proceskostenvergoeding.

Aanslagen, beschikking, bezwaar, verzoek en geding in eerste aanleg

1.1.

Bij een op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken ten name van belanghebbende genomen beschikking, gedagtekend 28 februari 2010, heeft de Heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] te [Z], naar het waardepeil van 1 januari 2009 vastgesteld op € 150.000. Deze beschikking geldt voor het jaar 2010. In samenhang met de beschikking heeft de Heffingsambtenaar belanghebbende voor het jaar 2010 een aanslag in de onroerendezaakbelasting van de gemeente [Z] alsmede een aanslag in de waterschapsbelastingen van het waterschap Hollandse Delta opgelegd naar een heffingsmaatstaf van € 150.000 (hierna: de aanslagen 2010).

1.2.

Bij uitspraken op bezwaar van 13 augustus 2010 heeft de Heffingsambtenaar de beschikking en de aanslagen 2010 gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar op 23 september 2010 beroepen ingesteld bij de rechtbank. Daarbij heeft belanghebbende de Heffingsambtenaar verzocht om vergoeding van proceskosten.

1.4.

De Heffingsambtenaar heeft bij brief van 10 december 2010 de waarde van de woning naar het voorstel van belanghebbende ambtshalve verlaagd van € 150.000 naar € 138.000 en de aanslagen 2010 dienovereenkomstig verminderd.

1.5.

De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, bepaald dat de Heffingsambtenaar belanghebbende het betaalde griffierecht van € 82 vergoedt, en de Heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 200 (kosten taxatierapport 2010).

Loop van het geding in hoger beroep

2.1.

Belanghebbende is van de uitspraken van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 236 is geheven. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

2.2.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 3 februari 2015, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

Op grond van de stukken van het geding gaat het Hof in hoger beroep, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, uit van de volgende feiten.

3.1.

Belanghebbende is genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de onroerende zaak [Y] te [Z] (hierna: de woning).

3.2.

Na het indienen van zijn bezwaarschriften tegen de aanslagen 2010 is aan belanghebbende uitstel van betaling verleend voor de aanslagen 2010. Het uitstel is opgeheven bij de uitspraak op bezwaar.

3.3.

De Heffingsambtenaar heeft de waarde van de woning, conform het verzoek van belanghebbende, ambtshalve verlaagd van € 150.000 naar € 138.000 per waardepeildatum 1 januari 2009.

3.4.

Belanghebbende heeft zich met de vaststelling van deze waarde verenigd, doch de Heffingsambtenaar verzocht om vergoeding van de taxatiekosten, bestaande uit € 238 verschuldigd aan [A] Makelaars wegens het uitvoeren van een taxatie in 2010, ten behoeve van de onderhavige beroepszaak, en € 295 verschuldigd aan [B] Makelaars wegens het uitvoeren van een taxatie in 2008. De rechtbank heeft ter zake van het taxatierapport van [A] aan belanghebbende een vergoeding toegekend.

3.5.

Wegens niet tijdig voldoen van verschuldigde bedragen van diverse aanslagen in de gemeentelijke en in de waterschapsbelastingen is belanghebbende een bedrag van € 352 aan invorderingskosten verschuldigd geworden alsmede een bedrag € 100 aan kosten wegens beslag op belanghebbendes bankrekening bij ING Bank N.V.

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

4.1.

In hoger beroep is in geschil of belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten van € 747 (= € 295 + € 352 + € 100) aan taxatie-, aanmanings- en beslagleggingskosten, welke vraag de Heffingsambtenaar ontkennend en belanghebbende bevestigend beantwoordt.

4.2.

Voor de verdere gronden waarop partijen hun standpunten doen steunen verwijst het Hof naar de stukken van het geding.

Conclusies van partijen

5.1.

Het hoger beroep van belanghebbende strekt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vergoeding van genoemde kosten.

5.2.

De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

Oordeel van de rechtbank

6.1.

De rechtbank heeft in beide zaken, voor zover van belang, het navolgende overwogen:

"2. Uit de reactie van [belanghebbende] begrijpt de rechtbank dat hij zich kan verenigen met de waarde die [de Heffingsambtenaar] inmiddels ambtshalve heeft vastgesteld. Omdat die waarde lager is dan oorspronkelijk was bepaald zal het beroep gegrond worden verklaard en zal de rechtbank, zelf in de zaak voorziende, ook het bezwaarschrift gegrond verklaren.

3. [Belanghebbende] heeft gevraagd om vergoeding van de taxatiekosten die hij heeft gemaakt en die hij raamt op € 533,-."

6.2.

De rechtbank heeft in de zaak met nummer DOR 10/1140, voor zover van belang, voorts het navolgende overwogen:

"Dit bedrag is samengesteld uit een rekening van € 238,- van [A] Makelaars voor het uitvoeren van een taxatie in 2010 en een rekening van € 295,- van [B] Makelaars voor het uitvoeren van een taxatie in 2008.

De kosten van [B] komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat de taxatie waarop zij zien al gemaakt is voor [belanghebbende] de aanslag ontving waarover deze beroepszaak gaat. Die taxatie is dus niet met het oog op deze beroepszaak uitgevoerd en staat daar ook niet mee in verband. De kosten van [A] zien wel op een taxatie die ten behoeve van deze beroepszaak is uitgevoerd, althans daarmee in verband staat. Uit het taxatierapport leidt de rechtbank af dat het object een courante woning betreft en dat deze ook inpandig is bekeken. Volgens vaste rechtspraak wordt daarvoor naar redelijkheid en billijkheid een bedrag van 4 uren a € 50,- vergoed. De rechtbank zal dus een vergoeding van € 200,- toekennen."

6.3.

De rechtbank heeft in beide zaken, voor zover van belang, het navolgende overwogen:

"[Belanghebbende] wil verder dat [de Heffingsambtenaar] hem de invorderingskosten vergoedt die voor hem ontstaan zijn omdat hij heeft nagelaten de aanslag vooruitlopend op de beroepszaak te betalen."

6.4.

De rechtbank heeft in de zaak met nummer DOR 10/1140, voor zover van belang, voorts het navolgende overwogen:

"Binnen deze beroepszaak bestaat echter geen mogelijkheid om te beoordelen of en in hoeverre die kosten [de Heffingsambtenaar] zijn te verwijten dan wel [belanghebbende] die aan zichzelf te danken heeft. Daarvoor zal [belanghebbende] een andere weg moeten bewandelen.

Voor een verdere proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding."

6.5.

De rechtbank heeft in de zaak met nummer DOR 10/1141, voor zover van belang, voorts het navolgende overwogen:

"De rechtbank heeft hierover al een beslissing genomen in de uitspraak met zaaknummer 1/1140, die [belanghebbende] gelijktijdig met deze uitspraak heeft ontvangen. Voor een verdere proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding."

Beoordeling van het hoger beroep

7.1.

Het taxatierapport van [B] Makelaars & Taxateurs, gedagtekend 31 januari 2008, heeft geen betrekking op het bezwaar tegen de beschikking en de aanslagen 2010, doch is opgesteld met het oog op het verstrekken van een hypothecaire geldlening. De taxatiekosten van [B] Makelaars & Taxateurs komen mitsdien niet voor vergoeding in aanmerking.

7.2.

Belanghebbende verzoekt om een vergoeding, gelijkluidend aan het bedrag van aan belanghebbende in rekening gebracht invorderingskosten, zoals kosten van aanmaningen, betekeningen dwangbevelen, en betekening exploten. Het hof is echter niet bevoegd te oordelen over een zodanig verzoek.

7.3.

Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de hogere beroepen ongegrond zijn.

Proceskosten en griffierecht

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

Het Gerechtshof bevestigt de uitspraken van de rechtbank.

Deze uitspraak is vastgesteld door mrs. W.M.G. Visser, J.T. Sanders en P.J.J. Vonk, in tegenwoordigheid van de griffier N. El Allaoui. De beslissing is op 17 maart 2015 in het openbaar uitgesproken.

aangetekend aan

partijen verzonden:

Zowel de belanghebbende als het daartoe bevoegde bestuursorgaan kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.

2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

- - de naam en het adres van de indiener;

- - de dagtekening;

- - de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

- - de gronden van het beroep in cassatie.

Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20.303, 2500 EH Den Haag.

De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.