“1. De aanslag IB en de beschikkingen zijn gedagtekend 21 november 2012. Per e-mailbericht van 7 februari 2013 heeft [belanghebbende] daartegen bezwaar gemaakt. Per faxbericht van 13 mei 2013 heeft [belanghebbende] het bezwaar gemotiveerd. Per brief van 30 september 2013 heeft [de Inspecteur] [belanghebbende] meegedeeld dat hij voornemens was het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren omdat het bezwaarschrift niet binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag en de beschikkingen was ingediend.
2. Bij de bestreden uitspraak op bezwaar heeft [de Inspecteur] het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak op bezwaar is gedagtekend 16 oktober 2013. Per e-mailbericht aan [de Inspecteur] van 30 oktober 2013 heeft [belanghebbende] op de uitspraak op bezwaar gereageerd. In dit e-mailbericht, waarvan een uitdraai in kopie tot de gedingstukken behoort, is onder meer het volgende vermeld:
"Geachte hr ( ... ),
Ik heb intussen uw uitspraak op mijn bezwaar ontvangen.
( ... )
Voorts stelt u dat uit de jaarstukken niet blijkt dat er belasting is ingehouden cq dat er nog een belastingschuld is welke nog door de bv moet worden afgedragen. Dit is niet correct.
( ... ).
In mijn eerder schrijven heb ik u al aangegeven dat ik weinig of geen salaris heb ontvangen van de bv in 2009, sterker nog ik heb zelfs meer betaald als ontvangen voor de bv. ( ... ).
Dit houdt dus in dat mijn inkomen negatief is geweest in 2009, ( ... ).
( ... )
Ik verzoek u dit te herzien.
Ik verzoek u om de uw uitspraak ambtshalve te herzien gebaseerd op de gegevens en aangifte welke ik u nu aanlever en gedurende die periode uitstel van betaling te verlenen,
(.. )
Ik hoop dat u de uitspraak en de aangifte nogmaals ambtshalve wil herzien gebaseerd op de stukken welke ik u nu overleg. Ik heb werkelijk geen inkomsten in 2009 gehad en het alleen daarom is het al zuur dat ik dan ook nog belasting zou moeten betalen over loon wat ik werkelijk niet heb ontvangen."