8.2.
Voorts dient aan belanghebbende het voor de behandeling van het beroep in eerste aanleg gestorte griffierecht van € 45, alsmede het voor de behandeling in hoger beroep gestorte griffierecht van € 123 te worden vergoed.
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- verklaart het beroep tegen de uitspraak op bezwaar gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.425;
- wijzigt de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
- stelt het verlies uit werk en woning van 2010 vast op € 20.754;
- draagt de Inspecteur op de proceskosten ten bedrage van, in totaal, € 2.230 aan belanghebbend te vergoeden, en
- gelast de Inspecteur aan belanghebbende een bedrag van, in totaal, € 168 aan griffierecht te vergoeden.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. G.J. van Leijenhorst, mr. J.J.J. Engel en
mr. A.H.N. Stollenwerck, in tegenwoordigheid van de griffier mr. F.A. Mijnans. De beslissing is op 26 april 2016 in het openbaar uitgesproken.
aangetekend aan
partijen verzonden:
Zowel de belanghebbende als het daartoe bevoegde bestuursorgaan kan
binnen zes weken
na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- - de naam en het adres van de indiener;
- - de dagtekening;
- - de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- - de gronden van het beroep in cassatie.
Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.