6. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en overwogen:
"8. Op grond van artikel 7:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden de kosten, die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, door het bestuursorgaan uitsluitend integraal vergoed op verzoek van de belanghebbende voor zover het bestreden besluit wordt herroepen wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.
9. Vaststaat dat de informatiebeschikking is herroepen. Voor de beoordeling van de vraag of de informatiebeschikking is herroepen wegens een aan verweerder te wijten onrechtmatigheid, hetgeen verweerder ontkent, is van belang of verweerder terecht de informatiebeschikking aan eiser heeft gegeven.
10. In artikel 52a, eerste lid, van de Awr is, voor zover hier van belang, bepaald dat als met betrekking tot een op te leggen belastingaanslag niet of niet volledig wordt voldaan aan de informatieverplichting als bedoeld in artikel 47 van de Awr, verweerder dit met een informatiebeschikking kan vaststellen. Voor het bestaan van de op een belastingplichtige rustende informatieverplichting in vorenbedoelde zin, is voldoende dat verweerder zich op basis van de hem ter beschikking staande informatie in redelijkheid op het standpunt kan stellen dat de gevraagde gegevens en bescheiden van belang zouden kunnen zijn voor de belastingheffing van de betrokken belastingplichtige (vgl. Hoge Raad 18 april 2003, ECLI:NL: HR:2003:AF7498 en Hoge Raad 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3603).
11. Verweerder heeft gemotiveerd gesteld dat de aanleiding voor het stellen van vragen is gelegen in de omstandigheid dat eiser in zijn brief van 16 september 2014 een ander feitencomplex had geschetst dan waar verweerder in zijn brief van 9 mei 2014 vanuit was gegaan. Uit de gedingstukken valt op te maken dat voorafgaand aan de onder 1 vermelde aandelenverkoop diverse gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Nu de door verweerder gevraagde informatie een ander licht zou kunnen werpen op de relevante feiten en omstandigheden omtrent die aandelenverkoop en de daaraan voor eiser voor het jaar 2010 te verbinden fiscale gevolgen, bestond er voor verweerder voldoende aanleiding om eiser hierover nadere vragen te stellen.
12. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser met zijn brief van 7 november 2014 niet alle door verweerder gestelde vragen volledig beantwoord. Eiser heeft in die brief voor meer dan de helft van de vragen verwezen naar het aan hem op 8 juli 2014 ter inzage gegeven dossier van verweerder, terwijl verweerder heeft bestreden dat hij over de door hem gevraagde informatie beschikt. Eiser kon echter niet volstaan met een enkele verwijzing naar het dossier van verweerder, aangezien eiser reeds op grond van artikel 47 van de Awr de door verweerder gevraagde gegevens diende te verstrekken. Dit brengt mee dat eiser niet aan zijn informatieverplichting heeft voldaan en dat verweerder in dit geval terecht de informatiebeschikking heeft gegeven. De omstandigheid dat verweerder zich eerst in zijn brief van 9 mei 2014 op het standpunt heeft gesteld dat sprake is van omkering van de bewijslast wegens het niet doen van de vereiste aangifte en dat hij later in de uitspraak op bezwaar dit eerdere standpunt weer heeft ingenomen en om die reden de informatiebeschikking heeft vernietigd, kan aan de rechtmatigheid van de informatiebeschikking als zodanig niet afdoen. Dat in de uitspraak op bezwaar staat vermeld dat, zoals onder 5 is weergegeven, de informatiebeschikking niet had hoeven te worden opgelegd, maakt dit niet anders. Ook overigens heeft eiser geen feiten en omstandigheden gesteld en aannemelijk gemaakt waaruit kan worden afgeleid dat de informatiebeschikking ten onrechte aan eiser is gegeven.
13. Gelet op het vorenstaande is van het herroepen van de informatiebeschikking wegens een aan verweerder te wijten onrechtmatigheid geen sprake. Eiser heeft derhalve geen recht op een integrale kostenvergoeding voor de bezwaarfase.
14. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dient het beroep ongegrond te worden verklaard."