Linde beroept zich op een bij eindproces-verbaal in de strafrechtelijke procedure gevoegde transcriptie van een telefoongesprek van 30 september 2014 tussen [geïntimeerde] en [betrokkene] (de leidinggevende van [geïntimeerde] , en hoofd van de afdeling Plan & Source PGP Benelux). In dat telefoongesprek bespreken [betrokkene] ( [betrokkene] ) en [geïntimeerde] ( [geïntimeerde] ) het asbestincident (onderstrepingen aangebracht door het hof):
“ [betrokkene] : Het gaat er nu om dat, dat we er van overtuigd zijn dat jij, ja, met de beste intenties, dit allemaal hebt gedaan en eh… en dat uiteindelijk ook eh… uit de strafzaak blijkt… ja, ik denk dat er wel uit gaat blijken eh… dat wij nalatig zijn geweest als bedrijf.
[geïntimeerde] : ja
[betrokkene] : Maar ja, dat, dat moet je niet een persoon in de schoenen schuiven (…)
[geïntimeerde] : Ja, ja.
[betrokkene] : Ze moeten dat niet een persoon eh… dan aanrekenen, maar dat moeten ze het bedrijf aanrekenen. Dus…
[geïntimeerde] : Ja.
(…)
[geïntimeerde] : Dat zei [P.] ook, we hadden misschien kunnen weten, dat als je in die ehm… ehm ja, productinformatiebladen kijkt, staat daar dat er asbesthoudend materiaal… Ik zeg, ja weet ik ook, dat heb ik ook gezegd. Ja en toen vroeg de Arbeidsinspectie ook aan mij van, heeft u dat overhandigd, dat papier dan. Ik zeg, nee, we hebben het er wel over gehad, dat dat kon bij heel oude flessen. Toen werd het daar eigenlijk een beetje zo van de hand gedaan, zo van jaaaa, nou kijk, dat zien we dan wel. Ik zeg, en vervolgens, Ik zeg ehm.. Ik zeg tegen diegene die het verslag deed. Ik zeg, hoe komt u aan dit papier. Nou, van jullie site afgehaald. Ik zeg, nou dat kunnen zij dan toch ook. Het is toch geen, het is toch geen geheim. Ik zeg iedereen kan toch dat eraf halen en dan had er doorgevraagd geweest.
En wij gingen er vanuit dat onze standpunt was dat 99% van de flessen, zeg maar verwerkt waren die … nu moesten doen, dat dat asbestvrij was.
[betrokkene] : Ja.
[geïntimeerde] : Ik zeg die gedachte hadden wij. Dat was ons uitgangspunt, anders hadden we dit nooit, never nooit gedaan.
[betrokkene] :
Ja en de flessen die eventueel asbest, wel asbest zouden bevatten, die zijn visueel herkenbaar
.
[geïntimeerde] : Precies, dat heb ik gezegd. Voor 1960 zo’n beetje, dat zijn heel oude flessen, uitgelegd, en dat was ook bekend, dat heb ik medegedeeld …. [onverstaanbaar] … is het wel duidelijk. Is het begrijpelijk. Nou. Toen heb ik ook nog voorgesteld weet je, als je alles onder water zet, voorgesteld dat je dan inderdaad de procedure ziet, weet je wat er ook in beeld te zien is. Dat je de flessen ook verwerkt onder water. Ja en als ze dan direct gaan beginnen, ja. Dan is natuurlijk helemaal dom natuurlijk. Nou dat vonden zij ook.
[betrokkene] : Maar die, maar die… die dingen heb ik nog nooit met jou besproken, maar van dat onder water eh…. wat was dan de reden dat het onder water moest, want er was eigenlijk geen asbest, dus daarom hoeft het niet.
[geïntimeerde] : Voor de stof. Fijn stof. Omdat het natuurlijk fijn stof is.
[betrokkene] : Aha oke.
(…)
[geïntimeerde] : en zo, zo … Ja en omdat hij ( [V.O.F.] , hof) al flessen voor ons verwerkte, kwam hij eigenlijk met het verhaal zo van, ik heb dat en dat gehoord. Ik zeg, ja daar zijn we mee bezig, maar dat is wel eh… kan je dat dan. Nou, heb ik het hem allemaal uitgelegd wat dat was en moest hij zelf maar kijken van hoe en wat, en zo is het gaan rollen.
[betrokkene] : Ja.
[geïntimeerde] : Nou ik kan dat wel, zegt ie. Ik heb gezien, het lukt me wel.
Maar het woord asbest is wel genoemd als zijnde, wat daar zat [K.] bij. Ik zei het kan zijn dat er asbesthoudend materiaal in zit. Het is niet veel, maar het kan zijn. He, misschien 1, 2 procent. En ik zeg, maar dat is vooral bij de ouwere flessen, niet wetende dat dat ook flessen van 1970, 1980 was. Dat heb ik nooit geweten.
[betrokkene] : Ja.
[geïntimeerde] : Nou, dan kun je zeggen, ja dan had je je huiswerk beter moeten doen. Ja dat zijn we dan denk ik als bedrijf… dat kan ik ook allemaal niet eh…
[betrokkene] : Ja. Ik denk … eh … ik ….ik vermoed, maar ja dat is wat ik vermoed, dat het politieonderzoek uiteindelijk tot de conclusie komt, ja dat wij als Linde nalatig zijn geweest, ja dat hadden we wel moeten weten.
[geïntimeerde] : Ja.
[betrokkene] : Ja, we wisten het niet meer en eh… dat we daar als bedrijf dus een boete voor kregen. En dat vind ik wel logisch, want dan zeg ik, het is eigenlijk ook wel te gek voor woorden dat wij als … als zeker als internationaal bedrijf, dat wij kennis van dat we asbest in onze producten hebben, dat we die ook op een zodanige manier vastleggen en borgen met elkaar, zodat we daar gewoon eh… dat het niet eh… ja dat we het niet meer weten. Dat er ergens ja… een moment tussen nou ja 2005 en 2014 is, denk ik, waar we het in 2005 nog wel weten met de mensen die er toen waren.
[geïntimeerde] : Ja.
[betrokkene] : En in 2013 met een totaal andere groep zaten, waarvan we het niet wisten.”