De politie heeft van het ongeval een proces-verbaal opgemaakt. Zowel [naam bestuurder 1] (verdachte 1), als [appellant] (verdachte 2), als [naam bestuurder 2] (verdachte 3) is daarbij als verdachte aangemerkt. Het proces-verbaal vermeldt over de vermoedelijke toedracht het volgende, waarbij het hof achter de nummers van de verdachten voor de leesbaarheid steeds tussen vierkante haken de bijbehorende naam heeft genoteerd:
“Vermoedelijke toedracht naar aanleiding van verklaringen en onderzoek
Verdachte 2 [ [appellant] ] reed met een snelheid van ongeveer 100 km/h op rijstrook 2. Hij zag dat de afrit Zevenhuizen , nummer 9 vol stond met verkeer. Ook op de vluchtstrook voor deze afrit stond het over een afstand van ongeveer 200 meter vol met verkeer. Voor het einde van de uitvoegstrook is de bestuurder van rijstrook 2 naar rijstrook 3 gewisseld om hier zijn snelheid te verlagen om te kunnen uitvoegen op de afrit Zevenhuizen . Vanaf rijstrook 3 heeft verdachte 2 [ [appellant] ] getracht uit te voegen en heeft daarbij richting aangegeven naar rechts. Verdachte 2 [ [appellant] ] zag dat er geen plaats was om uit te voegen. Verdachte 2 [ [appellant] ] heeft zijn voertuig diagonaal over het puntstuk gepositioneerd achter verdachte 3 [ [naam bestuurder 2] ] en voor een voertuig met kenteken [kentekennummer 1] , waarbij de achterzijde van het voertuig nog gedeeltelijk op rijstrook 3 stond en de voorzijde van het voertuig op de uitvoegstrook stond. Verdachte 2 [ [appellant] ] heeft zijn voertuig op het puntstuk tot stilstand gebracht.
Verdachte 3 [ [naam bestuurder 2] ] bevond zich op de uitvoegstrook van de afrit Zevenhuizen , nummer 9. De bestuurder bevond zich ter hoogte van het puntstuk en stond op het moment van het verkeersongeval stil. Het voertuig van verdachte 3 [ [naam bestuurder 2] ] was niet voorzien van een stootbalk.
Verdachte 1 [ [naam bestuurder 1] ] reed op rijstrook 3 en reed met een snelheid van ongeveer 82 km/h hierbij gebruik makende van de cruise controle van het voertuig. De bestuurder zag dat het druk was en dat de afrit Zevenhuizen , nummer 9 ongeveer 3 kwart was gevuld met verkeer. Voor hem bevonden zich op dat moment geen andere voertuigen en verdachte 1 [ [naam bestuurder 1] ] had vrij zicht. Toen verdachte 1 [ [naam bestuurder 1] ] op ongeveer 3 kwart van de afrit Zevenhuizen was, zag hij op rijstrook 2 een zwarte Volkswagen Golf waarvan de remlichten gingen branden. De afrit is ongeveer 220 meter lang.
Vervolgens zag hij dat de zwarte Volkswagen Golf scherp naar rechts richting de afrit stuurde. Verdachte 1 [ [naam bestuurder 1] ] zag dat de zwarte Volkswagen Golf diagonaal op het puntstuk met de achterzijde nog op rijstrook 3 tot stilstand kwam. Op het moment dat de bestuurder dat remlichten van de zwarte Volkswagen Golf zag is hij zelf ook gaan remmen.
Hierop heeft verdachte 1 [ [naam bestuurder 1] ] de rechterachterzijde van de Volkswagen Golf van verdachte 2 [ [appellant] ] geraakt die vervolgens tegen de linker achterwiel van de bedrijfsauto van verdachte 3 [ [naam bestuurder 2] ] is gekomen en is vervolgens langs de linkerzijde van van de bedrijfsauto van verdachte 3 [ [naam bestuurder 2] ] geschoven en voor deze bedrijfsauto tot stilstand gekomen.
Verdachte 1 [ [naam bestuurder 1] ] heeft zijn voertuig niet tijdig tot stilstand kunnen brengen over de afstand waarover de weg vrij was en hij deze kon overzien, hierbij ontstond gevaar en hinder en ontstond een verkeersongeval waarbij personen dusdanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat zij per ambulance moesten worden vervoerd.
Verdachte 2 [ [appellant] ] is een volle uitvoegstrook voorbij gereden en heeft zijn voertuig diagonaal op het puntstuk, met de achterzijde van zijn voertuig op rijstrook 3 en zijn voorzijde op de uitvoegstrook tot stilstand gebracht. Hierbij ontstond gevaar en hinder en een verkeersongeval waarbij personen dusdanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat zij per ambulance moesten worden vervoerd.
Verdachte 3 ( [naam bestuurder 2] ) stond stil op de uitvoegstrook. Bij de bedrijfsauto van verdachte 3 was geen stootbalk aanwezig. Hierbij ontstond gevaar en hinder en een verkeersongeval waarbij personen dusdanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat zij per ambulance moesten worden vervoerd.”