Gezien de hiervoor beschreven gang van zaken lijkt het erop dat het gesprek van 12 april 2018 was gedoemd om te mislukken. Het gesprek is opgenomen. Beide partijen hebben een transcriptie van het gesprek overgelegd. Uit de door [appellante] overgelegde transcriptie , die slechts op ondergeschikte detailpunten afwijkt van de door CH overgelegde transcriptie, blijkt het volgende. Vrijwel direct na aanvang van het gesprek zegt [echtgenote vennoot CH] tegen de partner van [appellante]: “en we gaan een gesprek voeren met jou dus met onze medewerkster en jij [de partner, hof] houdt je buiten het gesprek.” Daarop antwoordt de partner: “ja ik voeg mij in wanneer ik wil”. Na een kort gekissebis tussen [echtgenote vennoot CH] en de partner van [appellante], zegt [appellante]: “dan vraag ik het wie heb je naar mij toegestuurd gister.” Daarop zegt haar partner: “ja”, waarop er een twistgesprek is ontstaan, dat als volgt begon:
- [echtgenote vennoot CH]: ”het is de laatste waarschuwing je gaat je houdt nu je mond of je gaat eruit.”
- partner: “ja dus”
- [echtgenote vennoot CH]: “je gaat eruit”
- partner: “ik ga er helemaal niet uit”
- [appellante]: “nee hij blijft hier ik vraag nu aan jou wie jij op mij hebt ingehuurd wie was dat”
- [echtgenote vennoot CH]: dan ga je eruit nee nee nee”
Uit de rest van de transcriptie blijkt dat er verder alleen nog maar ruzie heeft plaatsgevonden. Daarbij werd van de kant van CH tevergeefs geprobeerd om duidelijk te maken dat zij het gesprek alleen met [appellante] wensten te voeren. Van de kant van [appellante] werd tevergeefs getracht duidelijkheid te krijgen over de persoon die de dag daarvoor bij haar op huisbezoek was geweest. Het gesprek eindigt met de volgende woordenwisseling tussen [echtgenote vennoot CH] en de partner van [appellante]:
- [echtgenote vennoot CH]: “jij bent respectloos”
- partner: “u bent respectloos”
- [echtgenote vennoot CH]: “op deze manier praat ik niet”
- partner: “u schreeuwt zomaar tegen mij snapje dat u verheft zomaar uw stem tegen mij”
- [echtgenote vennoot CH]: “weetje we zijn verder uitgepraat”
- partner: “precies en dan wilt u heel graag uw zin hebben maar die krijgt u niet”
- [echtgenote vennoot CH]: “der uit”
- partner: “van mij krijg je je zin niet”
- [echtgenote vennoot CH]: “der uit der uit nu”
- partner: “van mij krijg je je zin niet ja”
- [echtgenote vennoot CH] (tegen haar echtgenoot, vennoot van CH): “Henk bel de politie”
- partner: “kun je wel zo irritant gaan doen weetje wat een raar mens ben jij zeg he gatverdamme.”
Volgens de transcriptie die CH heeft overgelegd, voegt de partner van [appellante] daar nog aan toe “Kankerhoer”, maar volgens [appellante] is dat op de opnamen niet te horen.