2.2.
Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) [werknemer] is op 4 april 2005 op basis van een arbeidsovereenkomst met de VS in dienst getreden op het Consulaat-Generaal van de VS in Amsterdam. Zij was werkzaam als ‘ [functienaam] ’ op de Visa-Afdeling op het Consulaat-Generaal. De arbeidsovereenkomst bevat de volgende bepaling:
“7. Termination of employment before the expiration date of the agreement for security reasons
In addition to satisfactory job performance and availability of funding for the position, continuation of this agreement is also subject to the satisfactory completion of the processing of the national employee’s employment clearance and the retention of such employment clearance. The employer may terminate the agreement at any time without giving prior written notice in case this would be required for security reasons. A national employee is subject to separation without notice when the head of the overseas establishment, or his representative, believes that his or her continued employment presents a security risk to the United States or to the U.S. Govern men overseas establishment.”
( ii) Bij brief van 18 januari 2019 is [werknemer] , hangende een onderzoek van de ‘Consular Section Chief and Regional Security Officer’ (RSO), op non-actief gesteld zonder doorbetaling van loon. De aanleiding voor de op non-actiefstelling was het volgende:
[werknemer] heeft gedurende een periode van tien jaar nagelaten in Nederland belasting te betalen. Dit heeft in een aanzienlijke belastingschuld geresulteerd.
[werknemer] heeft in 2014 aan de VS medegedeeld dat zij samen met haar belastingadviseur in overleg was met de Nederlandse Belastingdienst om de situatie op te lossen. Die mededeling was onwaar.
( iii) Op 24 januari 2019 is [werknemer] op staande voet ontslagen. De ontslagbrief vermeldt het navolgende:
“(…)
Due to critical false statements, and failure to honor valid debts and legal obligations, the RSO has determined that the actions of [werknemer] have rendered her unsuitable for continued employment with the U.S. Mission.
(…) As of January 23, 2019, the RSO has revoked the security clearance for Ms. [werknemer] , following an investigation, which warrants her summary dismissal. The RSO had determined that it is in the best interest of the U.S. Government that Ms. [werknemer] not have access to the U.S. Consulate and has terminated her access to Department email and servers for security reasons.
(…) According to 3 FAM 7731, an employee is subject to immediate summary dismissal if either:
The Ambassador determines that the continued employment of the employee presents a security threat to the United States.
The final results of a security and suitability investigations are adverse and recommendation for separation is made by the Regional Security Officer.
(…) Consequently, the employment is herewith terminated with immediate effect for security reasons. (…)
(…) In addition, the security risk, as well as the offenses themselves, are of such serious nature both separately and collectively, that they constitute an urgent cause for immediate termination of employment.
(…)”
2.3
[werknemer] heeft de kantonrechter verzocht het ontslag op staande voet te vernietigen en de VS te gebieden haar op straffe van een dwangsom toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden. Verder heeft zij doorbetaling van loon c.a. vanaf 18 januari 2019 tot het einde van de arbeidsovereenkomst verzocht, te vermeerderen met de wettelijke verhoging als bedoeld in art. 7:625 BW en de wettelijke rente. Voor het geval de kantonrechter van oordeel is dat de arbeidsovereenkomst op 24 januari 2019 is geëindigd, vordert [werknemer] betaling van een transitievergoeding van € 68.088,- bruto (de kantonrechter heeft in de bestreden beschikking abusievelijk een bedrag van € 75.374,- bruto vermeld) en een billijke vergoeding van € 75.000,- bruto. Verder vordert zij een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en betaling van loon over de periode 19-24 januari 2019 onder verstrekking van specificaties van alle betalingen aan haar.
2.5
De kantonrechter heeft het beroep op immuniteit van jurisdictie afgewezen. Verder heeft de kantonrechter geoordeeld dat [werknemer] weliswaar valse verklaringen heeft afgelegd over haar belastingschuld, maar dat dit feit geen dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert. De kantonrechter heeft het gegeven ontslag op staande voet vernietigd. Verder is de VS veroordeeld om [werknemer] toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden en tot (door)betaling van het loon vanaf 18 januari 2019.
2.6
In hoger beroep heeft de VS het hof verzocht de beschikking van de kantonrechter te vernietigen. Primair verzoekt de VS dat het hof bepaalt dat de Nederlandse rechter onbevoegd is van het verzoek van [werknemer] kennis te nemen, althans dat de Nederlandse rechter onbevoegd is om kennis te nemen van het verzoek voor zover dat is gebaseerd of betrekking heeft op wedertewerkstelling en herstel van de arbeidsovereenkomst. Subsidiair verzoekt de VS de vorderingen van [werknemer] af te wijzen.