WAHV 200.071.300
11 februari 2011
CJIB 134394756
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Roermond
van 14 juli 2010
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Roermond genomen beslissing gedeeltelijk gegrond verklaard en de sanctie gematigd tot nihil. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het procesverloop
De officier van justitie heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De betrokkene heeft een verweerschrift ingediend.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 164,- opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 24 km/h”, welke gedraging zou zijn verricht op 13 september 2009 om 10.34 uur op de Rijksweg A2 te Echt met het voertuig met het kenteken [AB-AB-00]. Uit de door de betrokkene overgelegde kopie van het kentekenbewijs blijkt dat voornoemd voertuig een als bedrijfsauto aangemerkte kampeerauto betreft met een massa ledig voertuig van 3550 kg.
2. De betrokkene heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij de officier van justitie en zich op het standpunt gesteld dat de gedraging is verricht onder omstandigheden die het opleggen van een sanctie niet billijken. De betrokkene heeft aangevoerd dat hij, nadat hij telefonisch contact met de KLPD had opgenomen, sinds
28 september 2009 pas op de hoogte is van de doorgevoerde wetswijziging van 1 mei 2009, waardoor kampeerauto’s van meer dan 3500 kg maximaal 80 km/h mogen rijden. Tot die tijd mocht er met voornoemd voertuig maximaal 120 km/h gereden worden. De betrokkene betreurt het dat hij niet is geïnformeerd over deze wetswijziging. Hij verkeerde dan ook in de veronderstelling dat de opgelegde sanctie vernietigd zou worden, want dat is hem reeds meermalen overkomen. Zelfs de op 26 juli 2009 verrichte snelheidsovertreding is door de officier van justitie op 28 september 2009 vernietigd. De betrokkene heeft een afschrift van die vernietiging in de procedure gebracht. Daarin schrijft de officier van justitie: "Op basis van de beschikbare gegevens en de door u aangedragen argumenten is gebleken dan wel voldoende aannemelijk gemaakt dat de beschikking niet in stand kan blijven. Alles overwegende vernietigt de officier van justitie de beschikking. De opgelegde sanctie en de administratiekosten behoeft u niet te voldoen."
3. Bij beslissing van 9 november 2009 heeft de officier van justitie het beroep in onderhavige zaak ongegrond verklaard. Omdat de betrokkene zich niet met deze beslissing van de officier van justitie kon verenigen, heeft hij bij brief van 1 december 2009 beroep bij de kantonrechter ingesteld. Wederom voert hij aan dat hij ten tijde van de gedraging niet op de hoogte was van de gewijzigde regelgeving.
4. Vervolgens heeft de kantonrechter bij beslissing van 14 juli 2010 het beroep van de betrokkene gedeeltelijk gegrond verklaard. Daartoe heeft de kantonrechter overwogen dat weliswaar vaststaat dat de gedraging is verricht, maar dat de omstandigheden van het geval meebrengen dat de sanctie gematigd dient te worden tot nihil. Hierbij heeft de kantonrechter in aanmerking genomen dat de betrokkene door de handelwijze van het Openbaar Ministerie - zijnde het ontbreken van een adequate motivering bij de genomen beslissing in een andere zaak - op een verkeerd been is gezet.
5. De officier van justitie kan zich niet verenigen met de beslissing van de kantonrechter en heeft daartegen hoger beroep ingesteld. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de betrokkene op de hoogte had kunnen en moeten zijn van de wetswijziging per 1 mei 2009. Daarbij merkt de officier van justitie op dat de sanctie met betrekking tot de op 26 juli 2009 verrichte snelheidsovertreding op 28 september 2009 ten onrechte is vernietigd. Nu onderhavige gedraging dateert van 13 september 2009, kan de betrokkene door die vernietiging echter niet op het verkeerde been zijn gezet. De officier van justitie is - gelet op het voorgaande – van mening dat de beslissing van de kantonrechter dient te worden vernietigd en het beroep van de betrokkene ongegrond dient te worden verklaard.
6. Gelet op de ambtsedige verklaring van de verbalisant - zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB - en in aanmerking genomen dat de betrokkene de gedraging niet bestrijdt, is naar de overtuiging van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Derhalve dient het hof te beoordelen of er desondanks redenen zijn de sanctie achterwege te laten dan wel het bedrag van de opgelegde sanctie te matigen.
7. Het is het hof bekend dat de maximumsnelheid voor kampeerauto's met een maximum massa van meer dan 3500 kg op autowegen en autosnelwegen bij besluit van
17 maart 2008 (Stb. 2008, 90) is verlaagd tot 80 km/h. Deze wijziging is op 1 mei 2009 in werking getreden. Tot die tijd gold voor dergelijke voertuigen een maximumsnelheid van 120 km/h. De voor 1 mei 2009 begane snelheidsoverschrijdingen dienen derhalve te worden gesanctioneerd op basis van de ten tijde van de gedraging geldende snelheidslimiet.
8. Het hof stelt voorop dat van kentekenhouders en weggebruikers mag worden verwacht dat zij zich inspannen om op de hoogte te blijven van de voor hen geldende regelgeving. Dat de betrokkene niet van de gewijzigde regelgeving op de hoogte was, is dan ook een omstandigheid die voor zijn rekening en risico dient te komen. Dat de betrokkene niet is geïnformeerd over de per 1 mei 2009 in werking getreden wetswijziging, maakt dat niet anders. Het hof verwerpt het verweer van de betrokkene dat hij op het verkeerde been is gezet door de vernietiging op 28 september 2009 van een beschikking ter zake van een snelheidsovertreding op 26 juli 2009. Immers, wat hier overigens ook van zij, de betrokkene heeft pas kennis genomen van die vernietiging na het verrichten van onderhavige gedraging zodat niet valt in te zien in hoeverre hij daaraan enig vertrouwen had kunnen ontlenen. Derhalve treft het verweer van de betrokkene geen doel. Het hof ziet dan ook geen aanleiding de opgelegde sanctie achterwege te laten dan wel te matigen.
9. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal het hof de beslissing van de kantonrechter vernietigen en, doende hetgeen de kantonrechter had behoren te doen, het bij de kantonrechter ingestelde beroep ongegrond verklaren.
Beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het bij de kantonrechter ingestelde beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door mrs. Dijkstra, Beswerda en Sekeris, in tegenwoordigheid van mr. Samplonius als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.