Bij verzoekschrift (met producties), ingekomen ter griffie van het hof per fax op 25
april 2000 en per post op 26 april 2000, heeft [verzoeker] het hof verzocht de be-
schikking van de Minister van 27 maart 2000, waarbij aan Vof Firma [naam 1], [naam 2]
en [naam 3] [verzoeker] (hierna: de Vof) als rechthebbende op de onroerende zaak,
kadastraal bekend gemeente [woonplaats en nr.] (hierna: het
perceel) op verzoek van de NV Waterbedrijf Europoort (hierna: het Waterbedrijf)
de plicht is opgelegd tot het gedogen van de aanleg en instandhouding van een drinkwatertransportleiding met bijkomende werken (door het Waterbedrijf) in de
gemeenten Rotterdam en Schiedam.
Bij vertoogschrift (met producties), ingekomen ter griffie van het hof op 6 juni 2000,
heeft de Minister het verzoekschrift bestreden.
Op 19 en 22 september 2000 zijn van [verzoeker] een aantal stukken ter griffie binnengekomen. Van het Waterbedrijf (belanghebbende) zijn op 22 september
2000 een aantal stukken ter griffie ontvangen.
OP 25 september 2000 heeft het hof de zaak mondeling behandeld. Daarbij is aan
de hand van pleitnotities gepleit door de procureur van [verzoeker] en door mr. F.
Blok namens de Minister. Mr. H.D.M. Mulder, advocaat te Rotterdam, heeft voor
het Waterbedrijf een toelichting gegeven. Mr. Blok heeft nog een kopie van een
publicatie in het huis-aan-huisblad de Maasstad overgelegd en [verzoeker] een inge-
kleurde (en ingetekende) kopie van een kadastrale kaart.