advocaat: mr. M.A. Breewel-Witteveen te Roosendaal,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 15 november 2011 en 9 april 2013 in het hoger beroep van de door de rechtbank Breda onder zaaknummer 630559 CV EXPL 10-8057 gewezen vonnissen van 9 februari 2011 en 27 juli 2011, zoals verbeterd bij herstelvonnis van 3 augustus 2011.
10 Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
het tussenarrest van 9 april 2013;
-
het depot van Total waarvan op 18 april 2013 akte is opgemaakt;
-
de akte van Total,
-
de akte van [geïntimeerde],
-
de antwoordakte van Total,
-
de antwoordakte van [geïntimeerde].
Partijen hebben arrest gevraagd.
11 De verdere beoordeling
11.1.
In genoemd tussenarrest heeft het hof in rov. 6.7 overwogen dat in het procesdossier van [geïntimeerde] een akte uitlating contra-enquête van [geïntimeerde] ontbreekt. Het hof heeft uit het vonnis van 27 juli 2011 (rov. 1) afgeleid dat voornoemde akte tot het procesdossier behoort. [geïntimeerde] heeft onder verwijzing naar zijn inventarisstaat erop gewezen dat hem een dergelijk processtuk niet bekend is. Het hof heeft de procesdossiers naar aanleiding van de mededeling van [geïntimeerde] opnieuw bekeken en constateert dat een dergelijk processtuk niet op de inventarislijsten van partijen voorkomt. Nu geen van partijen bekend blijkt te zijn met dit processtuk zal het hof het erop houden dat het hier om een verschrijving van de rechtbank gaat.
11.2.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof Total in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren door middel van een deskundigenbericht. Het hof heeft bepaald dat Total daartoe de originele akte van 18 oktober 2009 in het geding dient te brengen. Voorts heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over aantal, deskundigheid en - bij voorkeur eensluidend - over de persoon van de te benoemen deskundige(n). Het hof heeft partijen in overweging gegeven om in verband met de te maken kosten zich te beperken tot één deskundige. Het hof heeft partijen ook in overweging gegeven de persoon van de te benoemen deskundige over te laten aan het oordeel van het hof. Het hof heeft vragen geformuleerd die aan de deskundige gesteld kunnen worden en partijen in de gelegenheid gesteld suggesties te doen over die vragen.
11.3.
Total heeft een akte ter griffie gedeponeerd. Het hof heeft Total opgedragen de originele akte ter griffie te deponeren onder meer om [geïntimeerde] in de gelegenheid te stellen die akte te komen bestuderen. Klaarblijkelijk heeft [geïntimeerde] niet van die mogelijkheid gebruik gemaakt. [geïntimeerde] heeft wel zijn stelling gehandhaafd dat de gedeponeerde akte niet door hem ondertekend kan zijn. De deskundige zal voor het onderzoek over deze door Total gedeponeerde akte dienen te beschikken. Het hof zal de griffier opdragen de gedeponeerde akte aan de deskundige te sturen.
11.4.
Over het aantal van de te benoemen deskundigen heeft Total medegedeeld in te stemmen met de benoeming van één deskundige. [geïntimeerde] heeft zich daarover niet expliciet uitgelaten, maar uit de mededeling van [geïntimeerde] dat het aan het hof is om de persoon van de te benoemen deskundige te bepalen, leidt het hof af dat ook [geïntimeerde] zich kan daarin kan vinden.
11.5.
Beide partijen hebben medegedeeld zich erin te kunnen vinden dat het hof de persoon van de te benoemen deskundige bepaalt.
11.6.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof aangekondigd voornemens te zijn de volgende vragen voor te leggen aan de deskundige:
1. Met welke mate van waarschijnlijkheid kan worden aangenomen dat de namens [geïntimeerde] geplaatste handtekening op de hiervoor genoemde akte van 18 oktober 2009 van hem afkomstig is en door hem geplaatst is?
2. Wilt u bij de beantwoording van uw vraag zoveel mogelijk onderbouwen op welke gronden u tot uw beslissing bent gekomen?
3. Heeft u nog iets op te merken dat u voor de beoordeling van deze zaak van belang acht?
Partijen hebben medegedeeld zich te kunnen verenigen met deze vragen.
11.7.
Zoals bij voornoemd tussenarrest is aangekondigd zal het hof de kosten van het voorschot voorshands ten laste van Total brengen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
12 De uitspraak
Het hof:
12.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de volgende vragen:
1. Met welke mate van waarschijnlijkheid kan worden aangenomen dat de namens [geïntimeerde] geplaatste handtekening op de hiervoor genoemde akte van 18 oktober 2009 van hem afkomstig is en door hem geplaatst is?
2. Wilt u bij de beantwoording van uw vraag zoveel mogelijk onderbouwen op welke gronden u tot uw beslissing bent gekomen?
3. Heeft u nog iets op te merken dat u voor de beoordeling van deze zaak van belang acht?
12.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
mevrouw R. ter Kuile-Haller
[adres]
[postcode] [plaats]
(tel. [telefoonnummer])
12.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest en de orginele gedeponeerde akte (aangetekend en met bericht van ontvangst) aan de deskundige toezendt;
12.4.
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken en dat Total binnen één week na de datum van dit arrest de gedeponeerde akte bij de deskundige zal bezorgen;
12.5.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
12.6.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek – en ten aanzien van de conceptrapportage – partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
12.7.
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie en vergezeld door de orginele gedeponeerde akte, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
12.8.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
12.9.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 1.500,- (inclusief btw), tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
12.10.
bepaalt dat Total laatstgenoemd bedrag binnen twee weken na heden zal overmaken naar IBAN-rekeningnummer NL53 RBOS 0569 990572 ten name van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch onder vermelding van zaaknummer HD 200.094.496/01;
12.11.
verzoekt de deskundige, indien de kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
12.12.
benoemt mr. M. van Ham tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
12.13.
verwijst de zaak naar de rol van 14 januari 2014 voor memorie na deskundigenonderzoek, aan de zijde van Total;
12.14.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. I.B.N. Keizer, M.G.W.M. Stienissen en M. van Ham en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 13 augustus 2013.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: