2.1.
Belanghebbende was in 2006 in dienstbetrekking werkzaam bij de Stichting [C] te [plaats 2]. In het kader van zijn dienstbetrekking heeft hij een loon genoten van € 63.988. Op het loon is € 23.281 loonheffing ingehouden. Daarnaast heeft belanghebbende in 2006 als trainer werkzaamheden verricht voor een Duitse voetbalclub, [D]. Hij ontving hiervoor in de periode januari 2006 tot en met juni 2006 een bedrag van € 1.000 per maand inclusief reiskostenvergoeding. Voor de voetbalclub [E] heeft belanghebbende in 2006 wedstrijdanalyses gemaakt. Hij ontving hiervoor een vergoeding per analyse en een reiskostenvergoeding.
2.2.
Belanghebbende was in 2006 eigenaar van een woning, gelegen[a-straat] 25 te [plaats 3]. De woning was tot 19 juli 2006 een eigen woning in de zin van artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). De woning is via een openbare executoriale veiling op 21 juli 2006 verkocht voor € 351.000.
2.3.
Bij brief van 18 september 2006 heeft de [F-bank] [plaats 4] belanghebbende bericht over de omvang van zijn schulden en de restantvordering na afboeking van de opbrengst van de verkoop van de woning. De tekst van deze brief luidt als volgt:
“In antwoord op uw schrijven van 22 augustus 2006, naar aanleiding van de brief van [G], geven wij u onderstaand de specificatie van de openstaande schuld. Van de mutaties van vóór de veiling hebt u regelmatig afschriften ontvangen, waar wij u naar willen verwijzen.
Per datum van daadwerkelijke overdracht van het pand na de veiling, 21 juli 2006, bestond onze vordering op u uit de navolgende bedragen:
Leningnummer [rekeningnummer 1]:
Restant hoofdsom € 24.375,00
Achterstand rente € 2.924,85
Achterstand extra rente € 620,04
Lopende rente tot 21 juli 2006 € 77,19
Lopende extra rente tot 21 juli 2006 € 53,17
Leningnummer [rekeningnummer 2]:
Restant hoofdsom € 326.721,76
Achterstand rente € 38.798,25
Achterstand extra rente € 8.408,59
Lopende rente tot 21 juli 2006 € 1.034,62
Lopende extra rente tot 21 juli 2006 € 708,10
Keuze Plus Hypotheek [rekeningnummer 3]
Debetsaldo per heden € 49.635,00
Lopende rente tot 21 juli 2006€ 130,29
Totale vordering (transporteren) € 453.486,86
Transport € 453.486,86
Betaalrekening [rekeningnummer 4]:
Tegoed per heden -/- € 2,07
Afrekening notaris:
Koopsom € 351.000,00
Inzetpremie 1% € 3.475,00
Af: preferente executiekosten -/- € 804,05
-/- € 353.670,95
Restantvordering € 99.813,84
=============”
2.4.
Bij brief van 19 augustus 2008 heeft de [F-bank] [H] belanghebbende als volgt bericht over de rentebetalingen:
“Voor leningnummer [rekeningnummer 2]:
Totaalbedrag rente € 39.832,87 te verdelen in € 0,00 (2005) en € 39.832,87 (2006)
Totaalbedrag extra rente € 9.116,69 te verdelen in € 0,00 (2005) en € 9.116,79 (2006)
Leningnummer [rekeningnummer 1]:
Totaalbedrag rente € 3.002,04 te verdelen in € 0,00 (2005) en € 3.002,04 (2006)
Totaalbedrag extra rente € 673,21 te verdelen in € 0,00 (2005) en € 673,21 (2006)
Leningnummer [rekeningnummer 3]:
Totaalbedrag rente € 3.897,53 te verdelen in € 2.400,35 (2005) en € 1.497,18 (2006)”
2.5.
Tot de gedingstukken behoren twee nota’s van 12 april 2006 met aangehechte euro-acceptgiro’s. Uit deze nota’s volgt dat belanghebbende op geldlening nummer [rekeningnummer 1] per maand € 161,57 diende te voldoen (€ 115,78 rente en kosten en € 45.79 extra rente) en dat hij op geldlening nummer [rekeningnummer 2] per maand € 2.161.31 diende te voldoen (€ 1.551,93 rente en kosten en € 609,38 extra rente).
2.6.
Belanghebbende is op 28 februari 2007 uitgenodigd om vóór 1 april 2007 aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2006 te doen. Aan belanghebbende is op zijn verzoek uitstel verleend voor het indienen van de aangifte tot uiterlijk 5 oktober 2007. Omdat op die datum geen aangifte was ontvangen, is belanghebbende op 14 januari 2008 aangemaand om de aangifte uiterlijk 4 februari 2008 in te dienen. Belanghebbende heeft de aangifte niet binnen deze termijn ingediend.
2.7.
Met dagtekening 26 februari 2009 is aan belanghebbende een ambtshalve aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.988. Bij het vaststellen van de aanslag is rekening gehouden met het loon uit dienstbetrekking van € 63.988, de loonheffing van € 23.281, de algemene heffingskorting van € 1.990 en de arbeidskorting van € 1.357. Er is geen rekening gehouden met een aftrek van hypotheekrente voor de eigen woning, een eigenwoningforfait, uit Duitsland genoten inkomsten en inkomsten uit de wedstrijdanalyses. Bij de aanslag is € 1.136 heffingsrente in rekening gebracht.
2.8.
Gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag is aan belanghebbende een verzuimboete opgelegd. De Inspecteur heeft een verzuimboete van € 1.134 opgelegd, omdat belanghebbende stelselmatig in gebreke is gebleven met het tijdig indienen van aangiften. Er is sprake van een vijfde verzuim, nadat ook voor de jaren 2002 tot en met 2005 geen aangiften waren ingediend en verzuimboetes zijn opgelegd.