De kantonrechter heeft in rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.5 van het vonnis (waarbij rechtsoverweging 2.2 ontbreekt) een aantal feiten vastgesteld. Het hof zal die feitenvaststelling hieronder weergeven, voorzien van een door het hof toegevoegde letteraanduiding en met herstel van enkele typefouten.
“Definities
In deze CAO (…) wordt verstaan onder:
1. (…)
2. Arbeidsduur:
het tussen werkgever en werknemer overeengekomen gemiddeld aantal uren per week voor het verrichten van werkzaamheden, waarbij inbegrepen:
- alle verlofuren waarover loon wordt betaald;
- vergoedingen in vrije tijd volgens regelingen in deze CAO;
- verzuim tijdens vastgestelde werktijden wegens ziekte/arbeidsongeschiktheid.
Voor werknemers die ambulant zijn gelden daarenboven de volgende bepalingen:
- reis- en wachttijden als gevolg van door de werkgever opgedragen werkzaamheden, afgezien van gebroken diensten, voor zover deze reistijden meer bedragen dan de voor de werknemer gebruikelijke reistijden voor het woon-werkverkeer;
- bij thuiszorgwerkzaamheden (extramuraal): reistijden als gevolg van gebroken diensten.”
In artikel 5.4.1 van de CAO is bepaald:
“Gebroken diensten
Het is de werkgever verboden, tenzij de werknemer hierom verzoekt, aan de werknemer een gebroken dienst op te dragen.
Onder gebroken dienst wordt verstaan, een dienst binnen welke de werktijd wordt onderbroken gedurende tenminste een uur en ten hoogste drie uren.”
Door de rechtsvoorganger van [het thuiszorgcentrum] werd aan [appellante] de reistijd vergoed om te komen van de ene cliënt naar de andere. [het thuiszorgcentrum] weigert deze tijd te vergoeden. [het thuiszorgcentrum] is bereid geweest op enig moment een betaling ineens over het verleden hiervoor aan [appellante] te voldoen, maar heeft de reistijden nadien niet meer vergoed.