In het rapport van 28 november 2011 staat onder meer het volgende:
Ten aanzien van vraag 1: Tot welke bevindingen komt u bij anamnese, lichamelijk onderzoek en hulponderzoek? antwoordt de deskundige onder meer:
De anamnese en het lichamelijk onderzoek hebben zich gericht op het causaal verband tussen de medische klachten van de heer [appellant] en de in rechte vaststaande werkomstandigheden van de heer [appellant] bij [geïntimeerde] . Uit de anamnese en lichamelijk onderzoek komt naar voren dat er een luxerend moment is geweest in de functiebelasting. Dit moment betreft de introductie van de grote vrachtwagen. (…) Op het moment van introductie van de genoemde vrachtwagen zijn de rugklachten van ( [appellant] ) in ieder geval toegenomen. (…) Op grond van de anamnese en het lichamelijk onderzoek kan echter onvoldoende worden vastgesteld of er sprake is van een causaal dan wel een conditioneel verband tussen de medische klachten en de in rechte vaststaande werkomstandigheden.
Ten aanzien van vraag 4: Wat is de diagnose op uw vakgebied? antwoordt de deskundige onder meer:
De diagnose die gesteld is is irritatie van het ligamentum ilio-lumbale links, hetgeen past in de diagnose aspecifieke lage rugklachten (…)
Derhalve is de diagnose: chronische aspecifieke lage rugklachten op basis van irritatie van het ligamentum ilio-lumbale links bij een gedeconditioneerde mannelijke persoon met overgewicht. (…)
Ten aanzien van vraag 6, die gaat over de vraag of de werkomstandigheden van betrokkenen in het ontstaan van de klachten en afwijkingen een rol hebben gespeeld, antwoordt de deskundige onder meer:
Er is bij betrokkene sprake geweest van een belasting op het werk die heeft bijgedragen aan het ontstaan van de klachten. Immers daarvoor was er nauwelijks sprake van rugklachten. Bij het verhogen van de werkbelasting heeft ( [appellant] ) klachten ontwikkeld. (…)
Ten aanzien van vraag 7, te weten in welke mate de werkomstandigheden hebben bijgedragen, antwoordt de deskundige onder meer:
Het is niet mogelijk om dit in een exact percentage aan te geven. Wel is bij benadering de mate van betrokkenheid van de werkomstandigheden op het ontstaan van de klachten van ( [appellant] ) te schatten. Deze ligt tussen de 54% en 57%. Een en ander volgt uit de onderstaande berekening. (…)