Het hof overweegt hierover het volgende.
De -enkele- veronderstelling van [appellante] dat [leidinggevende 2] de collega’s van [appellante] op weinig positieve wijze heeft geïnformeerd over het verzoek tot arbeidsduurvermindering van [appellante] is door Lindeboom gemotiveerd betwist. Die veronderstelling van [appellante] zal het hof derhalve als onvoldoende onderbouwd passeren.
Dan resteert de stelling van [appellante] dat Lindeboom [appellante], ondanks haar verzoek daartoe, niet de gelegenheid heeft gegeven om eerst haar collega’s te informeren over haar verzoek tot arbeidsduurvermindering. Het hof acht geenszins aannemelijk dat Lindeboom, aldus handelend, een verwijt kan worden gemaakt van de ziekmelding van [appellante]. Naar het hof aanneemt zijn de collega’s op de hoogte gesteld van het feit dat het verzoek van [appellante] om arbeidsduurvermindering verband hield met de verwachte geboorte van haar kind. Ook [appellante] had dit, nadat haar collega’s waren geïnformeerd over haar verzoek, zelf nader kunnen toelichten. Het door [appellante] gedane bewijsaanbod ter zake de handelwijze van Lindeboom op dit punt zal het hof derhalve als niet relevant passeren.
Bij memorie van grieven maakt [appellante] nog, zonder nadere toelichting, melding van het feit dat haar bij brief van 12 november 2009 werd medegedeeld dat zij op een andere afdeling diende te gaan werken.
Lindeboom heeft bij antwoord in eerste aanleg aangegeven dat zij [appellante] voor slechts twee maanden, tot aan haar zwangerschapsverlof, een andere werkplek heeft toegewezen om de gespannen situatie niet verder te laten escaleren. Lindeboom was van mening dat dit een prima oplossing was voor deze relatief korte periode, die te kort was om concrete stappen ter verbetering van de situatie te zetten.
In het licht van die uiteenzetting door Lindeboom had van [appellante] nader mogen worden verwacht dat zij had toegelicht wat zij Lindeboom in dit kader verwijt. Dat heeft [appellante] niet gedaan.
Nu enige andere onderbouwing evenmin wordt gegeven, is niet gebleken dat Lindeboom een verwijt treft van de kennelijk geëscaleerde situatie tussen [appellante] en haar collega’s en daarmee van haar ziekmelding.