In het onderhavige incident vorderen [appellanten] c.s. op grond van artikel 4:78 BW jo artikel 22 Rv jo artikel 843a Rv van geïntimeerden, althans van [geintimeerden 1, 2. en 4.] c.s., afgifte van de navolgende bescheiden:
A) afschriften van alle correspondentie van en met AHOLD Vastgoed BV (hierna: AHOLD) in 2005/2006 over de aankoop van het [terrein]-terrein en een afschrift van het verzoekschrift (inclusief alle bijbehorende producties) d.d. 19 oktober 2006 strekkende tot conservatoir beslag tot levering van het [terrein]-terrein van AHOLD tegen de overeengekomen prijs;
B) afschriften van alle correspondentie van en met [Planontwikkeling] Planontwikkeling B.V. (hierna: [Planontwikkeling]) over de aankoop van het [terrein]-terrein voorafgaande aan en leidende tot de overeenstemming d.d. 26 september 2006;
C) afschriften van alle bankafschriften van de bankrekeningen van moeder over de jaren 1994 tot en met 1999, in het bijzonder in elk geval de bankrekeningen bij de bankinstellingen met de nummers [bankrekeningnummer 1.], [bankrekeningnummer 2.], [bankrekeningnummer 3.], [bankrekeningnummer 4.], [bankrekeningnummer 5.] en [bankrekeningnummer 6.], alsmede daarnaast de afschriften van de kas- en bankboeken over de jaren 1994 tot en met 1999;
D) afschriften van de volledige jaarverslagen (met inbegrip van de volledige jaarrekeningen) van BMV over de jaren 1994 tot en met 2005;
althans de hiervoor genoemde bescheiden A tot en met D aan [appellanten] c.s. binnen 21 dagen na het ten deze te wijzen arrest volledig ter inzage te verschaffen, zulks onder verbeurte van een dwangsom.
3.6.1.
[appellanten] c.s. hebben de incidentele vordering allereerst gestoeld op artikel 4:78 BW. Op grond van dit artikel kan een legitimaris tegenover de erfgenamen en de met het beheer der nalatenschap belaste executeur aanspraak maken op inzage en een afschrift van alle bescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie behoeft. De erfgenamen en de met het beheer belaste executeur dienen de legitimaris desgevraagd alle daartoe strekkende inlichtingen te verschaffen. Het hof overweegt dat uit de bewoordingen ‘alle daartoe strekkende inlichtingen’ in artikel 4:78 BW afgeleid moet worden dat dit begrip weliswaar zo ruim als mogelijk moet worden uitgelegd, maar dat het wel beperkt is tot de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de legitieme portie.
3.6.2.
Daarnaast doen [appellanten] c.s. tevens een beroep op artikel 843a Rv. Het hof stelt bij de beoordeling op grond van dit artikel voorop dat artikel 843a Rv niet ziet op een algemeen recht op inzage, afschrift of uittreksel. Een vordering op grond van artikel 843a Rv kan slechts worden toegewezen indien voldaan is aan de in het eerste lid van dat artikel genoemde cumulatieve voorwaarden, te weten:
-
de eiser of verzoeker dient een rechtmatig belang te hebben;
-
de vordering dient betrekking te hebben op bepaalde bescheiden;
-
de bescheiden dienen een rechtsbetrekking te betreffen waarin de eiser of verzoeker of zijn rechtsvoorganger partij is.