hierna gezamenlijk aan te duiden als [geïntimeerden],
advocaat: mr. M.R. Meijer te Amsterdam,
als aanvulling op het door het hof gewezen tussenarrest van 3 februari 2015, op het hoger beroep van het door de rechtbank Oost-Brabant, sector kanton, locatie ’s-Hertogenbosch van 14 februari 2013 gewezen vonnis tussen FNV als eiseres en [geïntimeerden] als gedaagde..
5 Het tussenarrest van 3 februari 2015
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof onder meer overwogen dat [geïntimeerden] als geheel is aan te merken als een onderneming in de zin van de cao. Het hof heeft, alvorens verder te beslissen FNV in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over hetgeen is overwogen onder rov 3.6.1. in dat tussenarrest.
6 Het verzoek
Bij faxbericht van mr. Meijer, ingekomen ter griffie van het hof op 9 maart 2015, heeft deze namens [geïntimeerden] verzocht om te bepalen dat tegen de uitspraak van 3 februari 2015 cassatie kan worden ingesteld.
Bij faxbericht van Mr. Postma, ingekomen ter griffie op 12 maart 2015, heeft deze zich namens FNV naar het hof begrijpt verzet tegen toewijzing van het verzoek.
7 De beoordeling van het verzoek
Het hof heeft zich beraden op het verzoek en acht het doelmatig thans ingevolge artikel 401 a lid 2 Rv cassatieberoep open te stellen tegen het tussen partijen gewezen arrest van 3 februari 2015.
8 De beslissing
Het hof:
bepaalt dat tegen het tussen partijen gewezen arrest van 3 februari 2015 tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld.
Dit arrest is gewezen door mrs. Chr. M. Aarts, M. van Ham en P.P.M. Rousseau en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 24 maart 2015.
griffier raadsheer
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: