[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
wonende te [adres] .
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van feit 1 (bedreiging) en feit 2 (belediging van een ambtenaar) veroordeeld tot een geldboete van € 500,--, subsidiair 10 dagen hechtenis.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof bewezen zal verklaren hetgeen onder 1. en 2. aan verdachte is ten laste gelegd en dat hij ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 500,--, subsidiair 10 dagen hechtenis.
De raadsman heeft vrijspraak van beide ten laste gelegde feiten. Subsidiair, in het geval het hof evenwel tot enige bewezenverklaring zou komen, heeft de raadsman een strafmaatverweer gevoerd.
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat de politierechter kon volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering en tevens omdat het niet te verenigen is met het oordeel van het hof.
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 23 september 2012 te Handel, gemeente Gemert-Bakel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een beveiliger van discotheek "time Out", te weten [slachtoffer 1] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend die [slachtoffer 1] de woorden toegevoegd "ik maak je dood, ik schiet je kapot", althans woorden van gelijke dreigende inhoud of strekking;
2.
hij op of omstreeks 23 september 2012 te Beek en Donk, gemeente Laarbeek, in elk geval in Nederland, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten de agent van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost [slachtoffer 2] , gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten toen hij doende was verdachte ter voorgeleiding voor een hulpofficier van justitie over te brengen naar het politiebureau, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "jij blije aap", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Het hof is - met de raadsman, maar ander dan de advocaat-generaal - van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van beide ten laste gelegde feiten. Daartoe overweegt het hof met betrekking tot het onder 1. ten laste gelegde feit dat het hof uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen dat verdachte de ten laste gelegde bedreigingen heeft geuit. Met betrekking tot het onder 2. ten laste gelegde overweegt het hof dat weliswaar op grond van de wettige bewijsmiddelen vast staat dat verdachte ‘blije aap’ heeft gezegd tegen agent [slachtoffer 2] , maar dat de combinatie van deze woorden, in het bijzonder gelet op het voorvoegsel ‘blije’, niet als beledigend kan worden aangemerkt.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. J. Huurman-van Asten, voorzitter,
mr. A.R.O. Mooy en mr. M.A.A. van Capelle, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Dieleman-Dieleman, griffier,
en op 11 september 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. van Capelle is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.