2.6.
In het kader van het onder 2.5 vermelde strafrechtelijk onderzoek is [belanghebbende 2] op 15 juli 2010 als verdachte verhoord (V01-01). Tijdens dat verhoor heeft hij verklaard dat [G] de overkapping/loods wilde bouwen voor € 55.000, dat medio 2006 zal zijn begonnen met het bouwen van de loods, dat [G] toen is begonnen met de bouw, dat voor de bouw van de loods geen contracten zijn gesloten, dat de staalconstructie door [G] is besteld en geleverd en dat [G] niet gedaan heeft waarvoor hij is ingehuurd. Tijdens de bouw kwam er een opzichter van de gemeente [H] langs en deze legde de bouw op 11 mei 2006 stil, omdat voor de overkapping een vergunning nodig was. Na de bouwstop is [G] niet meer komen opdagen, aldus [belanghebbende 2] . Op de vraag wanneer de loods werd opgeleverd, heeft [belanghebbende 2] geantwoord: “Om en nabij op 8 juli 2008 toe[n] is de verlichting gemaakt”.
Voor wat betreft de betaling aan [G] heeft [belanghebbende 2] tijdens dat zelfde verhoor verklaard dat hij [G] contant heeft betaald in gedeelten, dat hij daarmee bedoelt dat hij [G] betaalde als hij een auto had verkocht, dat hij op een kladje de betaalde bedragen heeft bijgehouden en uiteindelijk het totaalbedrag in het kasboek van [belanghebbende 1] heeft vermeld als zijnde in één keer betaald.
Op de vraag waarom er twee facturen zijn opgemaakt voor de geleverde staalconstructie antwoordt [belanghebbende 2] dat hij daar niets over kan verklaren en dat de verbalisanten daarvoor bij [G] moeten zijn.
2.7.
In het kader van het onder 2.5 vermelde strafrechtelijke onderzoek is [J] , een werknemer van [belanghebbende 1] ., op 20 juli 2010 als verdachte gehoord (V03-01). [J] heeft verklaard dat [G] een hal kwam bouwen voor weinig geld, dat een vrachtwagen het staal kwam leveren, dat er toen een hoop staal stond waarmee vervolgens niets gebeurde en dat [G] is begonnen met de verbouwing. Voor wat betreft de betaling heeft [J] tijdens dat verhoor verklaard dat [G] in gedeelten betaald werd als er een auto werd verkocht en dat [J] ook wel eens geld betaald heeft aan [G] , maar dat hij niet meer weet hoeveel en waarvoor en wanneer.
2.8.
In het kader van het in 2.5 vermelde strafrechtelijk onderzoek is [G] op 22 juni 2010 als getuige gehoord (G06-01). [G] heeft verklaard dat hij alleen heeft bemiddeld tussen het constructiebedrijf van [K] in [L] en [belanghebbende 1] . voor het leveren van een staalconstructie, dat hij de facturen 251 en 252 heeft gemaakt om voor [K] geld los te krijgen van [belanghebbende 2] , dat hij de facturen naar [belanghebbende 2] heeft gezonden, dat niet hij, maar [K] de staalconstructie heeft geleverd en dat hij op beide facturen geen betaling heeft ontvangen.
2.9.
In het kader van het in 2.5 vermelde strafrechtelijk onderzoek is [M] , directeur van [N] BV, op 22 juni 2010 als getuige (G08-01) gehoord. [M] heeft verklaard dat hij samen met [G] in [vestigingsplaats] is geweest en dat hij via [G] in contact is gekomen met [belanghebbende 2] , dat hij op aangeven van [belanghebbende 2] met [G] de maten voor de staalconstructie voor een grote loods heeft bepaald, dat hij vervolgens tekeningen heeft gemaakt, dat hij de tekeningen met [G] heeft besproken, dat [G] hem daarna opdracht heeft gegeven de productie te starten en dat het geproduceerde staalwerk vervolgens een half jaar bij hem buiten heeft gelegen en dat de staalconstructie daarna is opgehaald. Voor de betaling van de constructie heeft [G] [M] verwezen naar [belanghebbende 2] , omdat [G] niet de opdrachtgever was; [G] wilde het adres en het telefoonnummer van [belanghebbende 2] niet noemen. [M] voelt zich opgelicht, hij heeft geen aangifte bij de politie gedaan en heeft het voor de staalconstructie in rekening te brengen bedrag als verliespost afgeboekt. Hij schat dat het factuurbedrag voor de staalconstructie ongeveer € 13.000 exclusief BTW zou zijn geweest.
2.10.
In het kader van het in 2.5 vermelde strafrechtelijk onderzoek is [P] , gemeenteambtenaar, op 17 augustus 2010 als getuige (G13-01) gehoord. [P] is toezichthouder bouw en controleert of de voorwaarden waaronder de bouwvergunning is afgegeven worden nageleefd. Op 15 januari 2008 heeft [P] de situatie ter plaatse beoordeeld en enkele foto’s gemaakt. Hij herinnert zich dat de staalconstructie toen volledig was geplaatst, de bestrating er toen ook lag, maar dat was volgens hem de bestaande bestrating, het dak nog niet dicht was en de lichtstraat nog niet was geplaatst. Volgens hem was de loods rondom dicht gemaakt met wandprofielen, maar zaten de deuren en kozijnen er niet in.
2.11.
De Belastingdienst/FIOD-ECD heeft geconcludeerd dat de onder 2.3 opgenomen facturen vervalst zijn. In het eindproces-verbaal van 9 september 2010, opgemaakt door de verbalisanten van de Belastingdienst/FIOD-ECD, [Q] en [R] , is ter zake van die facturen opgenomen:
“6.2. Facturen [E]
Bij aanvang van het onderzoek bestond het vermoeden dat twee facturen van [E] gericht aan [belanghebbende 1] ., vals zij opgemaakt en/of vervalst.
Het betreft de volgende facturen:
• een factuur inzake de levering van een staalconstructie voor een bedrag van € 36.862,60 exclusief omzetbelasting, met dagtekening 29-03-2006 en nummer 251 (bijlage D-002);
• een factuur inzake de levering van een staalconstructie voor een bedrag van € 18.250,00 exclusief omzetbelasting, met dagtekening 29-03-2006 en nummer 252 (bijlage D-003).
Wij verbalisanten, hebben onder meer het volgende bevonden:
• [G] heeft met verdachte [belanghebbende 2] mondeling afgesproken dat hij een overkapping voor [belanghebbende 2] en/of [belanghebbende 1] . zou bouwen voor € 55.000;
• [G] bestelt een staalconstructie bij [N] B.V. voor ongeveer € 13.000;
• [N] B.V. produceert de constructie en [G] laat de staalconstructie afleveren bij [belanghebbende 2] ;
• [G] verricht het grondwerk, plaatst enkele profielen van de geleverde staalconstructie en krijgt daarna ruzie met [belanghebbende 2] en komt vervolgens nooit meer terug.
In de administratie van [belanghebbende 1] . treffen wij, verbalisanten, de twee hiervoor genoemde facturen aan. Volgens het kasboek van [belanghebbende 1] . (bijlage D-048) zijn de factuurbedragen contant betaald door [belanghebbende 2] op respectievelijk 18-4-2006 en 30-6-2006. [G] ontkent de betalingen.
Verder komt uit het onderzoek naar voren dat:
• er twee facturen zijn opgemaakt op naam van [E] met als omschrijving “Aan u geleverd staalconstructie loods”
• beide facturen hebben als dagtekening 29-3-2006;
• de facturen hebben een opvolgend nummer hebben: 251 en 252;
• volgens het Belastingdienstsysteem BVR was [E] een onderneming van [G] en was [G] “vertrokken en onbekend waarheen” ten tijde van het boekenonderzoek;
• [E] is op 12-1-2006 uitgeschreven uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Uit het bovenstaande, in onderlinge samenhang en verband bezien, komt naar voren dat de twee facturen van [E] gericht aan [belanghebbende 1] . vermoedelijk vals of vervalst zijn, omdat:
• tweemaal op dezelfde dag een staalconstructie is geleverd;
• dat daar twee facturen opgemaakt zijn met dezelfde omschrijving en dagtekening;
• dat het totaalbedrag van de twee facturen, € 65.583,99, contant betaald is;
• contante betalingen van dergelijke bedragen zeer ongebruikelijk zijn in de bouw;
• de prijs van de staalconstructie volgens [M] € 13.000 is;
• [E] niet (meer) actief was ten tijde van de leveringen;
• [G] naast de levering van de staalconstructie geen substantiële werkzaamheden heeft verricht;
• [G] nooit invorderingsacties heeft ondernomen jegens [belanghebbende 2] en/of [belanghebbende 1] .”
2.12.
Voor het tijdvak 1 maart 2007 tot en met 31 maart 2007 heeft belanghebbende ter zake van een factuur van [S] ten bedrage van € 85.977,50 inclusief BTW, een bedrag aan voorbelasting in aanmerking genomen van € 13.727,50. Deze factuur heeft de volgende omschrijving:
“Het betreft hier een factuur voor verrichte werkzaamheden aan het bedrijfspand.
Overzicht van de werkzaamheden:
- het uitgraven en storten van de fundering
- het leveren en het plaatsen van de staalkonstruktie
- het schilderen van het gehele pand alle deuren ramen en kozijnen en wanden
- het leveren en het maken van het kompleten dak
- het leveren en het plaatsen van de lichtstraten
- het leveren en het plaatsen van de wandprofielen die allemaal brandwerend zijn
- het afvoeren van alle puin en rotzooi
- het slopen en het afvoeren van het bestaande dak met toebehoren
- het leveren en het maken van 400m2 straatwerk
- het gehele pand schoon opleveren zowel binnen als buiten”
De factuur ziet op de vervaardiging van dezelfde loods/overkapping als die [E] zou vervaardigen.