Met betrekking tot de gevorderde buitengerechtelijke kosten geldt dat deze op de voet van artikel 6:96 lid 2 BW voor vergoeding in aanmerking komen, onder meer als het gaat om redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte, behoudens ingeval krachtens artikel 241 Rv. de regels omtrent proceskosten van toepassing zijn.
[geïntimeerde] heeft € 599,76 met de wettelijke rente daarover vanaf 10 oktober 2011 (de datum van de inleidende dagvaarding) gevorderd. Hij heeft dat bedrag als volgt gespecificeerd: 2 (uur) x € 240,= x 1,05 (dossierkosten) x 1,19 (btw). De werkzaamheden betreffen volgens [geïntimeerde] onder meer een e-mail van 26 mei 2011 aan [dochter appellanten] , een telefoongesprek met [dochter appellanten] op 14 juni 2011, blijkend uit een brief van 15 juni 2011 aan [dochter appellanten] en een aangetekende brief van 20 juli 2011 aan [dochter appellanten] (prod. 7 t/m 10 inl. dagv.). [geïntimeerde] heeft verder een ‘tijdspecificatie voor [appellant] /Nationale’ over het tijdvak 26 mei 2011 tot en met 11 augustus 2011 overgelegd met een tijdsbeslag van 2,07 uur totaal (prod. 11 inl. dagv.).
Het hof acht de gemaakte kosten voor zover zij de correspondentie aan [dochter appellanten] en telefonisch contact met [dochter appellanten] betreffen geen redelijke kosten als hiervoor bedoeld, nu [dochter appellanten] niet de debiteur is. Datzelfde geldt voor het telefoongesprek met ‘man G’, waarmee kennelijk de man van [dochter appellanten] is bedoeld.
Van de overige door [geïntimeerde] in de specificatie opgevoerde telefoongesprekken is niet duidelijk waarover en met wie deze zijn gevoerd; niet duidelijk is wie ‘mam’ en ‘mr. SD’ zijn. Van de brieven ‘naar 3e’, ‘naar 3e (idem)’ en ‘naar 3e (J-W S)’ is in het geheel niet duidelijk aan wie deze zijn gezonden en wat daarvan de inhoud was. Onduidelijk is ook wie ‘Annique’ is, door wie of met wie een bespreking buiten kantoor heeft plaatsgevonden, en waarover die bespreking is gegaan. Met de enkele vermelding van deze telefoongesprekken, brieven en bespreking is tevens niet onderbouwd dat kosten zijn gemaakt die meer omvatten dan een (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier, welke kosten betrekking hebben op verrichtingen waarvoor de proceskosten een vergoeding plegen in te houden. De vordering ter zake van de buitengerechtelijke kosten wordt dan ook afgewezen.