2.3.
Het filiaal [a-straat] was alleen geopend tijdens winkelopeningstijden en sloot dagelijks om 18:00 uur. Het filiaal [b-straat] was van zondag tot en met woensdag open tot en met 23:00 uur, op donderdag en vrijdag tot en met 24:00 uur en op zaterdag tot en met 01:00 uur. De schoonmakers beschikten over een sleutel van beide filialen en kenden ook de beveiligingscodes. Na sluitingstijd van het filiaal [a-straat] arriveerden de schoonmakers in de loop van de avond bij dit filiaal om schoonmaakwerkzaamheden te verrichten. Nadat de schoonmakers klaar waren met hun werkzaamheden bij het filiaal [a-straat], vertrokken zij aansluitend naar het filiaal [b-straat]. Gewoonlijk arriveerden zij aldaar een half uur voor sluitingstijd. De schoonmakers begonnen vervolgens, na een korte koffiepauze, met de schoonmaak van de bovenlobby, die inmiddels voor de klanten van het fastfood-restaurant niet meer toegankelijk was. Op dat moment was de [K]-manager van dienst bezig met de dagafsluiting. Het overig personeel van [K], dat nog aanwezig was, maakte de vuilnisbakken leeg en bracht het vuilnis weg. Nadat de [K]-manager met het overige [K]-personeel was vertrokken, begonnen de schoonmakers met hun werkzaamheden op de parterre.
2.4.
In juni 2004 is een anonieme tip binnengekomen bij de Belastingdienst, dat de heer [A] niet aan zijn fiscale verplichtingen zou voldoen. Het onderzoek naar de belastingpositie van de heer [A] is omstreeks april 2005 door de inspecteur van de Belastingdienst/Oost-Brabant (hierna: de Inspecteur) afgerond. Vervolgens is naar aanleiding van een besluit van het tripartite overleg van 12 oktober 2005, in de loop van 2006 een strafrechtelijk onderzoek gestart naar de heer [A]. Daartoe zijn de heer [A] zelf, zijn werknemers en enkele klanten, waaronder belanghebbende, door de FIOD verhoord. Met betrekking tot de onderneming van de heer [A] heeft de FIOD volgens het overgelegde FIOD dossier onder andere de volgende tekortkomingen geconstateerd:
- de heer [A] heeft de loonbetalingen aan zijn werknemers niet in de loonadministratie verwerkt;
- de heer [A] heeft met betrekking tot geen enkele werknemer een loonbelastingverklaring opgenomen in de loonadministratie;
- er waren medewerkers bij de heer [A] in dienst die niet in de loonadministratie zijn opgenomen;
- de heer [A] heeft gedurende de jaren 2003 tot en met 2005 niet voldaan aan zijn administratieverplichtingen;
- de heer [A] heeft, met uitzondering van een nihilaangifte over het 3e kwartaal 2004, over de periode 8 oktober 2003 tot en met 31 mei 2005 geen aangiften loonheffingingediend;
- de heer [A] heeft, met uitzondering van een nihilaangifte over het 4e kwartaal 2003, over de periode 1 oktober 2003 tot en met mei 2005 geen aangiften omzetbelasting ingediend.
2.5.
Met betrekking tot het aantal personen en het aantal uren dat op een avond voor de vof werkte, respectievelijk werd gewerkt, is in het FIOD dossier het volgende opgenomen:
Verklaring van de heer [A] (blz. 000068 van het FIOD dossier)
‘(…) Verder werkten er diverse schoonmakers. Ik weet niet alle namen van deze mensen. Als u mij foto’s toont dan kan ik zeggen wie er allemaal voor me gewerkt hebben. De schoonmakers kregen contant betaald. Dit was maandelijks. Ze kregen € 35 per avond betaald. Ze moesten daarvoor ongeveer vier uur werken. Ze werkten meestal met drie personen. Het kostte me dus € 105 voor elke vestiging per dag. (…) De werknemers kregen geen vakantiegeld. Ik denk niet dat ze verzekerd waren voor sociale verzekeringen. Ook hadden de werknemers geen pensioenvoorziening. Als de werknemers ziek waren kregen ze niet betaald. (…)’
Verklaring van de heer [M] (blz. 000093 van het FIOD dossier)
‘(…) Het was mijn en [N] zijn taak om bij te houden wie wanneer en waar had gewerkt. We hielden het aantal dagen bij, niet de uren. De mensen kregen per dag betaald, niet per uur.
(…)’
Verklaring van de heer [M] (blz. 000096 van het FIOD dossier)
‘(…) We maakten daar schoon. Dit was bij de 2 [Kvestigingen] in [L], (…). We maakten de lobby en de keuken schoon. Dit gebeurde met drie personen per vestiging. Dit gebeurde iedere dag, zeven dagen per week. De aanvangstijden waren bij elke vestiging verschillend, het was afhankelijk van de sluitingstijden. Van de kleine [K] in [L] [Hof: [a-straat]] hadden we een sleutel omdat deze eerder dichtging. Deze werd later gepoetst zodat we niet terug hoefden te komen naar [L]. (…) Er werd per avond gemiddeld twaalf uur gepoetst. Dit was het totaal aantal uren. Als we met drie personen waren moesten we dus vier uur poetsen. Als we met minder mensen waren dan werd er wat langer gepoetst en werd er iets minder goed gepoetst. (…)’
Verklaring belanghebbende (blz. 000113 van het FIOD dossier)
‘(…) De werkzaamheden werden verricht op alle dagen van de week op beide filialen. Er werd gestart op de [a-straat] nadat dit filiaal om 18:00 uur gesloten was. Dit filiaal is overigens alleen geopend tijdens winkelopeningstijden. Dus alleen op koopzondagen was dit filiaal geopend. Ik verwacht, aangezien ik nooit bij de werkzaamheden aanwezig was, dat ze ongeveer anderhalf uur nodig hadden om het werk te verrichten. (…) Dezelfde mensen die poetsten op de [a-straat] kwamen een half uur voor sluitingstijd naar ons filiaal op het [b-straat] en begonnen dan met de schoonmaak van de bovenlobby. (…) Het ligt aan de drukte van de dag maar gemiddeld hadden ze met 2 à 3 personen ongeveer 2 à 3 uur nodig om dit filiaal schoon te maken. Meer werk door omstandigheden zoals kermis of ziekte van eigen personeel zat in het contract. (…)’
Verklaring van de heer [P] (blz. 118 van het FIOD dossier)
‘(…) Ik ben manager op beide filialen te weten op de [a-straat] als ook op het filiaal op het [b-straat]. (…) Er werd dagelijks meestal met 2 of 3 personen gepoetst en dit kwam neer op een totaal aantal uren van 12 per dag. (…) ’
Verklaring van de heer [Q] (blz. 00145 van het FIOD dossier)
‘(…) Ik ben toen afhankelijk van de sluitingstijden van [K] 7 dagen per week gaan werken en dit was elke dag ongeveer vier uur. Ik deed het werk met nog 2 andere collega’s. (…) Als u mij vraagt of er afspraken over het loon zijn gemaakt dan kan ik u zeggen dat ik
€ 7,00 per uur zou gaan verdienen. Ik heb 1 maand gewerkt maar heb nooit 1 euro ontvangen. (…)’
Verklaring van de heer [R] (blz. 00148 van het FIOD dossier)
‘(…) Ik weet dat we gewerkt hebben met naast mij nog 2 of 3 andere personen. (…)’
Verklaring van de heer [S] (blz. 00153 van het FIOD dossier)
‘(…) We werkten meestal met 3 personen. Soms waren we ook met 5 man daar aanwezig. Ik was eigenlijk extra want ik zat in de proefperiode. (…)’
2.8.
Over de woonplaats van de heer [A] is in het FIOD dossier het volgende opgenomen:
Proces-verbaal, par. 2.2 Vermoedelijk fraudepatroon (blz. 000007 van het FIOD dossier)
‘(…) De deurwaarder treft belastingplichtige nimmer op het enige, destijds bij de Belastingdienst bekende adres, [c-straat] 5 te [T] aan. Later zal blijken dat dit adres slechts als postadres fungeert.
(…).
[A] is thans woonachtig in [V] (Duitsland). (…)’
Proces-verbaal, par. 2.3 Persoon van de verdachten (blz. 000009 van het FIOD dossier)
‘(…) 1e Verdachte, [A], is geboren in [W], Engeland. Hij is gehuwd maar leeft gescheiden van tafel en bed van zijn vrouw en kinderen in Nederland. Hij heeft een kamer gehuurd in Duitsland in de plaats [X] maar woont naar eigen zeggen (…) op het adres [d-straat] 121 te [Y] bij zijn vriend [Z] (…). Omtrent de woonplaats van 1e verdachte, R [Hof: bedoeld is N] [A], is nogal wat onduidelijkheid. Volgens de mij [Hof: de heer [AA], ambtenaar van de Belastingdienst en buitengewoon opsporingsambtenaar] ter beschikking staande informatie uit beheer van relaties (…) heeft 1e verdachte, [A], noch 2e verdachte, [Z], noch 3e verdachte, [BB], ingeschreven gestaan op het adres [e-straat] 23 te [Y] [postcode 2] ondanks het feit dat zowel 1e verdachte, [A], als ook 2e verdachte, [Z], verklaren op dat adres gewoond te hebben. Bovendien staat dit adres ook op het visitekaartje van [B] (…). Informatie van de FIOD-ECD infodesk (…) geeft aan dat 1e verdachte, [A], zijn woonadres had vanaf 08-10-2003 tot 28-09-2005 op het [c-straat] 5 te [T], [postcode 1] en vanaf 28-09-2005 tot de dag van opvraag van deze gegevens 06-01-2006 gewoond heeft op het adres [f-straat] 140-1 te [CC], [postcode 3].
Nadere informatie van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie van het Ministerie van Justitie (…) geeft aan dat 1e verdachte, [A], in ieder geval beschreven stond voor wat betreft zijn telefoonrekening op het adres [d-straat] 121 te [Y], [postcode 4] op de registratiedatum 06-01-2006. (…)’
Proces-verbaal, par. 4.1.4 Schriftelijke bescheiden (blz. 000019 van het FIOD dossier)
‘Informatie uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Oost-Brabant geeft aan dat de eenmanszaak [B] sinds 8 oktober 2003 gevestigd is op het adres [c-straat] 5, [postcode 1] te [T] en wordt gedreven voor rekening van [A] (…) en woonachtig aan de [f-straat] 140-1, [postcode 3] te [CC]. (…)’
Verklaring van de heer [A] (blz. 000067 van het FIOD dossier)
‘Ik woon op dit moment in [V] maar ik verblijf ook veel op het adres [d-straat] te [Y].
(…)
De brieven en naheffingen [Hof: niet zijnde de onderhavige naheffingsaanslagen] kwamen binnen op het [c-straat] in [T]. [N] haalde normaalgesproken de post op op dit adres. Ik ging ook wel eens zelf de post ophalen. Ik woonde in de tijd van de eerste naheffing op de [e-straat] 23 in [Y]. De post gaat nu naar de [f-straat] 140-1 te [CC]. (…)’
Verklaring van de heer [A] (blz. 000069 van het FIOD dossier)
‘(…) Het adres [e-straat] 23 was het adres waar we met z’n drieën woonden, (…) [c-straat] werd als postadres gebruikt omdat ik mijn naam niet op de [e-straat] in kon schrijven. Dat mocht niet van de huisbaas op de [e-straat]. [N] had het adres op het [c-straat] geregeld. Hier woonde een Surinaamse man. (…)’
Verklaring van de heer [A] (blz. 000074 van het FIOD dossier)
‘(…) Nee, [N] is verdwenen in de periode januari/februari 2005. (…)’
Verklaring van de heer [A] (blz. 000077 van het FIOD dossier)
‘(…) (Wij, verbalisanten, vragen gehoorde of hij op het adres [g-strasse] 18 te [X] in Duitsland gewoond heeft, nog steeds woont of woont daar iemand die zijn belangen behartigt en eventueel de facturen maakte in het verleden en wie is deze persoon).
Ik woon daar niet meer. Ik heb daar wel gewoond. Er is verder niemand die daar woont die mijn belangen behartigt. Ik heb me daar ingeschreven omdat het een voorwaarde is om daar een bedrijf te registreren. (…)’
Verklaring van de heer [A] (blz. 000082 van het FIOD dossier)
‘(…) (Wij, verbalisanten, vragen gehoorde waarom hij staat ingeschreven op de [f-straat] 140-1 in [CC]).
Het was mijn idee om me daar in te schrijven zodat ik een adres had in Nederland voor de Belastingdienst zodat ze daar alle correspondentie naar toe konden sturen. Ik ben weggegaan op de [c-straat] omdat er deurwaarders aan de deur kwamen en op het adres in [CC] was ik niemand tot last. Ik had mensen gevraagd waar ik een adres kon huren. Dit was het enige adres dat beschikbaar was. Ik huur die etage. U zegt me dat ik net zo goed een postbus in [Y] had kunnen huren. Dan ga ik dat nu doen, want ik betaal in [CC] € 412 voor die etage in [CC]. (…)’
Verklaring van de heer [M] (blz. 000098 van het FIOD dossier)
‘(…) Het adres [c-straat] is het postadres van [B]. [A] was de enige die de post ophaalde. (…)’
Verklaring van de heer [DD] (blz. 000133 van het FIOD dossier)
‘(…) Ik weet dat [A] in die tijd [Hof: bedoeld is in de periode oktober 2003 tot november 2004] in Engeland woonde en ook regelmatig daar naar terug ging. Ik meen dat [A] in die tijd bij [N] sliep of althans bij familie in [Y]. Daarna is [A] verhuisd naar Nederland en ik meen dat hij in [Y] is gaan wonen. (…)’
Verklaring van de heer [EE] (blz. 000142 van het FIOD dossier)
‘(…) Toen ze begonnen zijn in 2003 woonden [FF] [Hof: bedoeld is de heer [A]], [M] en [N] in een flatje in [Y].
Verklaring van de heer [GG] (blz. 000160 van het FIOD dossier)
‘(…) Hij [Hof: de heer [A]] heeft mij verteld dat hij woonde op het adres [c-straat] nummer 5 te [T]. (…)’
Verklaring van de heer [HH] (blz. 000163 van het FIOD dossier)
‘(…) [A] (…) vertelde me verder dat hij een onderkomen/woning had in [X] op de [g-strasse] 18, postcode [postcode 5]. (…)’
Verklaring van de heer [JJ] (blz. 000168 van het FIOD dossier)
‘(…) Op de facturen aan [KK] komt met ingang van augustus 2004 een vestigingsadres van [B] in [V] a/d Ruhr (Duitsland) naar voren. Vóór augustus 2004 was dit vestigingsadres, althans op de factuur, nog [c-straat] 5 te [T]. De facturen van [B] aan [belanghebbende] voor de vestigingen [L] geven het vestigingsadres [c-straat] 5 te [T] aan ook na augustus 2004. (…)’
2.9.
Met betrekking tot de woonplaats van de heer [A] heeft de Ontvanger voorts het volgende op de gemeentelijke basisadministratie gebaseerd overzicht overgelegd:
Woonadres volgens gemeente
Postcode Huisnr.* Toev. Straatnaam Plaats Ing.dat. Verv.dat.
ONBEKEND/OPGENOMEN IN ADRES 06-06-2007
[postcode 1] 5 [c-straat] [T] 09-10-2006 06-06-2007
[postcode 3] 140 1 [f-straat] [CC] 28-09-2005 09-10-2006
[postcode 1] 5 [c-straat] [T] 28-02-2004 28-09-2005
[postcode 1] 5 [c-straat] [T] 08-10-2003 28-02-2004’
2.11.
Het vorenbedoelde bedrag van € 81.513 is volgens het controlerapport als volgt berekend:
‘(…) Uitgaande van de verklaringen van [A] met betrekking tot de uitbetaalde netto loonbedragen en het anoniementarief dat van toepassing is op eindheffingsloon waarover premie Ziekenfondswet verschuldigd is kan de berekening als volgt plaatsvinden:
2004:
-3 pers. x 30 dgn. x € 35 netto x 10 mnd = € 31.500,00 netto loon x eindheffing ad 129,7% = verschuldigde loonheffing ad € 40.855,00;
-1 pers. x 30 dgn. x € 25 netto x 10 mnd = € 7.500,00 netto loon x eindheffing ad 129,7% = verschuldigde loonheffing ad € 9.727.
2005:
-3 pers. x 30 dgn. x € 35 netto x 3 mnd = € 9.450,00 netto loon x eindheffing ad 130,4% = verschuldigde loonheffing ad € 12.322,00;
-1 pers. x 30 dgn. x € 25 netto x 3 mnd = € 2.250,00 netto loon x eindheffing ad 130,4% = verschuldigde loonheffing ad € 2.934.
Het door de Staat der Nederlanden geleden nadeel voor de omzetbelasting bedraagt als volgt:
-facturen over 2004 uitgereikt aan [K] [L] € 14.250,00;
-facturen over 2005 uitgereikt aan [K] [L] € 1.525,00.
(…)’