[geïntimeerde] vordert in conventie betaling van dit bedrag van € 13.044,30 te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente.
In reconventie heeft [appellant] gevorderd:
I. primair:
een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] c.s. althans [advocaat] onrechtmatig hebben gehandeld, althans toerekenbaar tekort zijn geschoten bij de uitvoering van de door [appellant] verstrekte opdracht en aldus schadeplichtig zijn met ontbinding van de overeenkomst van opdracht;
subsidiair:
een verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen partijen is gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de werkzaamheden van [advocaat] eerst dienen te worden voldaan als in het geschil met [buurman van appellant] de gemaakte kosten en schade op [buurman van appellant] verhaald zouden zijn inclusief het honorarium van [advocaat] ;
meer subsidiair:
de overeenkomst tussen partijen te vernietigen c.q. de vernietigbaarheid uit te spreken.
II. veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling aan [appellant] van een bedrag ad € 8.094,50, vermeerderd met rente;
III. veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling aan [appellant] van de door [appellant] geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat, vermeerderd met rente;
IV. veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.
De rechtbank heeft de vordering in conventie tot betaling van een bedrag van € 13.044,30 toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf een nader bepaalde datum, en de buitengerechtelijke kosten afgewezen. De vorderingen in reconventie zijn afgewezen. [appellant] is in de proceskosten veroordeeld.