Het geneeskundig rapport bevat een uitgebreide anamnese en een verslag van het verrichte lichamelijk onderzoek. In de anamnese worden de door [appellant] ervaren huidige klachten en beperkingen vermeld, wordt onder ‘Vroegere ziektes, operaties en ongevallen’ gemeld dat er voor het ongeval geen sprake was van opnames of ongevallen en onder ‘Hobby’s, sport en vrije tijd’ staat dat [appellant] graag aan auto’s knutselde, maar daarmee is gestopt na het ongeval. Tevens is vermeld dat hij als hobby thaiboksen had, dat op hoog niveau deed, maar daarmee is gestopt na het ongeval.
Dit deel van het rapport wordt afgesloten met een samenvatting. Daarin staat, voor zover relevant:
“Hij is (hof: kort na ongeval) naar de huisarts geweest. De huisarts heeft pijnstillers gegeven en er is ook röntgendiagnostiek verricht. Toen dat niets opleverde werd fysiotherapie en pijnstilling gestart. Van fysiotherapie kreeg hij alleen meer klachten. Daarmee liep de pijn in de nek op tot VAS-score 9 à 10. (…) Omdat de klachten aanhielden, volgde een verwijzing naar de neuroloog (…). Deze heeft een MRI laten maken van de nek die geen bijzonderheden liet zien. Er volgde verwijzing naar een revalidatiearts die hem met spoed moest zien omdat in deze periode krachtverlies in de linker lichaamshelft ontstond. Daarna heeft hij 6 maanden een revalidatietraject gevolgd waarin de verlamming is verdwenen, de nekklachten bleven.
Voor de opname in het revalidatiecentrum is hij psychiatrisch gedecompenseerd als gevolg van het feit dat hij door de pijnklachten niet sliep. Tijdens deze opname is neuropsychologisch onderzoek verricht en een scan van het hoofd gemaakt waarop geen afwijkingen zichtbaar waren.
Na het revalidatietraject hebben nog een aantal psychiatrische opnames plaats gevonden. Uiteindelijk kon zijn psychiatrische begeleiding worden afgebouwd en ook de psychiatrische medicatie worden gestaakt in 2007.
Wanneer hij meer nekklachten had, kon hij ook hoofdpijnklachten krijgen. Drukte had hierop een negatief effect. Met Ibuprofen lukte het uiteindelijk toch de pijnklachten te doen afnemen. Ook warmte heeft een positief effect.
In de loop van de tijd daalde de VAS-score naar variërend tussen 2 en 5, veelal 3-4. Bij drukte en spanningen neemt de pijn toe en ontstaat ook hoofdpijn. Dan gebruikt hij medicatie, waarmee de pijnklachten dan weer snel terug gaan naar het normale niveau. Wanneer de pijn erger is, moet hij opletten dat hij zijn geduld niet kwijt raakt en boos wordt. (…)
Bij oriënterend neuropsychologisch onderzoek geen bijzonderheden. Hij is goed georiënteerd in tijd, plaats en persoon.
Neurologisch onderzoek in engere zin levert geen afwijkingen op. Er is sprake van tendomyogene afwijkingen in de halsregio met daarmee samenhangende bewegingsbeperkingen en er is sprake van een lichte houdingsanomalie die corrigeerbaar is.”