Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHSHE:2016:429

Gerechtshof 's-Hertogenbosch
16-02-2016
16-02-2016
20-002931-15
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2015:5442, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Strafrecht
Hoger beroep

Veroordeling ter zake van het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs (heroïne, cocaïne, metamfetamine en amfetamine), het produceren van heroïne, amfetamine en metamfetamine en het plegen van voorbereidingshandelingen daartoe. Het hof acht het in vereniging plegen van de feiten niet bewezen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Parketnummer : 20-002931-15

Uitspraak : 16 februari 2016

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 17 september 2015 in de strafzaak met parketnummer 01-865139-14 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] [in het jaar] 1970,

thans verblijvende in PI Vught - Nieuw Vosseveld 1 VBA te Vught.

Hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, bewezen zal verklaren hetgeen aan verdachte onder 1, 2 en 3 is ten laste gelegd en verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van voorarrest. Met betrekking tot het beslag heeft de advocaat-generaal gevorderd dat daarvan de teruggave aan verdachte zal worden gelast.

De verdediging heeft integrale vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde bepleit, zich gerefereerd aan het oordeel van het hof met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde feit en een strafmaatverweer gevoerd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg van 24 april 2015 – ten laste gelegd dat:

1.
hij op of omstreeks 31 oktober 2014 te Veghel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad

 ongeveer 4080 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of

 ongeveer 1040 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of

 ongeveer 4270 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine en/of

 ongeveer 2160 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,

zijnde heroïne en/of cocaïne en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 oktober 2014 te Veghel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)len bevattende heroïne en/of amfetamine en/of metamfetamine, zijnde heroïne en/of amfetamine en/of metamfetamine (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet en/of krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.
hij op of omstreeks 31 oktober 2014 te Veghel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (een) hoeveelheid/ hoeveelheden van (een) materia(a)l(en) bevattende heroïne en/of MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine, in elk geval (telkens) een stof vermeld op lijst I van de Opiumwet, zijnde (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,

 een (hydraulische) pers en/of één of meer persmallen en/of

 een of meer verwarmingsmantels en/of rondbodemkolven en/of (bol)koelers, althans een hoeveelheid laboratoriumglaswerk en/of trechters en/of maatbekers en/of temperatuurmeters en/of

 een volgelaatsmasker en/of een stofmasker en/of

 een vacuümsealmachine en/of een vacuümbeker en/of een vacuümpomp en/of vacuümzakken en/of een Buchner trechter en/of

 één of meer hoeveelheden magnesium stearaat en/of taurine en/of paracetamol en/of coffeïne en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of 4-methoxy-BMK en/of BMK en/of methanol, althans stoffen betrekking hebbend op en/of verband houdend met de productie en/of bewerking en/of verwerking van heroïne en/of MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine, in elk geval een of meer middel(en) voorkomend op lijst I van de Opiumwet,

voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkwamen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

1.
hij op 31 oktober 2014 te Veghel opzettelijk aanwezig heeft gehad

 ongeveer 4080 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en

 ongeveer 1040 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en

 ongeveer 4270 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine en

 ongeveer 2160 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,

zijnde heroïne en cocaïne en metamfetamine en amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

2.
hij in de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 oktober 2014 te Veghel (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende heroïne en amfetamine en metamfetamine, zijnde heroïne en amfetamine en metamfetamine middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;

3.
hij op 31 oktober 2014 te Veghel, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (een) hoeveelheid/ hoeveelheden van (een) materia(a)l(en) bevattende heroïne en/of MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,

 een (hydraulische) pers en persmallen en

 verwarmingsmantels en rondbodemkolven en (bol)koelers en trechters en maatbekers en temperatuurmeters en

 een volgelaatsmasker en een stofmasker en

 een vacuümsealmachine en een vacuümbeker en een vacuümpomp en vacuümzakken en een Buchner trechter en

 hoeveelheden magnesium stearaat en taurine en coffeïne en zoutzuur en zwavelzuur en aceton en 4-methoxy-BMK en BMK en methanol,

voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten.

Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Het hof grondt dat oordeel op onderstaande bewijsmiddelen en (bewijs)overwegingen, in onderling verband en samenhang bezien.

Bewijsmiddelen

Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.

Het hof acht de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen gelet op:1

1. Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina’s 27-29, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring en bevindingen van [verbalisant 1] :

Op 31 oktober 2014 omstreeks 11.25 uur hoorde ik van het meldcentrum dat er een autobrand was op de Plevierdonk te Veghel. Ter plaatse zag ik dat er over het gehele wegdek brokstukken van het voertuig en andere spullen verspreid lagen. Ik hoorde dat er een slachtoffer was met brandwonden. Ik hoorde van een vrouw genaamd [echtgenote van verdachte] dat haar man [verdachte] in het voertuig had gezeten. Ik hoorde dat zij zei dat haar man [verdachte] heet en woonachtig is op het adres [adres A] .

2. Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina 45, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring en bevindingen van [verbalisant 1] :

Op 31 oktober 2014 omstreeks 11.25 uur sprak ik met de vrouw van het slachtoffer, [echtgenote van verdachte] . Zij zei dat haar man [verdachte] vertrokken was vanaf hun huis aan de [adres A] . Ik hoorde dat zij zei dat hij onderweg was naar de woning van zijn overleden moeder. Ik hoorde dat zij zei dat haar man regelmatig de woning (het hof begrijpt: van zijn overleden moeder) bezocht.

3. Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina 47, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring en bevindingen van [verbalisant 2] :

Op 31 oktober 2014 omstreeks 13.00 uur bevond ik mij op de openbare weg Langedonk te Veghel. Aldaar was een personenauto geëxplodeerd en volledig uitgebrand. Op de rijbaan nabij het uitgebrande voertuig zag ik een plastic zakje/tasje liggen. Ik zag dat er in en rondom het plastic tasje een wit/crème kleurige substantie zat. Ik zag dat deze substantie bestond uit grotere en kleinere brokjes. Ik heb 1 klein brokje van deze substantie veiliggesteld.

Op het bureau van politie te Uden heb ik dit brokje getest middels een “Narcotics Analysis Reagent test”. Deze test wordt gebruikt om indicatief te testen op heroïne, amfetamine en XTC (MDMA). De test gaf een positieve uitslag: amfetamine.

4. Het proces-verbaal Sporenonderzoek plaats delict Langedonk, Veghel (TGO Eris), doorgenummerde dossierpagina’s 53-66, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaringen en bevindingen van de [verbalisanten 3 t/m 13] :

(pagina 53)

Op 31 oktober 2014 werd door ons als forensische onderzoekers een onderzoek naar sporen verricht in verband met een explosie in/aan een personenauto op de openbare weg de Langedonk te Veghel.

(pagina 55)

Op 31 oktober 2014 werden twee zakken met vermoedelijk amfetamine veiliggesteld. De inhoud van beide zakken is volgens bekomen informatie getest. Volgens de bekomen informatie zou de test positief hebben gereageerd op de aanwezigheid van amfetamine. Deze zakken lagen op een afstand van circa 25 meter van het voertuig.

5. Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina’s 108-109, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring en bevindingen van [verbalisant 14] :

Op 31 oktober 2014 vond er tussen 11.10 en 11.25 uur op de Langedonk te Veghel een aanslag plaats op het leven van [verdachte] . [verdachte] was op dat moment de enige inzittende van een [auto] voorzien van het kenteken [kenteken] .

In de directe nabijheid van de plaats van de ontploffing werd een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen. Een geringe hoeveelheid hiervan werd onderzocht en testte positief op amfetamine.

Op basis van politie informatie is bekend geworden dat [verdachte] voornoemd gebruik maakt van de woning van zijn overleden ouders, gelegen aan [adres B] . Op 31 oktober 2014 is onder leiding van de rechter-commissaris een doorzoeking verricht in deze woning. Tijdens deze doorzoeking werden grote hoeveelheden harddrugs aangetroffen.

6. Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina’s 110-114, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring en bevindingen van [verbalisant 15] :

Ik heb op 31 oktober 2014 omstreeks 23:30 uur een onderzoek ingesteld in een woning op het perceel [adres B] . Dit naar aanleiding van het aantreffen van diverse chemicaliën en diverse goederen en het vermoedden van overtreding van de Opiumwet.

Ik zag in de garage een manshoge hydraulische pers staan met hier omheen diverse goederen die passen bij het persen van verdovende middelen. Ik zag verder in de garage een aantal jerrycans staan met vermoedelijk een sterk zuur. Ik zag naast de jerrycans een aantal dozen staan met divers laboratoriumglaswerk en twee identieke dozen waarvan ik in de bovenste een gebruikte verwarmingsmantel zag die gelet op de sterke typerende geur eerder gebruikt is voor het vervaardigen van amfetamine.

Vervolgens betrad ik de woning en zag ik in de hal twee emmers staan met hierop gebruikte handschoenen. Ik zag in de keuken op het aanrecht twee zakken met lichtbruin op heroïne gelijkend poeder en diverse stukken aluminiumfolie met vermoedelijk gebruikers hoeveelheden heroïne. Ik zag dat direct naast twee stukken deels verhitte aluminiumfolie een gasaansteker staan. Kennelijk zijn deze gebruikt bij het roken (chinezen) van heroïne door met behulp van de aansteker heroïne op de aluminiumfolie te verhitten. Ik zag verder in de keuken een kunststof bak staan waarin half onder een plastic zak een emmer stond met soortgelijk poeder als op het aanrecht.

Ik zag op de eerste verdieping dat de slaapkamer aan de achterzijde geheel ingericht was voor het vacuüm verpakken van diverse verdovende middelen. Ik zag in een open bak diverse vacuümverpakte kiloverpakkingen met wit sterk naar amfetamine ruikend poeder. Ik zag in een open AH tas diverse vacuümverpakte verpakkingen met circa 1 kilo crèmekleurig poeder.

Ik zag op de zolderkamer een wit geperst blok liggen met een indruk van vermoedelijk een vogel. Ik herken dit als een geperst blok cocaïne. Ik heb met behulp van een analyseapparaat vastgesteld dat het ging om cocaïne.

Vervolgens heb ik de berging in de tuin achter de woning betreden. Ik zag dat hierin een witte diepvrieskist stond waarvoor op de vloer diverse jerrycans stonden. Ik zag dat de vrieskist in werking was en dat hierin circa 15 jerrycans met gekleurde vloeistof stonden en dat er twee maatbekers stonden met een sterk naar amfetamine ruikende vloeistof.

Op 1 november omstreeks 09:30 uur heb ik samen met twee collega's van de FTO van de eenheid Oost-Brabant het pand betreden en heb ik hen de voornoemde zaken die ik bij de verkenning gezien had getoond. Vervolgens ben ik omstreeks 10:00 uur begonnen met een nader onderzoek van alle aan de vervaardiging van verdovende middelen te relateren goederen in de woning. Ik heb hierbij voor het beschrijven van de ruimten en goederen mede gebruik gemaakt van de volgende letters: G = Garage, H = Hal, W = Woonkamer, K = Keuken, Z = Zolder, S2 = Slaapkamer 2 (1e verdieping achter) en B = Berging. Hierbij zijn de goederen in de voornoemde ruimten nader onderzocht, geïnventariseerd, gefotografeerd en deels bemonsterd. Het ging hierbij onder andere om de volgende goederen:

GARAGE:

  • -

    G.1: een elektrische verwarmingsmantel te gebruiken voor rondbodemkolven, geur amfetamine;

  • -

    G.2: een elektrische verwarmingsmantel te gebruiken voor rondbodemkolven, geur amfetamine;

  • -

    G.3: een rondbodemkolf van 10 liter trechter en maatbeker verpakt in verhuisdoos van de Karwei, geur amfetamine;

  • -

    G.4: twee rondbodemkolven 5 liter en diverse laboratoriumklemmen verpakt in verhuisdoos van de Karwei;

  • -

    G.5: vier zwarte jerrycans 25 liter met zoutzuur, etiket ‘bijtende stof’, nog ongeopend, inhoud sterk zure dampende vloeistof, monster G.5a AADK3414NL;

  • -

    G.6: legermasker en laboratoriumvet;

  • -

    G.7: diverse slangen, temperatuurmeters en gaskoppelingen verpakt in een verhuisdoos van de Karwei;

  • -

    G.8: glazen koeler en divers gebruikt laboratorium glaswerk verpakt in een verhuisdoos van de Karwei;

  • -

    G.9: vacuüm aluminiumzak met gebruikte latex handschoenen, een stofmasker en diverse verpakkingsmaterialen;

  • -

    G.10: een onderdeel van een vacuümsealmachine;

  • -

    G.11: vier glazen bolkoelers;

  • -

    G.12: een volgelaatsmasker met filterbus, blauw van kleur;

  • -

    G.13: tien stalen persmallen, monster G.13a AADK3415NL;

  • -

    G.14: een RVS persmal, monster G.14a AADK3416NL;

  • -

    G.15: 6 complete RVS persmallen,

  • -

    G.16: een hydraulische pers merk Rodac;

HAL:

  • -

    H.1: een zwarte emmer met fijn wit poeder, opschrift “stearaat”, FD = Magnesium Stearaat;

  • -

    H.1b: een zwarte emmer met 2 zakken gekleurd poeder, opschrift “kleurtje”;

  • -

    H.2: een zak 25 kilo wit poeder in doos, opschrift “Taurine”, FD = Taurine, monster H.2a AADK3417NL;

WOONKAMER:

  • -

    W.1: een zwarte emmer met 1.26 kilo lichtbruin kleurig poeder, emmer van de Gamma, FD = paracetamol/cafeïne;

  • -

    W.2: aluminiumfolie met gebruikershoeveelheid wit poeder, opgevouwen aluminiumfolie, monster W.2a AADK3418N;

  • -

    W.3: crèmekleurig poeder, 0.94 kg, monster W.3a AADK3419NL;

  • -

    W.4: een zwarte emmer en groene bak met 100 g crèmekleurig poeder, zwarte emmer van de Gamma, positief getest op heroïne, W.4a AADK3420NL

  • -

    W.5: twee zwarte emmers met crèmekleurige poederrestanten en diverse verpakkingsmaterialen, emmers van de Gamma;

  • -

    W.6: een aankoopbon Mapeco Turnhout B.V., aankoop van benodigdheden voor het maken van drugs;

KEUKEN:

  • -

    K.1:een doos met rondfilters;

  • -

    K.2: een zakje met bruin poeder 280 g, positief getest op heroïne, monster K.2a AADK3421NL, bevat heroïne (NFI);

  • -

    K.3: een zakje met bruin poeder 200 g, positief getest op heroïne, monster K.3a AADK3422NL;

  • -

    K.4: twee aluminiumfolies met gebruikershoeveelheid (vermoedelijk heroïne), monster K.4a AADK3423NL;

  • -

    K.5: twee aluminiumfolies met vermoedelijk verwarmde/gebruikte heroïne;

  • -

    K.6: twee sealzakjes met lichtbruin kleurig poeder en 3 wikkels met lichtbruin kleurig poeder, sealzakjes in latex handschoen, grote zakje in zijn geheel als monster, monster K.6a AADK3424NL

  • -

    K.7: een wikkel en een boterhamzakje met donkerkleurig poeder;

ZOLDER:

  • -

    Z.1: vier aluminium wegwerp serveerschalen met lepel met vermoedelijk amfetamine resten, geur amfetamine, monster Z.1a AADK3426NL;

  • -

    Z.2: een blok geperst wit poeder van 1040 g, met vogel of engel reliëf gedrukt, monster Z.2a AADK3427NL bevat cocaïne (NFI)

  • -

    Z.3: een pakket met tape van 1 kg, monster Z.3a AADK3452NL;

  • -

    Z.4: een pakket met tape van 1 kg, monster Z.4a AADK3453NL;

  • -

    Z.5: een pakket met tape van 500 g, monster Z.5a AADK3454NL;

  • -

    Z.6: een pakket met tape van 1 kg, monster Z.6a AADK3455NL;

  • -

    Z.7: een drinkflesje met doorzichtige vloeistof (vermoedelijk water), DNA sporen;

SLAAPKAMER 2:

  • -

    S2.1: een drinkflesje met vloeistof (vermoedelijk PMK), fluorescerende groen kleur,

  • -

    monster S2.1a AADK3428NL;

  • -

    S2.2: een roze hartvormige pil, opdruk “love”, monster S2.2 AADK3429NL;

  • -

    S2.3: vier RVS platen voor persmal

  • -

    S2.4: een RVS persmal;

  • -

    S2.5: een vacuümsealmachine, merk Busch;

  • -

    S2.6: honderden vacuüm zakken in verschillende maten, gesorteerd in bureauladen;

  • -

    S2.7: autokluis met daarin onder andere GHB verpakkingen, pillen en poeder;

  • -

    S2.8: vier vacuüm zakken (dubbel verpakt) 3 x van 1040 g (a) (monster S2.8a AADK3430NL), 1 x van 1120 g (b) (monster S2.8b AADK3431NL) (beval coffeïne en paracetamol (NFI);

  • -

    S2.9: tientallen rollen tape en verpakkingsmateriaal, gesorteerd in een kast;

  • -

    S2.10: een stalen persframe voor een hydraulische vijzel;

  • -

    S2.11: twee witte emmers met trechter en Buchner filter, geur amfetamine;

  • -

    S2.12: een zak in emmer 620 g wit poeder, opdruk “frietsaus”, monster S2.12a AADK3432NL; vacuüm met 260 g geseald poeder, monster S2.12b AADK3433NL; circa 100 g geelkleurige poeder op bodem emmer, monster S2.12c AADK3434NL;

  • -

    S.2.15: twee metalen scheplepels;

  • -

    S.2.16: plastic bak met:

a. vacuümzak met 1250 g verpakte geelkleurige poederbrokken, monster S2.16a AADK3435NL;

b. vacuümzak met 1000 g verpakte witte poederbrokken, monster S2.16b AADK3436NL bevat metamfetamine (NFI);

c. vacuümzak met 1020 g verpakte roze kleurige poederbrokken, monster S2.16c AADK3437NL;

d. vacuümzak met 1000 g verpakte crème/roze kleurige poederbrokken, monster S2.16d AADK3438NL;

e. zak met 100 g geelkleurig poeder en brokken;

f. zak met 160 g poeder, geur apaan;

BERGING:

  • -

    B.1: een maatbeker 5 L met rode trechter;

  • -

    B.2: twee jerrycans 5 liter met restanten, vermoedelijk amfetamineolie

  • -

    B.3: een jerrycan 25 L met aceton resten en bruine kristallen, opschrift “AC”, FD = aceton, monster B.3a AADK3439NL;

  • -

    B.4: een jerrycan 25 L met circa 20 liter heldere vloeistof, geur MMA, monster B.4a AADK3440NL;

  • -

    B.5: een vacuümbeker met 10 L restanten bruine vloeistof;

  • -

    B.6: een jerrycan 5 L met circa 1 liter zoutzuur;

  • -

    B.7: een jerrycan 5 L geheel gevuld met zwavelzuur 37%;

  • -

    B.8: een elektrische vacuümpomp met vacuümslang passend op B5, merk “Speroni”;

  • -

    B.9: een Buchner trechter 24 cm doorsnede;

  • -

    B.10: een 3 L jerrycan met 1 L heldere vloeistof, monster B1010a AADK3441NL;

  • -

    B.11: een 5 L jerrycan met restanten vermoedelijk amfetamineolie;

  • -

    B.12: een 25 L zwarte jerrycan met ca 5 L sterk dampende sterk zure vloeistof;

  • -

    B.13: een 20 L blauwe jerrycan met lijvige vloeistof, zwavelzuur;

  • -

    B.14: een 5 L witte jerrycan met geelkleurige vloeistof, opschrift “vuile aceton cristale”, monster B.14a AADK3442NL;

  • -

    B.15: een 5 L jerrycan met geelkleurige vloeistof geur Aceton;

  • -

    B.16: een 5 L witte jerrycan met geelkleurige vloeistof geur aceton;

  • -

    B.17: een grote witte vrieskist met inhoud;

 B.17.A: A1 een zwarte tas met daarin een zak van 1,34 kg geelkleurige brokken,

monster B.17a1 AADK3443NL en A2 een zak met 460 g wit-geelkleurig poeder, monster B.17a2 AADK3444NL;

 B.17.B: een 5 L maatbeker inhoudende ca 0,6 L oranje vloeistof met bezinksel,

monster B.17b1 AADK3445NL; een 5 L jerrycan kristallen op de bodem met sterke geur amfetamine;

 B.17.C: een 5 L maatbeker inhoudende ca 0,6 L gele vloeistof geur amfetamine,

monster B17.C AADK3446NL;

 B.17.D: een 2 L cola fles inhoudende ca 1,0 L gelige vloeistof geur amfetamine,

monster B17.D AADK3447NL;

 B.17.E: een 2 L cola fles inhoudende ca 0,5 L gelige vloeistof geur amfetamine,

monster B17.E AADK3448NL;

 B.17F: een 5 L jerrycan inhoudende circa 1 liter heldere vloeistof (FD = Methanol), monster B17.F AADK3449NL;

 B.17.G: een 5 L jerrycan geheel gevuld met gele heldere vloeistof, geur BMK,

monster B17.G AADK3450NL;

 B.17.H: negen 5 L jerrycans geheel gevuld met gekleurde aceton oplossing,

monster B17.H AADK3451NL;

 B.17.I: twee 5 L jerrycans geheel gevuld met heldere sterk basische vloeistof geur MonoMethylAmine, opschrift “MMA”.

Monstername:

De monsters zijn genomen met gebruikmaking van schoon en/of gereinigd monstername materiaal en later ter analyse overgebracht naar de afdeling verdovende middelen van het NFI te Rijswijk.

Interpretatie LFO:

De garage was in gebruik voor het persen van verdovende middelen en de opslag van: chemicaliën, laboratoriumglaswerk en apparatuur bestemt voor en/of gebruikt bij de vervaardiging van verdovende middelen.

De begane grond van de woning en vooral de keuken was in gebruik voor het versnijden van heroïne met een versnijdingsmiddel. Verder vond er op de begane grond in de hal, woonkamer en keuken ook opslag van versnijdingsmiddelen, kleurstoffen en papieren rondfilters  24cm plaats.

De slaapkamer 'S2' aan de achterzijde op de eerste verdieping was ingericht voor het (vacuüm) verpakken en opslaan van diverse verdovende middelen, versnijdings-middelen en precursoren.

De zolder was in gebruik voor het opslaan van diverse verdovende middelen en het drogen van amfetamine bevattend materiaal op aluminiumschalen.

De berging was in gebruik voor het kristalliseren van MDMA en Amfetamine en de opslag van diverse hiervoor bestemde en/of gebruikte chemicaliën en hardware (vacuümpomp, Buchner trechter,  24cm, vacuümbeker) en benodigdheden zoals diverse kunststof maatbekers en trechters. Verder was er in de vriezer ook opslag van amfetaminepasta en amfetamineolie.

Gelet op de 12 geheel met gekleurde aceton gevulde vijf liter jerrycans (B14, B15, B16 en B17H) met in totaal circa 60 liter kristallisatieafval van MDMA is er minimaal circa 12 kilo MDMA ter plaatse gekristalliseerd. Het aantreffen van een 25 liter jerrycan (B3) met resten aceton en positief op MDMA geteste kristallen onderschrijft deze berekening.

Gelet op het in de vriezer aantreffen van colaflessen (B17.D en B17.E) met amfetamineolie en 5 liter kunststofbeker (B17B) met bruine sterk naar amfetamine ruikende vloeistof met wit bezinksel en 5 liter jerrycan (B17F) met methanol en het in de berging aantreffen van 5 liter jerrycan (B7) met zwavelzuur is er ter plaatse ook amfetamine gekristalliseerd. Het in de vriezer aantreffen van twee vacuümzakken (B17.A.1 en B17.A.2) met circa 1,7 kilo amfetamine onderschrijft deze constatering.

7. Het proces-verbaal verhoor getuige, doorgenummerde dossierpagina’s 147-150, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 1] , wonende te [adres 3] :

A: Ik kan zeggen dat [verdachte] een keer in de week op het adres [adres B] komt. In mei of juni 2014 heb ik hem dat grote rooie ding naar binnen zien sjouwen. Als [verdachte] kwam, dan kwam hij met een doos of zak.

V: Wie kwam er nog meer bij de woning [adres B] ?

A: Bij mijn weten kwam alleen [verdachte] daar ongeveer een keer per week, verder bij mijn weten niemand. Ik heb gehoord dat [verdachte] twee broers heeft. Die broers heb ik daar nooit gezien.

V: Wat heb je bij de inval van de politie op 31 oktober 2014 gezien?

A: Ik heb de handelingen van de brandweer en de politie gezien. Ik heb gezien dat de brandweer dat zware rooie ding naar buiten getild heeft.

V: Wat bedoel je met dat zware rooie ding?

A: Een langwerpig geval, twee meter hoog en 1.20 meter breed. Dit apparaat was hetzelfde apparaat dat in mei of juni 2014 door [verdachte] naar binnen is getild met vijf anderen. Het apparaat kwam uit een donkerkleurige bus. De bus werd net geparkeerd toen ik dat zag. Het apparaat is in de garage van de woning [adres B] geplaatst door al die mannen.

8. Het proces-verbaal van verhoor getuige, doorgenummerde dossierpagina’s 151-154, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 2] , wonende te [adres 4] :

A: Mijn vrouw heeft [verdachte] de laatste tijd vaker gezien.

V: Heb je wel eens vreemde dingen gezien op [adres B] ?

A: [verdachte] kwam daar wel eens met vreemde types.

V: Wanneer heb je die daar voor het laatst gezien?

A: Vóór augustus. Ik bedoel daar [verdachte] mee. Die niet-pluize mensen is langer geleden.

V: Kwamen die daar dan regelmatig?

A: Nee. Eén keer gezien.

9. Het proces-verbaal buurtbewoners [adres B] , doorgenummerde dossierpagina’s 156-157, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [verbalisanten 16 en 17] :

Op 25 november 2014 troffen wij [getuige 3] , wonende op [adres 5] , in het kader van het buurtonderzoek. Ze vertelde ons:

  • -

    dat ze [verdachte] kent van zien.

  • -

    dat [verdachte] regelmatig bij de woning op [adres B] kwam.

  • -

    dat [verdachte] een paar maanden geleden met een andere man in een busje arriveerde aan de achterzijde van de woning.

  • -

    dat de bus werd geparkeerd met de achterzijde richting de poort.

  • -

    dat ze de broers van [verdachte] nooit in de buurt van de woning heeft gezien.

10. Het proces-verbaal van verhoor getuige, doorgenummerde dossierpagina’s 158-160, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 4] , wonende te [adres 6] :

V: Wat kun je ons vertellen over [adres B] ?

A: Ik weet dat het huis van zijn moeder en stiefvader is geweest. En dat hij mij zijn broers na het voerlijden eigenaar is geworden van de woning. Ik spreek hem regelmatig.

V: Je hebt het over hem. Maar wie bedoel je daarmee?

A: [verdachte] . [verdachte] zie ik daar regelmatig en ik weet dat hij twee broers heeft, maar die heb ik daar nooit gezien.

V: is er iets wat je in het verleden hebt gezien bij [verdachte] ?

A: Ik ben vaak langs zijn garage voorlangs gelopen toen deze open was. Dat is de deur naast de voordeur. Ik heb toen wel eens kannen c.q. emmers gezien. Ik dacht iets van witte kannen. Ik zag dat maar een keer, ongeveer één jaar geleden. [verdachte] was daar regelmatig. Als ik hem daar zag dan was [verdachte] in de garage. Ik hoorde ook klus geluiden. Als ik hem daar zag dan was dat zo’n 3 à 4 keer per week en altijd overdag.

11. Het proces-verbaal binnentreden woning, doorgenummerde dossierpagina’s 216-217, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van [verbalisant 18] :

Op 31 oktober 2014 omstreeks 22.10 uur trad ik binnen in de woning [adres A] , bewoond door [echtgenote van verdachte] en [verdachte] . De woning werd betreden ter doorzoeking ter inbeslagneming.

In de woning werd ander andere inbeslaggenomen:

  • -

    diverse verdovende middelen;

  • -

    agenda;

  • -

    aantekeningen;

  • -

    verzameldoos Riverdale.

12. De kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv), doorgenummerde dossierpagina’s 233-235, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als bevindingen van [verbalisant 18] en [verbalisant 19] :

Inbeslagneming

Plaats: [adres A]

Datum: 31 oktober 2014

Goednummer: PL2100-2014155598-689466

Object: verdovende middelen (cocaïne)

Bijzonderheden: bovenste lade vriezer brok wit poeder (het hof begrijpt, gelet op dossierpagina 238, dat dit moet zijn: een hoeveelheid witte poederachtige substantie verpakt in een plastic omhulsel)

Goednummer: PL2100-2014155598-689494

Object: verdovende middelen

Inhoud: zak met witachtige substantie aangegeven door de hond in de schuur

Bijzonderheden: schuur in een kastje rechts achterin

Goednummer: PL2100-2014155598-689499

Categorie omschrijving: chemische producten

Object: zuur

Inhoud: jerrycan met vloeistof aangetroffen in de tuin

13. Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina’s 239-240, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als bevindingen en verklaring van [verbalisant 9] :

Op 31 oktober 2014 heeft op de Langendonk te Veghel een explosie plaatsgevonden waardoor een personenauto in brand is gevlogen. De bestuurder van deze auto is door personeel van de ambulancedienst overgebracht naar een ziekenhuis. De kleding van de bestuurder was overgedragen aan personeel van de politie.

Op 26 februari 2015 heb ik op verzoek van het onderzoeksteam de veiliggestelde kleding nader onderzocht. In de linker broekzak aan de voorzijde van de broek zag ik een dichtgevouwen wit cachet. Ik herkende zulk een cachet als verpakkingsmateriaal van gebruikershoeveelheden verdovende middelen, veelal cocaïne of heroïne. Ik zag dat het cachet leeg was. Wel zag ik aan de binnenzijde van het cachet een residu van een witte substantie. Een gedeelte van de binnenzijde van het cachet heb ik bemonsterd met een wattenstaafje. Deze bemonstering heb ik getest met de cocaïne-test van MMC International B.V. Aan de kleuromslag van deze test zag ik dat de test positief reageerde op de eventuele aanwezigheid van cocaïne. Het cachet is inbeslaggenomen en gewaarmerkt als AAHJ1723NL.

14. Het proces-verbaal van bevindingen soortgelijke verpakking, doorgenummerde dossierpagina’s 244-245, met fotobijlage op pagina’s 246-247, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als bevindingen en verklaring van [verbalisant 20] :

Op 31 oktober 2014 vond er tussen 11.10 uur en 11.25 uur op de Langedonk te Veghel een poging moord/doodslag plaats op de inzittende van de [auto] , [kenteken] . Dit voertuig werd bestuurd door [verdachte] .

In de directe nabijheid van de plaats van ontploffing werd een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen. Een geringe hoeveelheid hiervan werd onderzocht en positief getest op amfetamine.

Daar bij de auto van het slachtoffer een hoeveelheid drugs (amfetamine) werd aangetroffen, hij antecedenten op het gebied van verdovende middelen had en, volgens zijn echtgenote, onderweg was naar de woning [adres B] werd op 31-10-2014 een doorzoeking ter inbeslagneming gedaan in de woning [adres B] en in de woning [adres A] . Bij de woning [adres B] werd o.a. een grote hoeveelheid chemicaliën aangetroffen.

Door mij werd tijdens de doorzoeking van de woning [adres A] , in de bovenste lade van de vriezer in de keuken een plastic zakje aangetroffen. In dit plastic zakje zat een opgerold plastic zakje met daarin een witte substantie. Dit plastic zakje had in rode kleur de tekst “121 C”. Dit goed werd onder BVH beslagnummer 689466 in beslag genomen.

Door het LFO werden een groot aantal foto's genomen van de goederen welke werden aangetroffen en in beslaggenomen tijdens de ontmanteling van de woning [adres B] . Bij het bekijken van deze foto's zag ik dat op foto DSC03758 een plastic zakje was afgebeeld met daarop de tekst “121 C”. De inhoud van dit zakje betrof een witte substantie. Dit goed werd inbeslaggenomen onder nummer S.2.12.A. Een monster van de substantie uit deze zak werd voorzien van het SIN nummer AADK3432NL.

De hierboven genoemde plastic zakjes met de tekst “121 C” waren gelet op de uiterlijke kenmerken soortgelijk aan elkaar. De inhoud van deze zakjes was gelet op de kleur en structuur soortgelijk aan elkaar.

15. Het proces-verbaal bevindingen beslag [adres A] , doorgenummerde dossierpagina 252, met fotobijlage op pagina’s 253-298, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als bevindingen en verklaring van [verbalisant 18] :

Op 31 oktober 2014 werd een doorzoeking uitgevoerd op het adres [adres A] . Bij deze doorzoeking werden goederen inbeslaggenomen. Een van de inbeslaggenomen goederen betrof een wit houten kistje. Het werd aangetroffen op de eerste verdieping van de woning op de ouderslaapkamer. De inhoud van het kistje werd door mij op 2 december 2014 onderzocht. Hierbij werd door mij het volgende bevonden.

Het kistje van het merk “Riverdale” is verdeeld in een viertal afzonderlijke vakken van verschillende afmetingen. In de afzonderlijk vakken werden de navolgende spullen aangetroffen:

Vak 3, midden: enkele gebruikers artikelen zoals vloei e.d. een ketaminetester, enkele aanstekers, een glazen flesstop met uitloop merk bistabil. Verder twee buisjes met 20ml “four roses” 50%.

Vak 4, links, tevens grootste vak: Agenda van 2006 en notitieboekje met in beide vele namen, adressen, e-mailadressen, cijferreeksen. Deze cijferreeksen zijn codes voor chemische stoffen. Het betreffen zogenaamde “cas nummers”. De CAS Registry is een van de grootste databases in de wereld met informatie over meer dan 50 miljoen chemische verbindingen.

Van de agenda, het notitieboekje, andere losse aantekeningen, bonnetjes en documenten zijn kopieën gemaakt die als bijlage bij dit proces-verbaal zijn gevoegd.

(pagina 274)

Fotokopie van een aankoopbon van Mapeco te Turnhout, d.d. 9 oktober 2013, met daarop onder andere de volgende aangekochte artikelen:

  • -

    2 schroeffilters;

  • -

    volgelaatsmasker TR2002 blauw;

  • -

    veiligheidsbril Anti Kras;

  • -

    stofmasker met ventiel (10 stuks);

  • -

    10 x Acetone 5 liter.

Alsmede een aantal handgeschreven aantekeningen betreffende aceton en methanol.

(pagina 275)

Fotokopie van een aankoopbon van Mapeco te Turnhout, d.d. 28 november 2013, met daarop de volgende aangekochte artikelen:

  • -

    zwavelzuur 32’bep/batterij 5 liter;

  • -

    10 x Acetone 5 liter.

16. Het proces-verbaal bevindingen betreffende verklaring titulatuur chemicaliën, doorgenummerde dossierpagina 299-311, met fotobijlage op pagina’s 253-298, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als bevindingen en verklaring van [verbalisant 21] :

(pagina 300)

Op 31 oktober 2014 vond een doorzoeking plaats op het adres [adres A] , alwaar onder [verdachte] een agenda in beslag werd genomen. Bij onderzoek in de agenda zag men dat hierin namen met telefoonnummers stonden alsmede namen van chemicaliën, afkortingen en cas nummers.

Ik onderzocht de aangeboden kopieën van de agenda. Ik zag dat op vel nummer 4 t/m 6 producten en chemicaliën werden genoemd, waarvan het bij mij bekend is dat deze gebruikt kunnen worden in een chemisch proces. Naast deze chemicaliën werden namen van stoffen aangetroffen waarvan bekend is dat deze in de Opiumwet strafbaar zijn gesteld, alsmede zogenoemde research products.

Op de aangetroffen lijsten werden afkortingen en namen gebruikt waarvan mij bekend is dat die in relatie staan tot chemicaliën gebuikt bij diverse processen die veelvuldig gebruikt worden bij de productie van synthetische drugs zoals MDMA en/of amfetamine.

17. Het proces-verbaal bevindingen beslag [adres B] , doorgenummerde dossierpagina’s 324-325, met fotobijlage op pagina’s 326-332, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als bevindingen en verklaring van [verbalisant 18] :

Op 1 november 2014 werd een doorzoeking verricht in het pand [adres B] . Aldaar werd onder meer in beslag genomen een aankoopbon van Mapeco Turnhout NV d.d. 9 oktober 2013. Aangekochte goederen: een halfmasker met schroefdraad en een schroeffilter. Kopie van voornoemd document zal worden gevoegd als bijlage bij dit proces-verbaal.

(pagina 326)

Fotokopie van een aankoopbon van Mapeco te Turnhout, d.d. 9 oktober 2013.

Artikelen: halfmasker met schroefdraad en schroeffilter.

18. Het rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een zware mishandeling in Veghel op 31 oktober 2014 van het Nederlands Forensisch Instituut, doorgenummerde dossierpagina’s 341-343, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als onderzoeksbevindingen van de deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA [deskundige 1] :

Onderstaand materiaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:

- AAGB3810NL#01: een bemonstering van buitenzijde bij aantreffen van een latex linkerhandschoen uit een vuilniszak uit de garage

- AAGB3810NL#02: een bemonstering van buitenzijde bij aantreffen van een latex rechterhandschoen uit een vuilniszak uit de garage

- AAGB3811NL#01: een bemonstering van buitenzijde bij aantreffen van een latex linkerhandschoen uit een vuilniszak uit de garage

- AAGB3811NL#02: een bemonstering van buitenzijde bij aantreffen van een latex rechterhandschoen uit een vuilniszak uit de garage

- AAGB3812NL#01: een bemonstering van de gehele binnenzijde van een mondkapje uit een vuilniszak uit de garage

Resultaten, interpretatie en conclusie:

Het DNA-profiel van de betrokkene [verdachte] is betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.

SIN: AAGB3810NL#01, AAGB3810NL#02, AAGB3811NL#01, AAGB3811NL#02 en AAGB3812NL#01

Beschrijving DNA-profiel/celmateriaal kan afkomstig zijn van: DNA-profiel van een man, betrokkene [verdachte]

Matchkans DNA-profiel: kleiner dan één op één miljard

19. Het rapport Onderzoek aan materialen aangetroffen op [adres B] , 31 oktober 2014, van het Nederlands Forensisch Instituut, doorgenummerde dossierpagina’s 351-358, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als onderzoeksbevindingen van de deskundige Forensisch drugsonderzoek [deskundige 2] :

Onderzoeksresultaten monsters

Ruimte G - garage:

Kenmerk: AADK3414NL/G5-a

Omschrijving: monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit één van de vier geheel gevulde 25L jerrycans met opschrift “Bijtend”

Resultaat: bevat (geconcentreerd) zoutzuur

Kenmerk: AADK3415NL/G-13a

Omschrijving: monster beige resten, volgens opgave afkomstig vanaf een metalen persplaat

Resultaat: bevat heroïne, coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3416NL/G-14a

Omschrijving: monster beige resten, volgens opgave afkomstig uit een persmal

Resultaat: bevat heroïne, coffeïne en paracetamol

Ruimte H - hal:

Kenmerk: AADK3417NL/H-2a

Omschrijving: monster wit poeder, volgens opgave uit circa 25 kg in een kartonnen doos met opschrift “Tauryna”

Resultaat: bevat taurine

Ruimte W - woonkamer:

Kenmerk: AADK3418NL/W-2a

Omschrijving: monster beige poeder en brokje, volgens opgave van een gebruikers-hoeveelheid in aluminiumfolie

Resultaat: bevat heroïne

Kenmerk: AADK3419NL/W-3a

Omschrijving: monster bruingroen poeder en brokjes, volgens opgave van 0,94 kg in een plastic zak

Resultaat: bevat coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3420NL/W-4a

Omschrijving: monster lichtbeige poeder, volgens opgave van circa 100 gram in een zwarte Gamma emmer

Resultaat: bevat heroïne, coffeïne en paracetamol

Ruimte K - keuken:

Kenmerk: AADK3421NL/K-2a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave van 280 gram in een zakje uit de keuken

Resultaat: bevat heroïne en lage concentraties coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3422NL/K-3a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave van 200 gram in een plastic zakje uit de keuken

Resultaat: bevat heroïne, coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3423NL/K4-a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave van een gebruikershoeveelheid in aluminiumfolie uit de keuken

Resultaat: bevat heroïne, coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3424NL/K-6a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave van één van de twee zakjes uit de keuken

Resultaat: bevat heroïne

Kenmerk: AADK3425NL/K-7a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave uit een gevuld boterhamzakje uit de keuken

Resultaat: bevat heroïne

Ruimte Z - zolder:

Kenmerk: AADK3426NL/Z-1a

Omschrijving: monster crèmekleurig poeder en brokjes, volgens opgave afkomstig van een aluminiumschaal (vier stuks) en een soeplepel met resten

Resultaat: bevat amfetamine en een lage concentratie metamfetamine

Kenmerk: AADK3427NL/Z-2a

Omschrijving: monster wit poeder en brokjes, volgens opgave afkomstig van geperst 1 kg blok voorzien van een vogelreliëf

Resultaat: bevat cocaïne

Kenmerk: AADK3452NL/Z-3a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave uit een van twee samen verpakte blokken van circa 500 gram

Resultaat: bevat heroïne, coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3453NL/Z-4a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave uit een van twee samen verpakte blokken van circa 500 gram

Resultaat: bevat heroïne, coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3454NL/Z-5a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave uit een samengeperst blok van circa 500 gram

Resultaat: bevat heroïne

Kenmerk: AADK3455NL/Z-6a

Omschrijving: monster beige poeder, volgens opgave uit één van twee samen verpakte blokken van circa 500 gram

Resultaat: bevat heroïne

Ruimte S2 - slaapkamer 2:

Kenmerk: AADK3428NL/S2-1a

Omschrijving: monster lichtgele vloeistof, volgens opgave van circa 100 ml in een flesje Resultaat: bevat 4-methoxy-BMK

Kenmerk: AADK3429NL/S2-2

Omschrijving: een roze tablet in de vorm van een hart (à 0,21 gram) met diepdruk “Love”

Resultaat: bevat MDMA

Kenmerk: AADK3430NL/S2-8a

Omschrijving: monster bruingroen poeder en brokjes, volgens opgave uit een vacuümzak van 1040 gram

Resultaat: bevat coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3431NL/S2-8b

Omschrijving: monster beige poeder en brokjes, volgens opgave uit een vacuümzak van 1120 gram

Resultaat: bevat coffeïne en paracetamol

Kenmerk: AADK3432NL/S2-12a

Omschrijving: monster wit poeder en brokjes, volgens opgave uit een plastic zak van 620 gram in een witte emmer

Resultaat: bevat coffeïne

Kenmerk: AADK3433NL/S2-12b

Omschrijving: monster crèmekleurige poeder en vijf crèmekleurige tabletten (à 0,25 gram) met diepdruk “ID&T”, volgens opgave uit een witte emmer; hiervan is het poeder en een tablet onderzocht.

Resultaat: het poeder bevat amfetamine en lage concentraties metamfetamine en coffeïne. De tablet bevat metamfetamine, coffeïne en een lage concentratie amfetamine

Kenmerk: AADK3434NL/S2-12c

Omschrijving: monster lichtgeel poeder en brokjes, volgens opgave van circa 100 gram uit een witte emmer

Resultaat: bevat amfetamine en lage concentratie metamfetamine

Kenmerk: AADK3435NL/S2-16a

Omschrijving: monster crèmekleurig poeder, volgens opgave uit een plastic zak met circa 1250 gram in een plastic bak

Resultaat: bevat metamfetamine

Kenmerk: AADK3436NL/S2-16b

Omschrijving: monster wit brokje, volgens opgave uit een vacuümzak met circa 1000 gram in een plastic bak

Resultaat: bevat metamfetamine

Kenmerk: AADK3437NL/S2-16c

Omschrijving: monster lichtroze poeder en brokjes, volgens opgave uit een plastic vacuümzak met circa 1020 gram in een plastic bak

Resultaat: bevat metamfetamine

Kenmerk: AADK3438NL/S2-16d

Omschrijving: monster crèmekleurig poeder en brokjes, volgens opgave uit een plastic vacuümzak met circa 1000 gram in een plastic bak

Resultaat: bevat metamfetamine

Ruimte B - berging:

Kenmerk: AADK3439NL/B-3a

Omschrijving: monster crèmekleurige brokjes, volgens opgave van een restant uit een 25L jerrycan

Resultaat: bevat metamfetamine

Kenmerk: AADK3440NL/B-4a

Omschrijving: monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit een gevulde jerrycan

Resultaat: bevat een sterk alkalische waterige vloeistof

Kenmerk: AADK3441NL/B-10a

Omschrijving: monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit circa één liter in een 3L jerrycan

Resultaat: bevat zwavelzuur

Kenmerk: AADK3442NL/B-14a

Omschrijving: monster roodbruine vloeistof, volgens opgave uit een gevulde 5L jerrycan met etiket “aceton” en opschrift “vuile aceton cristalise”

Resultaat: bevat metamfetamine en een lage concentratie BMK in aceton

B-17a: een vriezer met daarin:

Kenmerk: AADK3443NL/B-17a-1

Omschrijving: monster crèmekleurige substantie, volgens opgave uit een plastic zak met circa 1,34 kg

Resultaat: bevat amfetamine en coffeïne

Kenmerk: AADK3444NL/B-17a-2

Omschrijving: monster crèmekleurige substantie, volgens opgave uit een plastic zak met circa 460 gram

Resultaat: bevat amfetamine en coffeïne

Kenmerk: AADK3445NL/B-17b

Omschrijving: monster oranje olieachtige vloeistof met bezinksel, volgens opgave van circa 600 ml in een 5L maatbeker

Resultaat: bevat metamfetaminebase

Kenmerk: AADK3446NL/B-17c

Omschrijving: monster gele vloeistof, volgens opgave van circa 500 ml in een 5L maatbeker

Resultaat: bevat amfetamine in methanol

Kenmerk: AADK3447NL/B-17d

Omschrijving: monster kleurloze vloeistof, volgens opgave van circa ¾ liter in een 2L colafles

Resultaat: bevat methanol

Kenmerk: AADK3448NL/B-17e

Omschrijving: monster kleurloze olieachtige vloeistof, volgens opgave van circa ½ liter in een 2L colafles

Resultaat: bevat amfetaminebase

Kenmerk: AADK3449NL/B-17f

Omschrijving: monster kleurloze vloeistof, volgens opgave van circa 1,5 liter in een 5L jerrycan

Resultaat: bevat methanol

Kenmerk: AADK3450NL/B-17g

Omschrijving: monster lichtgele olieachtige vloeistof, volgens opgave uit een geheel gevulde 5L jerrycan

Resultaat: bevat BMK

Kenmerk: AADK3451NL/B-17h

Omschrijving: monster bruine vloeistof, volgens opgave uit één van negen geheel gevulde 5L jerrycans

Resultaat: bevat metamfetamine en BMK in aceton

Interpretatie en classificatie van het onderzoeksmateriaal

Bij het laboratoriumonderzoek werd vastgesteld dat een groot deel van het onderzoeksmateriaal is terug te voeren op de volgende drie processen:

1. Het versnijden (bewerken) van heroïne;

2. Het omzetten van amfetaminebase in amfetaminesulfaat;

3. Het omzetten van metamfetaminebase in metamfetamine hydrochloride.

Deze drie processen worden hieronder kort beschreven.

Proces 1. Het versnijden van heroïne

Onversneden heroïne wordt gemengd met een versnijdingsmiddel, zoals een mengsel van coffeïne en paracetamol. Coffeïne en paracetamol zijn van zichzelf witte stoffen terwijl heroïnepreparaten zoals op de gebruikersmarkt wordt aangetroffen een beige/bruine kleur heeft. Om te voorkomen dat versneden heroïne door het toevoegen van coffeïne en paracetamol een andere kleur krijgt dan de gebruiker gewend is, wordt er aan het versnijdingsmiddel vaak nog een beige/bruine kleurstof toegevoegd.

Proces 2. Het omzetten van amfetaminebase in amfetaminesulfaat

De amfetaminebase wordt omgezet in het zout, een vaste stof. Deze omzetting wordt uitgevoerd door de amfetaminebase op te lossen in methanol en daar zwavelzuur aan toe te voegen. Het gevormde amfetaminesulfaat is slecht oplosbaar in methanol en slaat neer. De neergeslagen amfetaminesulfaat wordt vervolgens versneden, meestal met coffeïne of lactose.

Proces 3. Het omzetten van metamfetaminebase in metamfetamine hydrochloride

De olieachtige metamfetaminebase wordt omgezet in het zout, een vaste stof. Deze omzetting wordt uitgevoerd door metamfetaminebase op te lossen in aceton en daar zoutzuur (als gas of als oplossing in water) aan toe te voegen. Het gevormde metamfetamine hydrochloride is slecht oplosbaar in aceton en kristalliseert uit. De kristallen worden verzameld door middel van filtratie en het oplosmiddel aceton blijft over als afval. In dit afval, in de vorm van geel tot bruin gekleurde aceton, zijn vaak nog lage concentraties metamfetamine en/of BMK en diverse (synthese)verontreinigingen aanwezig.

Classificatie van het onderzoeksmateriaal:

De classificatie van het onderzoeksmateriaal is uitgevoerd op basis van de uiterlijke kenmerken en de chemische samenstelling. Alleen de monsters die geclassificeerd konden worden, zullen hieronder kort worden besproken.

Proces 1. Het versnijden van heroïne

Onversneden heroïne:

[AADK3418NL], [AADK3424NL], [AADK3425NL], [AADK3454NL] en [AADK3455NL]

Versnijdingsmiddel coffeïne en paracetamol met een kleurstof:

[AADK3419NL], [AADK3430NL] en [AADK3431NL]

Heroïne versneden met coffeïne en paracetamol:

[AADK3420NL] t/m [AADK3423NL], [AADK3452NL] en [AADK3453NL]

De onderzoeksmaterialen [AADK3415NL] en [AADK3416NL], volgens opgave bemonsteringen van een metalen persplaat en een persmal bevatten ook heroïne versneden met coffeïne en paracetamol. Daarnaast zijn er verschillende samengeperste blokken met versneden ([AADK3452NL] en [AADK3453NL)) en onversneden ([AADK3454NL] en [AADK3455NL)) heroïne aangetroffen.

Proces 2. Het omzetten van amfetaminebase in amfetaminesulfaat

Amfetaminebase: [AADK3448NL]

Oplossing van amfetaminebase in methanol: [AADK3446NL]

Zwavelzuur: [AADK3441NL]

Methanol: [AADK3447NL] en [AADK3449NL]

Eindproduct amfetaminesulfaat, onversneden: [AADK3426NL] en [AADK3434NL]

Versnijdingsmiddel coffeïne: [AADK3432NL]

Amfetaminesulfaat versneden met coffeïne: [AADK3443NL] en [AADK3444NL]

Proces 3. Het omzetten van metamfetaminebase in metamfetamine hydrochloride

Metamfetaminebase: [AADK3445NL]

Zoutzuur: [AADK3414NL]

Kristallisatiemengsel: [AADK3442NL] en [AADK3451NL]

Eindproduct metamfetamine hydrochloride:[ AADK3435NL] t/m [AADK3439NL]

Er is ook metamfetamine aangetoond in de tabletten van [AADK3433NL].

Overige materialen:

In relatie tot synthetische drugs is 4-methoxy-BMK [AADK3428NL] een grondstof voor de vervaardiging van PMA en PMMA.

In relatie tot synthetische drugs is BMK [AADK3450NL] een grondstof voor de vervaardiging van amfetamine en metamfetamine.

In relatie tot drugs kan taurine [AADK3417NL] gebruikt worden als versnijdings-middel.

Conclusie:

Een groot deel van het onderzoeksmateriaal is gerelateerd aan het bewerken van heroïne en het vervaardigen en/of bewerken van amfetamine en metamfetamine.

Amfetamine, metamfetamine, MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), heroïne en cocaïne zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.

Benzylmethylketon (BMK; 1-fenyl-2-propanon), zwavelzuur en zoutzuur staan vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. Naar beide Verordeningen wordt verwezen in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.

PMA (para-methoxyamfetamine) en PMMA (para-methoxymetamfetamine) zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.

20. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpagina’s 373-382, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van [echtgenote van verdachte] :

(pagina 381)

V: Er is tijdens de zoeking een Riverdale doosje/kistje aangetroffen op de ouderlijke slaapkamer. Van wie is dit doosje?

A: Daar zaten wat spulletjes van [verdachte] in.

21. Het proces-verbaal van verhoor getuige, doorgenummerde dossierpagina’s 390-395, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van [getuige 5] :

(pagina 391)

A: Mijn jongste broer is [verdachte] . Ik ben de middelste en [getuige 6] is de oudste. In 1975 zijn wij naar Veghel gekomen. Wij zijn toen op [adres B] gaan wonen, dat is de woning waar wij nog steeds de erven van zijn.

(pagina 393)

V: Wie hebben we allemaal een sleutel van die woning?

A: [getuige 6] en ik hebben een sleutel van de woning. Ik denk dat [verdachte] ook een sleutel heeft van die woning.

V: Hoe is de staat van de woning?

A: Alle meubels staan er nog, er woont niemand. Bij de gemeente staat het ingeschreven als onbewoond.

(pagina 395)

V: Van wie zijn de drugs die op het adres [adres B] zijn aangetroffen?

A: Dat weet ik niet. In ieder geval niet van mij.

22. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpagina’s 409-414, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van [getuige 6] :

V: Wie heeft er allemaal een sleutel van de woning [adres B] ?

A: [getuige 5] , [verdachte] en ik.

23. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpagina’s 415-422, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van [getuige 6] :

(pagina 416)

V: We hebben begrepen dat jij, [getuige 5] en [verdachte] de erven zijn van de woning aan [adres B] .

A: Ja.

(pagina 418)

A: Er zijn klaarblijkelijk drugs aangetroffen. Die zijn niet van mij.

24. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpagina’s 469-472, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :

(pagina 471)

V: Bij wie moeten wij vragen gaan stellen omtrent de goederen en drugs in de woning aan [adres B] ?

A: Bij mij, niet bij mijn broers.

25. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpagina’s 473-478, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :

(pagina 475)

V: Van wie zijn de spullen in de woning?

A: Voor de spullen moet je bij mij zijn.

26. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpagina’s 512-517, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :

(pagina’s 513 en 514)

V: Er zijn een aantal goederen in beslaggenomen op [adres A] .

V: Doe je afstand van de goederen?

A: De agenda uit 2006 zou ik graag terug willen. Dat notitieboekje wat daarbij lag, wil ik ook graag terug.

27. Een aanvullend proces-verbaal Sporenonderzoek [adres B] , van de Politie Eenheid Oost-Brabant, BBN Divisie Informatie en Opsporing, BBN DIO – Recherche Expertise, TGO Eris, proces-verbaalnummer PL2100-2014155598-27, op 15 maart 2015 in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 5] , en [verbalisant 4] , voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaringen en bevindingen van de desbetreffende verbalisanten:

Op 1 november 2013 is door ons onderzoek verricht in een woning gelegen aan [adres B] . Tijdens het ingestelde onderzoek werd door ons het navolgende bevonden en waargenomen. De tussen haakjes [] genoemde code geeft het SIN aan waaronder het stuk van overtuiging werd veiliggesteld.

Door [verbalisant 15] werd in de garage tussen diverse goederen een vuilniszak aangetroffen. In de vuilniszak zagen wij twee maal twee latex handschoenen [AAGB3811NL en AAGB3810NL] en een mondkapje [AAGB3812NL].

In de hal van de woning zagen wij een emmer staan, met daarop twee werkhandschoenen. Wij zagen dat de handschoenen bevuild waren. De handschoenen werden veiliggesteld [AAGB3790NL].

Op het aanrecht van de keuken werden twee zakken bruine poeder (vermoedelijk heroïne), stukken aluminiumfolie en een aansteker aangetroffen. Achter een kastdeur werd een prullenbak aangetroffen. In de prullenbak werd een stuk aluminiumfolie aangetroffen met daarop een bruine substantie, vermoedelijk heroïne. Het stuk aluminiumfolie vanuit de prullenbak werd veiliggesteld voor nader dactyloscopisch onderzoek [AAGB3814NL].

Wij zagen in de vriezer in de schuur jerrycans staan met een onbekende inhoud.

In kamer 1 werd op een kastje een rol bruine tape (ogenschijnlijk gebruikt) aangetroffen. De rol tape werd veiliggesteld [AAGB3784NL]. Wij zagen dat in het kastje diverse rollen tape (ogenschijnlijk ongebruikt) lagen.

Voor het bed in kamer 1 werd door ons een Albert Heijn boodschappentas aangetroffen. In de tas zagen wij vier pakken bruine poeder, vermoedelijk heroïne. De boodschappentas werd door ons veiliggesteld [AAGB3783NL].

In een plastic opbergdoos werden diverse geperste pakketten met witte substantie (vermoedelijk amfetamine) aangetroffen. In de opbergdoos werden lege plastic zakken aangetroffen, met ogenschijnlijk een residu witte poeder [AAGB3785NL].

Op het bureau in kamer 1 werden twee witte latex handschoenen [AAGB3781NL en AAGB3780NL] en een plastic zakje met wit residu [AAGB3782NL] aangetroffen.

Op het bureau in de zolderkamer werd door ons een pakket met witte poeder, vermoedelijk cocaïne aangetroffen. Wij zagen dat er in het pakket een afdruk van een vogel was geperst. De buitenste laag plastic werd door ons veiliggesteld [AAGB3789NL].

28. Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot analyseresultaten, van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Operationele Samenwerking, Landelijk Forensisch Service Centrum i.o., Groep LFO, proces-verbaalnummer 2014155598, op 31 maart 2015 in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 15] , voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als diens verklaring en bevindingen:

Interpretatie LFO van 19 november 2014:

Bij deze interpretatie ben ik uit gegaan van mijn bevindingen ter plaatse en een beperkt aantal analyseresultaten van de spoedmonsters. Hierbij ben ik er vanuit gegaan dat de jerrycans met de gekleurde aceton (B14, B15, B16 en B17H) in totaal circa 60 liter kristallisatieafval van MDMA zouden bevatten, en heb ik vermeld dat hieruit circa 12 kilo MDMA ter plaatse gekristalliseerd zou zijn. Verder gaf ik daarbij aan dat het aantreffen van een 25 liter jerrycan (B3) met resten positief op MDMA geteste kristallen deze berekening zou onderschrijven.

Uit de later bekend geworden analyseresultaten blijkt echter dat ik er ten onrechte van uit ben gegaan dat hier sprake was van het reguliere (veelvoorkomende) kristalliseren van MDMA. Uit de analyseresultaten van B14, B17B, B17H en B3 blijkt dat het, gelet op het aantonen van metamfetamine in plaats van MDMA, hier gaat om het weinig voorkomende kristalliseren van metamfetamine in Aceton.

Hierdoor kom ik tot een nadere interpretatie voor wat betreft het kristalliseren:

Gelet op het aantreffen van 12 jerrycans met in totaal van circa 60 liter gekleurde aceton (waarvan in B14 en B17H metamfetamine en BMK in aceton is aangetoond) vermoed ik dat hieruit ter plaatse circa 12 kilo metamfetamine gekristalliseerd is. Het aantreffen van: 0,6 liter metamfetaminebase (B17B) in een 5 liter maatbeker, vier aluminiumschalen met gedroogd metamfetamine bevattend poeder (Z1), met een jerrycan van 25 liter met resten metamfetamine kristallen (B3) onderschrijven deze berekening.

Het verder aantreffen van vier kilozakken (S2.16 A t/m D) die metamfetamine bevatten en de sealzakken (S12.B en S12.C) die metamfetamine en verbindingsmiddelen bevatten wijzen er op dat de gekristalliseerde metamfetamine vermoedelijk ook ter plaatse vacuüm verpakt en versneden werd.

29. Een proces-verbaal verhoor van getuigen bij de rechter-commissaris, d.d. 28 juli 2015, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 2] :

Ik ken [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte]) uit de buurt. Dat [verdachte] daadwerkelijk naast mij heeft gewoond is al jaren geleden, namelijk toen zijn moeder ook nog leefde. Daarna zag ik hem soms één keer per maand en soms twee keer per week (het hof begrijpt: bij de woning [adres B]). Ik werk overdag de hele dag.

30. Een proces-verbaal verhoor van getuigen bij de rechter-commissaris, d.d. 31 juli 2015, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 7] :

In de drie maanden voor eind oktober 2014 heb ik [verdachte] af en toe bij de woning (het hof begrijpt: [adres B]) gezien. Zijn broers heb ik maar zelden gezien en ook niet in die periode.

31. Een proces-verbaal verhoor van getuigen bij de rechter-commissaris, d.d. 28 juli 2015, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 8] :

Ik woon op [adres 7] . Een jaar voorafgaand aan het incident ben ik [verdachte] één of twee keer tegengekomen bij zijn woning op [adres B] . Ik kan mij niet herinneren dat ik andere personen bij de woning heb gezien.

32. Een proces-verbaal verhoor van getuigen bij de rechter-commissaris, d.d. 31 juli 2015, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 9] :

Ik weet wie [verdachte] is. De voordeur van onze woning staat tegenover de voordeur van de woning [adres B] . Ik sprak wel eens kort met [verdachte] . Ik herinner me dat ik [verdachte] anderhalve week voor het gebeuren (het hof begrijpt: van 31 oktober 2014) heb gezien. Ik was toen mijn auto aan het stofzuigen op de oprit. Ik heb [verdachte] toen even gesproken.

33. Een proces-verbaal verhoor van getuigen bij de rechter-commissaris, d.d. 31 juli 2015, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 4] :

Ik ken [verdachte] . Ik woon naast de woning [adres B] en onze voordeuren staan tegenover elkaar. Ik denk dat [verdachte] één keer in de week of één keer in de twee weken bij de woning was, voor zover ik het zag als ik niet aan het werk was. Hij bleef dan een kwartier tot een uur in de woning.

34. Een proces-verbaal verhoor van getuigen bij de rechter-commissaris, d.d. 28 juli 2015, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 1] :

Ik weet wie verdachte [verdachte] is. Ik woon op [adres 3] en ben de schuine overbuur van [adres B] . Het klopt dat ik bij de politie heb gezegd dat ik [verdachte] gemiddeld één keer per week bij de woning op [adres B] heb gezien. Ik was dan bijvoorbeeld bezig in mijn tuin of op de oprit en zag hem dan aankomen. Het was steeds per toeval als ik buiten was en [verdachte] aan kwam rijden. Ik heb eenmaal gezien dat een groot apparaat de woning werd binnen gedragen met [verdachte] tezamen met drie of vier grote stevige mannen. Ik had die personen niet eerder gezien en ik heb die personen daarna ook niet meer gezien. Dat apparaat is op 31 oktober door de brandweer uit de woning van [verdachte] verwijderd. Het was een groot apparaat, 2.10 meter en rood van kleur. Er liep een ijzeren balk door het midden van het apparaat met een grote schijf in het midden. De dag voor het incident heb ik [verdachte] nog gesproken. Hij kwam weer met de auto. Hij ging het huis in. Hij had een doosje bij zich waaruit een plastic zak stak. De broers van [verdachte] heb ik gezien op de dag van het incident. Ik had deze personen niet eerder gezien. Ik weet zeker dat zij ook niet behoorden bij de drie à vier personen die ik eerder noemde. Soms verbleef [verdachte] een half uur in de woning maar het kwam ook voor dat hij drie tot vijf uur in de woning verbleef.

35. Een proces-verbaal verhoor van getuigen bij de rechter-commissaris, d.d. 28 juli 2015, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de [getuige 3] :

De woning op [adres B] en mijn woning liggen dicht bij elkaar in de buurt. Ik zag [verdachte] de ene week een paar keer terwijl hij naar de woning reed en dan weer een paar weken niet. Als ik [verdachte] zag was dat met name overdag. Ik meen mij het herinneren dat ik vrij kort voor het incident, waarbij ik denk aan enkele dagen tot een

week, [verdachte] voor het laatst bij de woning heb gezien.

36. Het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Oost-Brabant, d.d. 3 september 2015, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :

(pagina’s 4 en 5)

De woning [adres B] is de woning van mijn overleden ouders. Mijn broers en ik hadden ieder een sleutel van die woning. In die woning zijn op 31 oktober 2014 en op 1 november 2014 drugs, grondstoffen voor de productie van drugs en goederen die gebruikt kunnen worden bij de productie van drugs aangetroffen. Ik heb een groot aantal goederen die gebruikt kunnen worden bij de productie van drugs in die woning gebracht. Ik heb samen met anderen een hydraulische pers in die woning gezet. Ook heb ik persmallen, verwarmingsmantels, rondbodemkolven, bolkoelers, trechters, maatbekers, temperatuurmeters, een of meer maskers, een vacuümsealmachine met toebehoren, een buchnertrechter, taurine, coffeïne, zoutzuur, zwavelzuur, aceton en methanol in die woning gebracht. Ik wist dat deze zaken kunnen worden gebruikt bij de productie van harddrugs. Het grote rode ding dat ik samen met anderen in de woning hebt gezet betrof de hydraulische pers. De dozen met laboratoriumspullen heb ik eind september/begin oktober in de woning gebracht. De jerrycan met zoutzuur die bij de woning aan [adres A] is aangetroffen is van mij. De procedure om amfetamine te produceren ken ik uit het verleden. Ik had een oude agenda uit 2006. Toen men de auto opblies, was ik op weg naar die woning. Een dag tevoren was ik nog in die woning geweest.

37. De verklaring van verdachte [verdachte] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 2 februari 2016, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:

De rode pers (het hof begrijpt: de hydraulische pers) is voor het persen van verdovende middelen. Alle harddrugs in poedervorm kun je er mee persen.

Overwegingen ten aanzien van het bewijs

De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde feit aangevoerd dat een derde persoon (niet zijnde één van de broers van verdachte) beschikte over een sleutel van de woning aan [adres B] en dat verdachte op diens verzoek een aantal voorwerpen die gebruikt kunnen worden bij de productie van harddrugs in de woning heeft gebracht. In het dossier bevindt zich onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring te komen voor het op 31 oktober 2014 opzettelijk (in vereniging) aanwezig hebben van harddrugs.

Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft de verdediging aangevoerd dat zich in het dossier onvoldoende bewijs bevindt om te kunnen vaststellen dat verdachte het feit alleen heeft gepleegd. De verdediging heeft in dit verband nadrukkelijk gesteld dat verdachte slechts een faciliterende rol heeft gespeeld en geen uitvoerende. Verdachte heeft de woning aan [adres B] ter beschikking gesteld aan derden die klaarblijkelijk de woning hebben gebruikt om verdovende middelen te produceren. Verdachte heeft ten aanzien daarvan zelf geen uitvoeringshandelingen verricht en daaraan geen significante bijdrage geleverd.

Verdachte dient derhalve integraal van het onder 1 en 2 ten laste gelegde te worden vrijgesproken.

Het hof overweegt hieromtrent als volgt.

Uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen volgt dat in de nabijheid van de op 31 oktober 2014 geëxplodeerde auto waarin verdachte zich bevond een plastic tas werd gevonden. In die tas werd een stof aangetroffen welke bij een indicatieve test positief reageerde op de aanwezigheid van amfetamine. De echtgenote van verdachte heeft de politie, kort na de explosie, verteld dat haar man die ochtend op weg was naar de leegstaande woning van zijn ouders aan [adres B] . Omdat verdachte antecedenten heeft op het gebied van de Opiumwet, is toen besloten over te gaan tot een doorzoeking van zowel de woning van verdachte aan [adres A] als van de woning van de overleden ouders van verdachte aan de [adres B] .

Op 31 oktober 2014 en op 1 november 2014 zijn in de woning aan [adres B] grote hoeveelheden heroïne, cocaïne, metamfetamine en amfetamine aangetroffen. Ook werden in die woning stoffen en voorwerpen aangetroffen die gebruikt kunnen worden bij het bereiden, bewerken, verwerken en/of vervaardigen (hierna, kort gezegd: de productie) van harddrugs. Tevens werd geconcludeerd dat in die woning amfetamine, metamfetamine en heroïne waren aangetroffen/geproduceerd dan wel bewerkt.

In en bij de woning aan [adres B] werd DNA-materiaal van verdachte aangetroffen, te weten op een latex handschoen en op een mondkapje in de woning en op latex handschoenen in een vuilniszak in de garage. Tijdens de doorzoeking van voornoemde woning werden tevens een aankoopbon van de firma Mapeco te Turnhout d.d. 9 oktober 2013 betreffende de aankoop van onder andere een halfmasker, alsmede een plastic zakje met als opschrift “121 C” aangetroffen. Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte gelegen aan [adres A] werden in een kistje eveneens aankoopbonnen van de firma Mapeco te Turnhout aangetroffen. Deze facturen hadden betrekking op de aanschaf van onder andere aceton, een stofmasker en een volgelaatsmasker. Tevens bevonden zich in het kistje een agenda van het jaar 2006 en een notitieboekje. In de agenda en in het notitieboekje stonden zogenaamde cas-nummers. Dit zijn codes voor chemische stoffen en producten. Van verschillende cas-nummers die in de agenda en het notitieboekje stonden is bekend dat deze chemische stoffen en producten gebruikt kunnen worden bij diverse processen ten behoeve van de productie van harddrugs. De echtgenote van verdachte heeft verklaard dat de spullen in het kistje aan verdachte toebehoren. Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte gelegen aan [adres A] is eveneens een plastic zakje met daarop de tekst “121 C” aangetroffen. De in de beide woningen aangetroffen plastic zakjes met de tekst “121 C” waren soortgelijk aan elkaar. Voorts volgt uit de bewijsmiddelen dat in de woning van verdachte aan [adres A] diverse verdovende middelen zijn aangetroffen.

Uit onderzoek is gebleken dat de woning aan [adres B] eigendom was van verdachte en zijn broers [getuige 6] en [getuige 5] en dat de woning niet bewoond werd. De broers hadden alle drie een sleutel van het pand. [getuige 6] en [getuige 5] hebben verklaard niets met de in de woning aangetroffen drugs te maken te hebben, hetgeen verdachte heeft bevestigd, en het hof heeft geen aanwijzingen in het dossier aangetroffen dat dit anders zou zijn. Zoals uit de bewijsmiddelen volgt heeft verdachte immers op 25 november 2014 bij de politie verklaard: “Voor die spullen moet je bij mij zijn”. Voorts heeft verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij een hydraulische pers, persmallen, verwarmingsmantels, rondbodemkolven, bolkoelers, trechters, maatbekers, temperatuurmeters, één of meer maskers, een vacuümsealmachine met toebehoren, een Buchner trechter, taurine, coffeïne, zoutzuur, zwavelzuur, aceton en methanol in de woning [adres B] heeft gebracht en dat hem bekend is dat de goederen die hij in de woning heeft gebracht kunnen worden gebruikt bij de productie van harddrugs.

Uit de voor het bewijs gebezigde verklaringen van de gehoorde buurtbewoners valt op te maken dat verdachte in de periode voorafgaand aan 31 oktober 2014 met regelmaat door buurtbewoners bij de woning [adres B] is gezien en dat verder zelden of nooit anderen bij die woning zijn waargenomen. Voorts heeft geen van de gehoorde buurtbewoners verklaard dat zij hebben waargenomen dat anderen dan verdachte de woning aan [adres B] ook daadwerkelijk zijn binnen gegaan, laat staan dat zij daar voor langere tijd verbleven. Voor zover uit de verklaringen van verdachte en die van buurtbewoner [getuige 1] volgt dat verdachte samen met een aantal andere mannen een hydraulische pers naar binnen heeft getild, merkt het hof op dat dit apparaat niet in de woning, maar in de garage is geplaatst en dat deze mannen daarna niet meer bij de zijn waargenomen.

Het hof merkt in dit verband voorts op dat uit de door de getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris op 28 juli 2015 afgelegde verklaring volgt dat hij heeft waargenomen dat verdachte soms drie tot vijf uur in de woning verbleef. Dit valt niet te rijmen met de door verdachte afgelegde verklaring dat hij slechts de post kwam ophalen. Het hof schuift die verklaring van verdachte derhalve als ongeloofwaardig ter zijde. Een andere verklaring voor zijn langdurige verblijf in de woning heeft verdachte desgevraagd niet willen geven.

Eerst op de terechtzitting in eerste aanleg van 3 september 2015 heeft verdachte verklaard dat hij aan een persoon of personen van wie hij de naam niet wil noemen een sleutel van de woning heeft gegeven en dat derden verantwoordelijk zijn voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Ook heeft verdachte verklaard dat hij een dag voor het door de politie aantreffen van de spullen in de [adres B] nog in die woning is geweest, maar dat hij toen geen drugsgerelateerde grondstoffen of productieprocessen heeft gezien. Het hof acht deze verklaringen van verdachte, in het licht van al de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, volstrekt ongeloofwaardig. Verdachte heeft om hem moverende redenen zich bij de politie grotendeels op zijn zwijgrecht beroepen. Zowel ter zitting in eerste aanleg als in hoger beroep heeft verdachte er voor gekozen om geen naam of namen van andere personen die volgens hem betrokken waren bij de productie van harddrugs te noemen. Dit maakt dat de verklaringen van verdachte niet verifieerbaar en controleerbaar zijn. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting kan naar het oordeel van het hof enkel met voldoende zekerheid worden afgeleid dat sprake is van het door verdachte samen met anderen in de garage brengen van een hydraulische pers, welke gebruikt kan worden bij het persen van harddrugs. Voor het overige bevat het dossier geen bewijs voor het samen en in vereniging door verdachte met een of meer anderen verrichten van handelingen betreffende de ten laste gelegde feiten. Het in de garage brengen van de hydraulische pers acht het hof, net als de rechtbank, onvoldoende om te spreken van een nauwe en bewuste samenwerking zodanig dat verdachte het onder 1, 2 en/of 3 ten laste gelegde tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd. Ook in hoger beroep zal verdachte derhalve van het onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde bestanddeel ‘medeplegen’ worden vrijgesproken.

De overige door de verdediging aangevoerde omstandigheden – te weten dat DNA-materiaal van een onbekend persoon is aangetroffen op zowel een werkhandschoen in de hal als op de latex handschoenen op het bureau in kamer 1, dat voorts een beslapen bed, tandenborstels in de badkamer en zilverpapier met resten van harddrugs in de woning zijn aangetroffen en dat een buurtbewoner in de nacht wel eens geluid afkomstig uit de woning [adres B] heeft gehoord – maken dat oordeel niet anders. Immers, wat er van die stellingen verder ook zij, één en ander betekent nog niet dat een derde – anders dan verdachte (of zijn broers) – in de woning is geweest. Niet valt uit te sluiten dat dit geluid van verdachte zelf afkomstig is geweest. Met de rechtbank concludeert het hof dat het door de verdediging geschetste scenario dermate onwaarschijnlijk is dat daaraan voorbij zal worden gegaan.

Het hof is gelet op de gebezigde bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – van oordeel dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten alleen heeft gepleegd. Nu niet is gebleken van betrokkenheid van anderen bij het aan verdachte ten laste gelegde, kan ook geen sprake zijn van medeplichtigheid als door de verdediging betoogd.

Uit het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gekomen die zouden moeten leiden tot andere oordelen dan hiervoor gegeven.

Het hof verwerpt het verweer van de verdediging in al zijn onderdelen.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:

opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:

om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.

De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Op te leggen straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het hof gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals één en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.

Verdachte heeft in een woning [adres B] aanmerkelijke hoeveelheden harddrugs aanwezig gehad. Daarnaast heeft hij in die woning telkens hoeveelheden van een materiaal bevattende heroïne en amfetamine en metamfetamine geproduceerd en heeft hij zich schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen gericht op het produceren van harddrugs. Op grond van de hoeveelheid aangetroffen stoffen, moet voor wat betreft dit laatste feit worden aangenomen dat deze stoffen gebruikt kunnen worden bij de productie van een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs. Het is een feit van algemene bekendheid dat die verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Bovendien bekostigen gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen. Met de productie en verkoop van harddrugs worden voorts, zo is eveneens van algemene bekendheid te achten, hoge winsten behaald. Het hof rekent verdachte het bewezen verklaarde derhalve zwaar aan.

Het hof heeft bij de beslissing over de strafoplegging, net als de rechtbank in eerste aanleg, rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte, blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie, d.d. 30 november 2015, reeds eerder ter zake van (onder meer) drugsdelicten is veroordeeld tot een langdurige onvoorwaardelijke vrijheidsstraf (in 2007 tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren). Dit maakt dat verdachte een gewaarschuwd man was. Tevens is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing. Ook hiermee heeft het hof rekening gehouden.

Hoewel de door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, gezien de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheid dat verdachte eerder voor soortgelijke drugsfeiten is veroordeeld, geenszins een buitensporige is, zal het hof gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte volstaan met oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.

Beslag

Verdachte heeft bij de politie afstand gedaan van de onder hem in beslag genomen goederen, met uitzondering van een doosje van het merk Riverdale, inhoudende onder andere een agenda uit het jaar 2006 en een notitieboekje. Het hof zal de teruggave aan verdachte gelasten van deze voorwerpen, nu naar het oordeel van het hof het strafvorderlijk belang zich daartegen niet meer verzet.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing is gegrond op de artikelen 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Gelast de teruggave aan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: 1.00 DS Doos, kleur: wit, Riverdale, goednr 689421: oa AΩ agenda 2006, notitieboekje.

Aldus gewezen door

mr. W.E.C.A. Valkenburg, voorzitter,

mr. H. Eijsenga en mr. F. van Es, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. N.S. Willems Ettori-Oort, griffier,

en op 16 februari 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

1 In de hierna volgende bewijsmiddelen wordt – tenzij anders vermeld – verwezen naar het Einddossier van Politie, Eenheid Oost-Brabant, Dienst Regionale Recherche, Team Ondermijning, Onderzoek 21TOM15201 “Batjan” (deelonderzoek TGO ERIS), proces-verbaalnummer 2014170477, op 12 maart 2015 in de wettige vorm opgemaakt en gesloten door [verbalisanten 22 en 23] , beiden werkzaam bij het team Ondermijning van de Eenheid Oost-Brabant, met bijlagen, bestaande uit in wettige vorm opgemaakte processen-verbaal en/of geschriften, doorgenummerde pagina’s 1-522.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.