In de memorie van antwoord (randnummers 4.2.22 e.v.) betoogt [Complete Afbouw] dat er geen sprake is van een tekortkoming als bedoeld in de verhaalsbedingen. Zij licht dit als volgt toe, kort weergegeven.
In het bestek, van kracht in de verhouding tussen Pro Persona en [Bouw] , en doorgecontracteerd in de verhouding tussen [Bouw] en [Complete Afbouw] , staat het volgende verhaalsbeding (zie ook de uitsprak van de Hoge Raad, rov. 3.1 onder (iv)):
“90. WET ARBEID VREEMDELINGEN & WET OP DE IDENTIFICATIEPLICHT
Wet Arbeid Vreemdelingen en Wet op de Identificatieplicht. boetes en loonbetalingen; rechtstreekse betaling
Aannemer heeft jegens opdrachtgever ervoor in te staan, dat hij zowel met betrekking tot zijn eigen personeel als personeel van de door hem ingeschakelde onderaannemers voldoet aan de registratievereisten voor niet-Nederlandse werknemers, het een en ander zoals geregeld in de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) (wet van 21 december 1994) en dient daartoe een actueel bestand van identiteitspapieren/werkvergunningen ter inzage op de bouwplaats aanwezig te hebben en bij te houden op een voor de directievoerder/toezichthouder toegankelijke plaats.
Aannemer dient op een voor een ieder zichtbare plaats te vermelden dat een ieder op de bouwplaats verplicht is zich op eerste verzoek tegenover directievoerder / toezichthouder te legitimeren.
Als opdrachtgevers boetes, verhogingen, heffingen, loonbetaling, loonheffing, overige belastingen en premies opgelegd krijgt, is aannemer verplicht, op eerste aanzegging, dit bedrag aan de opdrachtgever te betalen c.q. is opdrachtgever gerechtigd tot elke vorm van verrekening.
Aannemer is daarbij uitdrukkelijk ook aansprakelijk voor de kosten van juridische bijstand/ fiscale bijstand/advies van opdrachtgever.”
In de onderaanneemovereenkomst tussen [Bouw] en [Complete Afbouw] staat:
“De voorwaarden van de hoofdaannemingsovereenkomst met bijlagen voor zover hiervan in het hierna volgende niet is afgeweken, als hieronder omschreven maken deel uit van deze overeenkomst van onderaanneming (…)”
Het hof voegt hieraan toe wat de Hoge Raad, rov. 3.1 onder (i)) overweegt:
“Onderaannemer dient te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen die op zijn werkzaamheden en het inzetten van personeel van toepassing zijn. Indien de hoofdaannemer geconfronteerd mocht worden met boetes of andere aansprakelijk-heidstellingen die terug zijn te voeren op onderaannemer zullen de financiële gevolgen van deze boetes of andere aansprakelijkheidstellingen worden verhaald op onderaannemer. In voorkomend geval behoudt hoofdaannemer zich het recht voor deze in te houden op eventuele openstaande facturen van onderaannemer.”
[Complete Afbouw] betoogt dat sprake is van een afwijking in de onderaanneemovereenkomst ten opzichte van het bestek en dat boetes niet op haar zijn terug te voeren nu [Bouw] en Pro Persona de boetes opgelegd hebben gekregen voor hun eigen tekortschieten. Het causaal verband ontbreekt, aldus [Complete Afbouw] .
Het hof verwijst voorts naar de laatste alinea van rechtsoverweging 3.5.5 van de prejudiciële beslissing, luidende:
“Dat partijen het verhaalsbeding inderdaad bedoeld hebben voor de situatie dat het personeel feitelijk door de ‘lagere schakel’ wordt tewerkgesteld, blijkt hieruit dat het hiervoor in 3.1 onder (iv) geciteerde verhaalsbeding in het bestek slechts betrekking heeft op het “eigen personeel” van de (onder)aannemer, alsmede op het “personeel van de door hem ingeschakelde onderaannemers”. Ook het hiervoor in 3.1 onder (ii) geciteerde beding in de overeenkomst tussen [Bouw] Bouw en [Complete Afbouw] vestigt een aansprakelijkheid van [Complete Afbouw] voor de ten laste van [Bouw] Bouw gekomen boeten en aansprakelijkstellingen, doch (blijkens de eerste zin) slechts voor zover die betrekking hebben op de overtreding van wettelijke verplichtingen ter zake van werkzaamheden van [Complete Afbouw] zelf (“zijn werkzaamheden”) en het inzetten van personeel daarvoor.”