In de onderhavige procedure heeft [appellant] in eerste aanleg verzocht om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
I.
FPI te veroordelen om aan verzoeker een billijke vergoeding te betalen van € 200.000,-- bruto, althans een door de rechtbank te bepalen billijke vergoeding;
II.
FPI te veroordelen tot betaling aan verzoeker van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van het onder I. genoemde bedrag tot de dag der algehele voldoening;
III.
FPI te veroordelen tot betaling aan verzoeker van een bedrag van € 57.516,65 bruto, subsidiair € 28.758,33, zijnde het te weinig betaalde deel van het loon over de opzegtermijn;
IV.
FPI te veroordelen tot betaling aan verzoeker van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de onder III. genoemde bedragen tot de dag der algehele voldoening;
V.
FPI te veroordelen tot betaling aan verzoeker van een bedrag van € 43.137,-- bruto, zijnde de aanspraak van verzoeker op de bonus conform de tussen partijen vigerende bonusregeling, subsidiair € 25.163,25 bruto (pro rato 7/12 van € 43.137,-- bruto), althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen deel van de bonus;
VI.
FPI te veroordelen tot betaling aan verzoeker van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van het onder V. genoemde bedragen tot de dag der algehele voldoening;
VII.
FPI te veroordelen tot betaling aan verzoeker van een bedrag van € 300,-- netto, zijnde de aanspraak van verzoeker op de jubileumbonus;
VIII.
werkgever te veroordelen tot betaling aan verzoeker van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van het onder VII. genoemde bedrag tot de dag der algehele voldoening;
IX.
primair te verklaren voor recht dat het concurrentiebeding zoals opgenomen in art. 11 van de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 mei 2016, althans een nader door de rechtbank te bepalen datum haar rechtsgeldigheid heeft verloren, althans nietig is, althans dit concurrentiebeding te vernietigen, althans te matigen in tijd en (in hoogte) te verbeuren dwangsom; of subsidiair (na aanvulling van eis bij pleitnota) aan verzoeker een vergoeding naar billijkheid toe te kennen ten laste van FPI voor de duur van de beperking van het beding;
X.
FPI te veroordelen in de kosten van de procedure, het salaris van de advocaat daaronder begrepen.