In reconventie vorderde [geïntimeerde] , na wijziging van eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair voorwaardelijk:
– WSG te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van de beëindigingvergoedingen uit de arbeidsovereenkomst ad € 646.433,93 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover en te vermeerderen met de wettelijke verhogingen telkens vanaf de vroegst mogelijke datum tot de dag der voldoening;
– WSG te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van € 1.774.504,83 ter zake van pensioenschade gebaseerd op de arbeidsovereenkomst zulks vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de vroegst mogelijke datum, althans vanaf de indiening van de conclusie van eis in reconventie tot aan de dag der betaling;
primair onvoorwaardelijk:
een verklaring voor recht dat WSG jegens [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld en een veroordeling tot betaling van de daardoor door [geïntimeerde] geleden schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
De voorwaarde(n) waaronder de primair voorwaardelijk ingestelde vorderingen is/zijn ingesteld betreft de vaststelling in rechte dat de tussen partijen gesloten beëindigingovereenkomst niet van kracht is (zodat teruggevallen moet worden op de arbeidsovereenkomst) of dat komt vast te staan dat het bedrag van deze vorderingen groter is dan het bedrag waarop [geïntimeerde] aanspraak kan maken uit hoofde van de beëindigingovereenkomst, waartoe deze partieel ontbonden dient te worden op grond van een toerekenbare tekortkoming van WSG.
subsidiair:
– WSG te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 67.218,= ter zake de beëindigingvergoeding (vergoeding over fictieve opzegtermijn van 6 maanden) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2011 althans van de datum van de vordering in reconventie tot aan de dag der betaling;
– WSG te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 130.000,= ter zake de beëindigingvergoeding (eerste tranche beëindigingsvergoeding) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2011 althans van de datum van de vordering in reconventie tot aan de dag der betaling;
– WSG te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 65.000,= ter zake de beëindigingvergoeding (tweede tranche beëindigingsvergoeding) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2011 althans van de datum van de vordering in reconventie tot aan de dag der betaling;
– WSG te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 65.000,= ter zake de beëindigingvergoeding (niet genoten vakantiedagen) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2011 althans van de datum van de vordering in reconventie tot aan de dag der betaling;
– WSG te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 25.000,= ter zake de beëindigingvergoeding (pensioenopbouw) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2011 althans van de datum van de vordering in reconventie tot aan de dag der betaling;
– WSG te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van het verschuldigde vakantiegeld en onkostenvergoeding over de periode tot 1 mei 2011 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente daarover vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;
– WSG met onmiddellijke ingang te verbieden om verdere handelingen te (doen) verrichten en/of uitlatingen aan derden te (laten) doen in strijd met de bepaling omtrent geheimhouding op straffe van een dwangsom van € 100.000,= en
€ 10.000,= per overtreding voor iedere dag dat enige overtreding van dit verbod voortduurt;
– WSG te bevelen binnen vier werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis de gelegde beslagen op te heffen op straffe van een dwangsom van € 100.000,= voor iedere dag dat WSG nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
– WSG te verbieden om ter zake van de door haar gepretendeerde vorderingen nieuwe beslagen te leggen zulks op verbeurte van een dwangsom ad € 1.000.000,= voor iedere overtreding van dit verbod en € 50.000,= voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt;
– WSG te bevelen om binnen vier werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis de krachtens de arbeidsovereenkomst verschuldigde vakantietoeslag op de gebruikelijke wijze af te rekenen en de gebruikelijke salarisstrook met betrekking tot de vakantietoeslag en de jaaropgave 2011 te verstrekken zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,= per werkdag dat WSG ter zake in gebreke mocht blijven;
alles met veroordeling van WSG in de kosten van de procedure.