6.1.
In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
- [appellant] is geboren op [geboortedatum] 1951 en op 1 juli 1981 in dienst getreden bij Interpolis Verzekeringen N.V. (hierna: Interpolis). [appellant] had bij Interpolis aanvankelijk een arbeidsovereenkomst voor 40 uur per week. In de loop van de jaren ’90 werd de contractuele reguliere arbeidsduur van [appellant] bij Interpolis 38 uur per week.
- -
[appellant] is in 2005 van rechtswege in dienst gekomen bij Achmea, na een fusie tussen Interpolis en Achmea. Achmea kent een contractuele reguliere arbeidsduur van 36 uur per week. [appellant] heeft bij gelegenheid van de fusie op grond van een overgangsregeling een contractuele reguliere arbeidsduur van 38 uur per week behouden.
- -
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Achmea (verder: de CAO) van toepassing.
- -
Op [appellant] zijn onder meer de volgende bepaling uit de CAO van toepassing:
Hoofdstuk 4 Arbeidsduur en bedrijfstijden
Artikel 4.1 Basis arbeidsduur
De basis arbeidsduur bij een voltijdsdienstverband is gemiddeld 36 uur per week en
1872 uur per jaar (52 maal 36).
Artikel 4.2 Contractuele en Individuele arbeidsduur
1 De arbeidsduur wordt in overleg tussen leidinggevende en de medewerker overeengekomen en vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Deze contractuele arbeidsduur is maximaal gemiddeld 36 uur per week en 1872 per jaar, met uitzondering van de groepen medewerkers genoemd in artikel 4.13.
2 De individuele arbeidsduur is de contractuele arbeidsduur per week inclusief eventuele meer/ minder uren op grond van Achmea Select, zoals bepaald in artikel 4.6 en hoofdstuk 12.
(...)
Artikel 4.13 Overgangsbepalingen
1 Voor de medewerker die op grond van overgangsbepalingen van vóór 1 januari 2008 recht heeft op een contractuele arbeidsduur van meer dan 36 uur en de medewerker die op 31 december 2007 in dienst was van Interpolis Verzekeringen N.V., Interpolis Mens & Werk Bedrijfzorg N.V. of Prevend B.V. alsmede de medewerker die op 31 december 2007 werkzaam was voor Achmea Arbo is de maximale contractuele arbeidsduur als bedoeld in artikel 4.2 niet van toepassing indien deze medewerker op 31 december 2007 een contractuele arbeidsduur had van meer dan 36 uur. In dat geval houdt hij ook na 1 januari 2008 het recht op een contractuele werkweek van meer dan 36 uur. Dit recht vervalt op het moment dat deze medewerker na 1 januari 2008, op grond van artikel 4.6, de contractuele arbeidsduur verlaagt naar 36 uur of minder.
2 De medewerker die op 31 december 2007 in dienst was van Interpolis Verzekeringen N.V. en op wie op dat moment de Binnendienst cao van toepassing was en die in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2012 de leeftijd van 60 jaar heeft of bereikt, is de navolgende regeling van toepassing:
De medeweker met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft recht op
de volgende arbeidsduurvermindering:
* in het jaar waarin de 60-jarige leeftijd wordt bereikt: 2 uur per week
* in het jaar waarin de 61-jarige leeftijd wordt bereikt: 3 uur per week
* in het jaar waarin de 62-jarige leeftijd wordt bereikt alsmede in de eventuele dienstjaren gelegen na het jaar waarin hij de 62-jarige leeftijd bereikte: 4 uur per week.
Bovenstaande arbeidsduurvermindering geldt bij een gemiddelde arbeidsduur van
38 uur per week. De medewerker die minder dan gemiddeld 38 uur per week
werkt, heeft recht op arbeidsduurvermindering naar evenredigheid.
De arbeidsduurvermindering zal worden opgenomen in uren per dag of per week.
In incidentele gevallen kan de medeweker in overleg met de leidinggevende, indien de bedrijfsomstandigheden dit toelaten, de arbeidsduurvermindering op andere wijze opnemen.
Gedurende gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid alsmede tijdens vakanties, ontstaat geen aanspraak op arbeidsduurvermindering.
Als de medewerker gebruik maakt van arbeidsduurvermindering zal dit in principe niet mogen leiden tot aantasting van zijn functieniveau.
(...)
Artikel 12.2 Algemene keuzeregels
1 De medewerker kan jaarlijks in oktober en november (tijdens de zogenoemde “keuzeronde”) zijn keuzes voor Achmea Select kenbaar maken voor het volgende kalenderjaar (hierna te noemen “de keuzeperiode”). lngeval de medewerker tijdens de keuzeronde arbeidsongeschikt is, zal in onderling overleg met de werkgever worden bepaald in hoeverre de medewerker op dat moment zijn keuzes - die te maken hebben met het (ver)kopen van vakantie-uren en/of het wijzigen van de gemiddelde arbeidsduur per week - kenbaar kan maken. De werkgever kan de door een arbeidsongeschikte medewerker gemaakte keuzes weigeren indien en voor zover de keuzes naar het oordeel van de werkgever niet in het belang zijn van de re-integratie van de medewerker of anderszins tot ongewenste effecten leiden.
2 De medewerker kan vanaf de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst deelnemen aan Achmea Select. De medewerker dient hiertoe een verzoek in bij
zijn leidinggevende.
3 Het wijzigen van de gemiddelde individuele arbeidsduur per week en de aan- of verkoop van vakantie-uren kan alleen in overleg met de leidinggevende. De leidinggevende kan het verzoek om de gemiddelde individuele arbeidsduur te wijzigen weigeren indien een bedrijfsbelang zich hiertegen verzet.
(...)
Artikel 12.5 Keuze wekelijkse arbeidsduur
1 De medewerker heeft jaarlijks het recht om in de keuzeronde de wekelijkse arbeidsduur te verkorten of te verlengen voor de duur van de keuzeperiode. De medewerker kan de wekelijkse arbeidsduur alleen in hele uren verlengen of verkorten.
* De medewerker met een contractuele arbeidsduur van 36 uur of meer kan in overleg met zijn leidinggevende de wekelijkse arbeidsduur binnen een bandbreedte van minimaal 34 en maximaal 40 uur verkorten of verlengen;
* De medewerker met een contractuele arbeidsduur van meer dan 24 uur en minder dan 36 uur per week, kan de wekelijkse arbeidsduur met maximaal twee uur per week verkorten of maximaal vier uur per week verlengen;
* De medewerker met een contractuele arbeidsduur van 24 uur of minder per week kan in overleg met zijn leidinggevende de contractuele arbeidsduur één uur verkorten of maximaal twee uur per week verlengen.
2 Het verkorten of verlengen van de arbeidsduur leidt tot een evenredige aanpassing van de arbeidsduurgerelateerde cao-arbeidsvoorwaarden (onder andere: salaris, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering/-gratificatie, pensioen en vakantie-uren).
De jaarlijkse aanpassing van de arbeidsduur heeft geen invloed op de contractuele
arbeidsduur.
(...)”.
- -
[appellant] heeft gedurende het jaar 2009 met gebruikmaking van de in artikel 12.5 van de CAO neergelegde mogelijkheid om de arbeidsduur te verlengen (hierna: de Achmea Selectregeling), 40 uur per week gewerkt en uitbetaald gekregen. In 2010 heeft [appellant] geen gebruik gemaakt van die mogelijkheid (naar eigen zeggen omdat hij ten onrechte veronderstelde dat de verlenging uit 2009 automatisch door zou lopen), en dus 38 uur per week gewerkt. In de jaren 2011 en 2012 heeft [appellant] weer gebruik gemaakt van de mogelijkheid om 40 uur per week te werken.
- -
De direct leidinggevende van [appellant] , mevrouw [de direct leidinggevende van appellant] , heeft [appellant] begin 2012 gewezen op de in artikel 4.13 lid 2 van de CAO neergelegde overgangsregeling voor oud Interpolis-medewerkers die arbeidsduurverkorting met behoud van salaris mogelijk maakte (hierna: de Seniorenregeling). Mevrouw [de direct leidinggevende van appellant] heeft [appellant] op grond van die regeling gedurende 2012 een arbeidsvermindering van 3 uur per week toegestaan (het aantal uren dat [appellant] volgens de Seniorenregeling in dat jaar op grond van zijn leeftijd toekwam). In verband met het feit dat [appellant] in 2011 geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid zijn arbeidsomvang in dat jaar met twee uur per week te verminderen, heeft mevrouw [de direct leidinggevende van appellant] hem in 2012 een extra arbeidsvermindering van een uur toegestaan (in totaal dus een arbeidsvermindering van vier uur per week), terwijl het andere uur per week dat in 2011 niet was genoten, in 2012 aan hem is uitbetaald.
- -
In de loop van 2012 heeft de HR-afdeling van Achmea aan mevr. [de direct leidinggevende van appellant] meegedeeld dat een vermindering van uren met behoud van salaris op grond van de Seniorenregeling niet mogelijk is indien tegelijkertijd voor een verlenging van de arbeidsduur tegen uitbetaling van de extra uren op grond van de Achmea Selectregeling wordt gekozen.
- -
[appellant] heeft voor de jaren 2013 en 2014 een aanvraag gedaan voor verlenging van de arbeidsduur naar 40 uur op grond van de Achmea Selectregeling naast vermindering van de arbeidsduur met behoud van salaris op grond van de Seniorenregeling.
- -
Achmea heeft de aanvragen voor verlenging van de arbeidsduur afgewezen omdat volgens haar niet gelijktijdig gebruik kan worden gemaakt van het verlengen van de arbeidsduur met betaalde uren én op arbeidsduurvermindering met behoud van salaris over de niet gewerkte uren. Achmea heeft [appellant] wel toegestaan om met behoud van salaris over 38 uur per week, 34 uur per week te gaan werken.
- -
Achmea heeft in verband daarmee per e-mail van 15 november 2013 het volgende aan [appellant] meegedeeld:
“(...)Hoi [appellant] ,
Vind het heel vervelend om dit via mail te doen, maar ik moet vandaag alle selectkeuzes goed- of afkeuren.
Zoals beloofd heb ik jouw verzoek nogmaals voorgelegd bij HR. [medewerker] is er mee aan de slag gegaan en heeft zijn uiterste best gedaan alle relevante informatie boven tafel te krijgen.
Helaas moet ik je berichten dat het Achmea-beleid is dat beiden regelingen strijdig zijn met elkaar en dat er maar één van de twee kan fungeren.
In april 2010 is hier over gecommuniceerd. Dat bericht wil ik je uiteraard niet onthouden (zie bericht hieronder).
Aanstaande dinsdag hebben we een bila en wil ik hier graag nog even samen met jou bij stil staan. Ook moeten we dan samen kijken naar hoe je dan volgend jaar je uren wil gaan inrichten (ik heb je al aangegeven dat een tweede vrije vrijdag op dit moment niet past binnen het rooster).