2.3.
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
- een journaalbericht van de zijde van de man van 18 januari 2017 met bijlagen, ingekomen op 19 januari 2017;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 2 maart 2017 met bijlagen, ingekomen op 2 maart 2017;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 3 april 2017 met bijlagen, ingekomen op 3 april 2017;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 4 april 2017 met bijlage, ingekomen op 4 april 2017;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 19 juli 2017 met bijlage, ingekomen op 19 juli 2017;
- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 29 november 2017 met bijlagen, ingekomen op 29 november 2017;
- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 20 december 2017, ingekomen op 20 december 2017, waarbij mr. Kammers zich heeft onttrokken en mr. Bäumler zich voor de vrouw als advocaat heeft gesteld.
2.4.
Het hof heeft vastgesteld dat de man in persoon procedeert ondanks dat over de goederen die aan de man als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren een meerderjarigenbewind is ingesteld. Het hof heeft bij brief d.d. 4 december 2017 mr. Hendriks, als meest gerede partij, in de gelegenheid gesteld om de bewindvoerder van de man de onderhavige procedure te laten overnemen in stand waarin deze zich bevindt en voort te zetten.
2.5.
Bij faxbericht van 6 december 2017 heeft mr. Hendriks het hof bericht dat de bewindvoerder, in plaats van de man, de onderhavige procedure zal voortzetten in de stand waarin deze zich thans bevindt. Het hof merkt dan ook de bewindvoerder aan als procespartij in de onderhavige zaak.