[appellante] heeft in eerste aanleg samengevat gevorderd (vonnis, 3.1):
primair: een verklaring voor recht over de opzegging en een veroordeling tot ontruiming, met een dwangsom;
subsidiair: vaststelling van een datum waarop de huurovereenkomst zal eindigen en [geïntimeerden c.s.] de woning dient te ontruimen, met een dwangsom;
meer subsidiair: ontbinding van de huurovereenkomst en een veroordeling tot ontruiming, met een dwangsom;
met veroordeling van [geïntimeerden c.s.] in de proceskosten.
[appellante] heeft samengevat hieraan ten grondslag gelegd dat het huis ongeschikt is voor langdurend verblijf en dat zij nooit een huurovereenkomst voor woonruimte heeft willen aangaan. [appellante] heeft gesteld dat haar financiële situatie slecht is, zodat zij in het huis moet gaan wonen, en dat [geïntimeerden c.s.] eenvoudig ergens anders kan gaan wonen.
[geïntimeerden c.s.] heeft verweer gevoerd.
[geïntimeerden c.s.] heeft in reconventie, onder de voorwaarde van toewijzing van een vordering in conventie, veroordeling gevorderd tot betaling van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten alsmede tot betaling van een vergoeding voor de door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen.
[appellante] heeft verweer gevoerd.