De Inspecteur heeft aan de hand van informatie afkomstig uit het strafrechtelijk onderzoek een fiscale rapportage, met als datum 18 juni 2014 (het fiscale rapport), samengesteld. Het fiscale rapport (p. 13 en 14) vermeldt onder meer het volgende:
“4.2.6 Samenvatting en conclusies op basis van de paragrafen 4.2.1 t/m 4.2.5
- Van de totale OZ die per 16-6-2009 in het bezit zijn van de familie [familie] is 34% van de aankoopsom (= € 3.110.373) alsmede 35% van het aantal OZ toegerekend aan het belaste ondernemingsvermogen van dhr. [familie] en 66% van de aankoopsom (= € 5.996.231) alsmede 65% van het aantal OZ aan het onbelaste privévermogen van de overige gezinsleden.
Daartegenover staat dat 49% van de resthypotheek (€ 829.028) met de daarbij behorende rente-aftrek wordt toegerekend aan het ondernemingsvermogen van [belanghebbende] en 51% (= € 843.993) aan het privévermogen van de overige gezinsleden.
- Alle panden die van 1996 tot en met 16-6-2009 zijn aangekocht, hebben een totale aankoopsom van € 16.238.118. Hiervan werd slechts € 1.324.317 gefinancierd middels een bancaire lening. Het restant van de aankoopsom ad € 14.913.801 is voldaan uit de verkoopopbrengst van de verkochte panden danwel uit de ontvangen huuropbrengsten danwel uit andere middelen.
- In de periode 1996 t/m 16-6-2009 worden door de familie [familie] in totaal 178 panden gekocht met een totale aankoopwaarde van € 16.238.110. Van dit totale aankoopbedrag is € 15.840.573 (97,6%) betaald via de bedrijfsbankrekening met nummer 1484.97.314 t.n.v. [belanghebbende] en [de echtgenote] . Echter de panden die via deze betaalrekening zijn aangekocht, vallen niet allemaal in het ondernemingsvermogen van [belanghebbende] .
- [de echtgenote] heeft 100% van de totale aankoopwaarde van de aan haar toebedeelde OZ via de bedrijfsbankrekening op naam van haar echtgenoot en haarzelf betaald. Volgens de aangiften inkomstenbelasting rekent [de echtgenote] deze OZ tot haar privévermogen, maar ze worden blijkbaar betaald via de bedrijfsbankrekening;
- [dochter 1] heeft slechts € 347.159 (= 30%) van de totale aankoopwaarde van de aan haar toebedeelde OZ zelf betaald en de overige 70% via de bedrijfsbankrekening van haar ouders;
- [dochter 2] heeft slechts € 36.121 (= 3,7%) van de totale aankoopwaarde van de aan haar toebedeelde OZ zelf betaald en de overige 96,3% via de bedrijfsbankrekening van haar ouders;
- [zoon] heeft slechts € 14.257 (= 1,5%) van de totale aankoopwaarde van de aan hem toebedeelde OZ zelf betaald en de overige 98,5% via de bedrijfsbankrekening van zijn ouders;
- In de periode 1996 t/m 16-6-2009 worden door de familie [familie] in totaal 100 panden verkocht met een totale verkoopwaarde van € 10.991.398. Van dit totale verkoopbedrag is € 10.694.352 (97%) ontvangen via de bedrijfsbankrekening van [belanghebbende] ;
- De winstmarge die in het ondernemingsvermogen valt, bedraagt slechts 15% van de aankoopwaarde ofwel 32% van de totale handelswinst. Dit komt neer op een handelswinst van € 926.062. Een bedrag van € 1.996.547 ofwel 68% van de totale handelswinst wordt toegerekend aan het onbelaste privé-inkomen van de overige gezinsleden;
- De gemiddelde handelswinst per OZ bedraagt voor [belanghebbende] € 12.026. Voor [de echtgenote] bedraagt de gemiddelde handelswinst per OZ € 68.880 en voor [dochter 1] € 151.339;
- De totale verkoopwaarde ad € 3.041.983 van de OZ op naam van [de echtgenote] is ontvangen op de bedrijfsbankrekening van [belanghebbende] en haarzelf en van de totale verkoopwaarde ad € 1.028.259 van de OZ op naam van [dochter 1] is een bedrag van € 731.211 ofwel 71% eveneens ontvangen op de bedrijfsbankrekening van haar ouders;
- De totale kosten m.b.t. de OZ ad € 2.953.762 worden voor het grootste gedeelte (€ 1.904.264 ofwel 64%) als kosten voor de onderneming geboekt, terwijl van de totale huuropbrengsten ad € 6.159.113 juist het kleinste deel (€ 1.056.579 ofwel 17%) aan het ondernemingsvermogen wordt toegerekend;
- De kosten ad € 1.904.264 die aan het bedrijfsresultaat van [belanghebbende] worden toegerekend overschrijden ruimschoots de huuropbrengsten ad € 1.056.579 die binnen zijn onderneming vallen zodat over de periode 1996 t/m 16-6-2009 in totaal een negatief exploitatiesaldo van € 847.685 wordt gerealiseerd;
- Op de OZ die aan het privévermogen van de familie [familie] zijn toebedeeld, wordt een positief exploitatieresultaat behaald van € 4.053.038;
- Van de totale huuropbrengsten ad € 6.159.113 wordt het overgrote deel (€5.554.895 ofwel 90%) geïnd via de bankrekening/kas t.n.v. [belanghebbende] terwijl deze huuropbrengsten niet tot de bedrijfswinst van [belanghebbende] worden gerekend;
- Per saldo realiseert [belanghebbende] binnen zijn onderneming een resultaat m.b.t. de onroerende zaken (over de periode 1996 t/m 2009) van:
€ 926.062 (handelsresultaat) -/- € 847.685 (exploitatieresultaat) = € 78.377
- Aan privé wordt over diezelfde periode een resultaat toegerekend van:
€ 1.996.547 (handelsresultaat) -/- [Hof: +] € 4.053.038 (exploitatieresultaat) = € 6.049.585”