3.1.
[appellant] heeft in eerste aanleg in conventie gevorderd de veroordeling van De Rooi Pannen tot:
a. betaling van het volledige salaris van € 5.202,83 bruto per maand tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met emolumenten, onder overlegging van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
b. betaling van € 3.094,60 bruto aan achterstallig salaris over mei en juni 2018, onder overlegging van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
c. betaling van € 247,57 bruto aan vakantiegeld over mei en juni 2018, onder overlegging van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
d. betaling van de wettelijke verhoging over het loon;
e. wedertewerkstelling van [appellant] in de functie van adjunct-directeur, op straffe van een dwangsom;
f. betaling van de wettelijke rente over het onder a en b gevorderde;
g. publicatie van de in de akte vermeerdering van eis opgenomen rectificatietekst op de website van De Rooi Pannen;
h. publicatie van de rectificatietekst op de Facebookpagina van De Rooi Pannen;
i. het versturen van de rectificatietekst naar het Eindhovens Dagblad, Omroep Brabant,
Brabant Nieuws, Brabants Dagblad en Studie040.nl met het verzoek dit te publiceren;
j. het onder g, h en i gevorderde op straffe van een dwangsom;
k. betaling van de proceskosten.
3.2.
De Rooi Pannen heeft in eerste aanleg in reconventie gevorderd de veroordeling van [appellant] tot hervatting van zijn werkzaamheden in de functie van docent voor de afdeling Toerisme & Vrije Tijd, met toepassing van de afbouwregeling van het salaris, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van [appellant] in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.3.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 30 augustus 2018 de vordering in conventie tot betaling van het (achterstallig) salaris, vakantiegeld, wettelijke verhoging en wettelijke rente toegewezen en de vordering in conventie voor het overige afgewezen. De kantonrechter heeft de vordering in reconventie afgewezen. De vordering tot wedertewerkstelling heeft de kantonrechter afgewezen omdat, kort gezegd, gelet op de (onzekerheid van de) handtekeningenkwestie en de rol van de Inspectie en het Ministerie hierin, terugkeer van [appellant] in de functie van adjunct-directeur bij de afdeling Horeca niet dermate waarschijnlijk is dat hierop in kort geding vooruit gelopen kan worden. De vordering tot rectificatie is afgewezen door de kantonrechter omdat voorshands niet is komen vast te staan dat sprake is van onrechtmatig handelen door De Rooi Pannen jegens [appellant] .