De deskundige, prof. dr. Öner heeft in dit verband het volgende gerapporteerd:
“(…)
SAMENVATTING:
Het betreft een inmiddels 49-jarige man, die sinds 2005 wisselende klachten heeft van zijn lage rug en van zijn nek en schouders. (…)
Er zijn diverse onderzoeken verricht, waarbij behalve enige degeneratieve afwijkingen passend bij de leeftijd geen andere oorzaken zijn gevonden.(…)
Betrokkene is vrij lang van postuur;: hij is 1,98m en weegt inmiddels 115 kg. Volgens de medische gegevens is hij de afgelopen jaren 20 kg aangekomen. De rug- en nekpijnklachten zijn de afgelopen jaren stabiel gebleven.(…)
Samengevat betreft het hier een casus met langdurige lage rug-, nek- en schouderpijn klachten. De klachten en beperkingen op mijn vakgebied zijn grotendeels gerelateerd aan de activiteiten waarbij betrokkenen langdurig in dezelfde houding moet zitten, staan of lopen. Hij heeft er met name moeite mee als hij langdurig moet zitten of lang auto moet rijden. (…)
Kort samengevat gaat het om degeneratieve afwijkingen in de lumbale wervelkolom en de cervicale wervelkolom zonder evidente beïnvloeding van het ruggenmerg of de zenuwwortels. Betrokkene is door diverse specialisten onderzocht, waarbij geen afwijkingen zijn gevonden.(…)
De diagnose luidt:
1. Lage rugklachten op basis van degeneratieve afwijkingen in de laaglumbale regio, zonder deformiteit of neurologische complicaties.
2. Nekklachten op basis van lichte degeneratieve afwijkingen zonder een deformiteit of neurologische complicaties.
Vraag 7: Hoe groot acht u de kans, in procenten, dat de werkomstandigheden van verzoeker bij ABS de oorzaak van de klachten zijn? Wilt u bij deze inschatting zo mogelijk verwijzen naar de door u geraadpleegde medische literatuur?
Antwoord: De vraag hier is of er dus een oorzakelijk verband is tussen de degeneratieve afwijkingen en de klachten van de wervelkolom en de werkomstandigheden. Dit is een vraag waarover een uitgebreide discussie bestaat binnen de vakliteratuur. (…)
Vooral de afgelopen jaren is er een toenemende aandacht om hier een goed antwoord op te vinden. Hieronder zal ik proberen een overzicht te geven van de belangrijkste publicaties en studies over dit onderwerp van de laatste jaren. (…)
Volgens de resultaten van deze studies was de conclusie dat er wel een positieve correlatie was gevonden, vooral bij mannen, tussen de arbeidsgerelateerde lichamelijke belasting en het ontwikkelen van symptomatische discopathieën. In de samenvatting van studie 1 luidt de conclusie dat cumulatieve fysieke werkbelasting duidelijk gerelateerd is aan discusdegeneratie en ziekte.
In 2010 is in het Spine Journal (…) een serie artikelen verschenen van een werkgroep uit Canada die een uitgebreide systematische literatuurreview heeft gedaan naar de associatie tussen symptomatische discusdegeneratie en verschillende werkomstandigheden en lifestyle omstandigheden (…)
Er zijn een aantal conclusies mogelijk op basis van deze reviews:
1. Het is niet waarschijnlijk dat zitten tijdens het werk een onafhankelijke oorzaak is van lage rugklachten in de betreffende populatie.
2. Er is een aantal hoge kwaliteit studies die een relatie aantonen tussen tillen tijdens het werk en lage rugproblemen. De kracht van bewijs was matig. \de conclusie is dat het niet waarschijnlijk is dat tillen tijdens het werk in het algemeen een onafhankelijke oorzaak is voor lage rugklachten in de populatie, maar in specifieke subcategorieën had het mogelijk wel een invloed (…)
3. Het is onwaarschijnlijk dat dragen tijdens het werk in het algemeen een onafhankelijke oorzaak is van lage rugklachten.
4. (…)
5. Het is onwaarschijnlijk dat staan en lopen tijdens het werk in het algemeen een onafhankelijke oorzaak is van lage rugklachten in de populatie.
6. Wat betreft de relatie tussen ongemakkelijke posturen tijdens werk was de conclusie dat er wel (zwakke) associaties werden gevonden tussen ongemakkelijke houdingen tijdens het werk (awkward occupational postures) en lage rugpijn, vooral in bepaalde specifieke subcategorieën. In het algemeen werd gevonden dat het niet waarschijnlijk was dat deze posities onafhankelijke oorzaken waren voor lage rugpijn in de populatie.
7. Als laatste over de relatie tussen buigen en draaien tijdens werk en lage rugpijn, hier was de conclusie dat er conflicterend bewijs was gevonden in verschillende criteria. Dit impliceerde dat er waarschijnlijk specifieke subcategorieën waren die wel belangrijke oorzakelijke verbanden vertoonden bij het ontstaan van lage rugklachten.
Kort samengevat is er in de bestaande vakliteratuur geen sterke aanwijzing te vinden voor een eenduidige relatie tussen belasting tijdens het werk en het ontstaan van symptomatische rugpijn. Een van de moeilijkheden is dat een discusdegeneratie met of zonder rugpijnklachten zeer vaak voorkomt bij alle mensen boven de 35 jaar, ongeacht het beroep. Er zijn incidenties van boven de 80% vermeld. Dit maakt de vaststelling van een associatie tussen het ontstaan van een symptomatische discusdegeneratie en werkbelasting nagenoeg onmogelijk. (…) bij betrokkene was er sprake van discopathieën van de CWK en LWK. Deze afwijkingen passen bij het normale patroon van veroudering, maar de associatie tussen het bestaan van een discopathie en de bijbehorende symptomen zoals chronische rugpijn is redelijk zwak. Dat wil zeggen dat bijna iedereen boven de 35 jaar een discopathie kan ontwikkelen van de laaglumbale en cervicale wervelkolom, alleen een klein percentage daarvan ontwikkelt een chronische nek- of rugpijn. Zoals de samenvatting van de literatuur aanwijst, is er mogelijk wel een associatie tussen bepaalde vormen van overbelasting tijdens het werk en het symptomatisch worden van een discopathie. Deze associatie is zwak en moeilijk aantoonbaar, maar zoals vermeld in de uitgebreide studies (…) lijkt het erop dat een bepaald overbelastingspatroon wel invloed kan hebben op dit punt.
Mijn uiteindelijke conclusie bij deze casus is dat er bij betrokkene sprake is van een matige discusdegeneratie van de cervicale en lumbale wervelkolom zonder evidente mechanische of neurologische complicaties. Deze afwijkingen hebben waarschijnlijk bijgedragen aan het ontstaan van de chronische pijnklachten. Of hij dezelfde soort chronische pijnen ontwikkeld zou hebben zonder de overbelasting tijdens het werk is niet met zekerheid vast te stellen.
Het is naar mijn oordeel wel waarschijnlijk dat zonder de werkgerelateerde
overbelasting de klachten minder zouden zijn geweest, en misschien met
hadden geleid tot het staken van werkzaamheden.
Met andere woorden: het is best mogelijk dat betrokkene zonder de overbelasting tijdens het werk veel minder last zou hebben gehad van nek- en rugpijn en daardoor misschien niet arbeidsongeschikt was geraakt. Het noemen van een percentage in een soortgelijke zaak vind ik gezien het zwakke bewijs in de literatuur wetenschappelijk niet verantwoord. (…)
Vraag 13 Bestonden voor het dienstverband bij ABS bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied als de onderzochte thans nog steeds heeft?
Betrokkene had voor zijn werkzaamheden geen klachten van zijn rug of nek. (,,,)
Het is wel zo dat betrokkene een lang postuur heeft. Zoals eerder besproken geeft een lang postuur een verhoogd risico op het ontwikkelen van vooral lage rugklachten. (…) Deze heeft mogelijk een rol gespeeld bij het ontstaan van zijn klachten, vooral van de lage rug.
Vraag 15 Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest op of enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als de onderzochte niet onder slechte werkomstandigheden zou hebben gewerkt?
Zoals uitgebreid besproken onder mijn antwoord op vraag 7 is de kans op het ontwikkelen van lage rugproblemen en degeneratieve nekproblemen tijdens het leven geschat op boven de 80%. Dit betekent dat betrokkene ook een hoger risico had om deze klachten te ontwikkelen zonder enige relatie met zijn werkzaamheden.
Vraag 16 Zo ja, kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
Zoals uitgebreid besproken is de kans op het ontwikkelen van lage rugpijnen en degeneratieve nekpijnen zeer groot onder de algemene bevolking. Gezien de grote lengte van betrokkene is de kans op lage rugpijn extra verhoogd. (…)”