[de werkgever] heeft over het incident op 1 mei 2019 in eerste aanleg het volgende gesteld:
“4. Op 1 mei 2019 heeft [de werknemer] een medewerkster van de afdeling P&O bedreigd in haar kantoor (…).
5. Die dag kwam hij op de afdeling Personeel & Organisatie met het verzoek om zijn loonstrook en jaaropgave uit te printen. Terwijl een medewerkster bezig was met het uitprinten begon [de werknemer] op zeer denigrerende wijze tegen de medewerkster te zeggen dat zij dit eigenlijk voor hem dienen te zenden naar zijn postadres en dat zij dienen te doen wat hij zegt.
6. De medewerksters leggen vervolgens uit dat zij dit niet verplicht zijn maar dat men wel bereid is maandelijks de loonstrook voor [de werknemer] uit te printen. Vervolgens geeft [de werknemer] aan dat hij geen internet wil betalen (en om die reden de loonstroken niet digitaal wenst te ontvangen) waarbij hij zijn telefoon pakt en deze in het gezicht van mevrouw [medewerkster P&O 1] , medewerkster P&O, duwde.
7. Daarbij was mevrouw [medewerkster P&O 2] aanwezig. Zij is manager P&O en zij sommeerde na dit voorval terstond [de werknemer] om de kamer uit te gaan. Beide medewerksters voelden zich zeer bedreigd door [de werknemer] .
8. Herhaaldelijk wordt [de werknemer] gesommeerd de kamer te verlaten die dit echter weigert.
9. Schreeuwend stelt [de werknemer] dat hij helemaal niet bedreigend over komt en dat hij weigert de kamer te verlaten. Mevrouw [medewerkster P&O 2] haalt vervolgens een mannelijke collega erbij, de heer [collega 1] , maar ook deze krijgt [de werknemer] niet zover dat hij de kamer verlaat.
10. Mevrouw [medewerkster P&O 2] is vervolgens achter haar bureau gaan zitten. [de werknemer] liep daarbij achter haar aan en ging bij haar bureau staan waarbij hij hard op haar bureau sloeg en schreeuwde en gilde dat mevrouw [medewerkster P&O 2] niet moest denken dat [de werkgever] van haar was en dat hij recht had op een jaaropgave waarbij hij bleef slaan op het bureau van mevrouw [medewerkster P&O 2] . [de werknemer] bleef maar schreeuwen. (…)
11. Op dat moment kwamen ook andere werknemers kijken wat er aan de hand was vanwege het luide geschreeuw van [de werknemer] .
12. Vervolgens heeft mevrouw [medewerkster P&O 1] [de werknemer] nogmaals verzocht de kamer te verlaten en als hij dat niet zou doen zij niet meer voor hem de loonstroken zou uitprinten. Hierop begon [de werknemer] ook tegen haar te schreeuwen. Uiteindelijk liep hij wel de kamer uit maar voordat hij de kamer uit was draaide hij zich om een schreeuwde tegen mevrouw [medewerkster P&O 2] :
“… jou zoek ik nog wel op” dan wel in woorden van gelijke strekking.
(…)
15. In het ziekenhuis heeft [de werknemer] zijn bedreigingen aan het adres van mevrouw [medewerkster P&O 2] herhaald in het bijzijn van een andere medewerkster van [de werkgever] , mevrouw [collega 2] .”
[de werkgever] heeft in eerste aanleg ter onderbouwing van dit standpunt schriftelijke verklaringen overgelegd van [medewerkster P&O 1] , [medewerkster P&O 2] en [collega 2] .