Volgens [de werknemer] heeft [de werkgever] hem ten onrechte verweten dat hij pauze zou genieten die hij vervolgens niet noteerde. Volgens [de werknemer] was sinds 2014 al bekend en geaccepteerd door [de werkgever] dat hij geen pauzes opnam, De dagplanning van [de werkgever] houdt volgens [de werknemer] ook geen rekening met een pauze.
Ook als het hof ervan uitgaat dat [de werknemer] in 2014 toestemming zou hebben gekregen voor het niet opnemen van pauze (hetgeen [de werkgever] heeft betwist), dan acht het hof begrijpelijk dat de discussie die hierover vanaf 2016 is ontstaan tot irritatie heeft geleid aan de zijde van [de werkgever] . Nadat meerdere briefwisselingen tussen [de werkgever] en de gemachtigde van [de werknemer] en een gesprek tussen partijen niet tot een oplossing hadden geleid, heeft [de werkgever] op directieniveau, via een advocaat, bij brief van 30 juli 2018 aan [de werknemer] laten weten dat het verplicht is dat een werknemer pauze neemt, dat het wat [de werkgever] betreft altijd mogelijk moet zijn een half uur pauze op te nemen per dag en dat slechts in hele uitzonderlijke situaties daarvan kan worden afgeweken en de niet genoten pauze zal worden doorbetaald.
Een maand later heeft [de werknemer] met zijn leidinggevende, de heer [leidinggevende] , afspraken gemaakt over het opnemen van het grote aantal overuren dat hij had opgebouwd en daarbij opnieuw het al dan niet opnemen van pauze besproken. Daarbij heeft [de werknemer] per e-mail het volgende voorgesteld, waarmee [leidinggevende] vervolgens per e-mail akkoord is gegaan:
“Het al dan niet nemen van pauze is eigen verantwoordelijkheid, hij wordt niet verplicht gesteld met als gevolg dat ik een “doorgewerkte pauze” niet doorbetaald krijg (lees: géén aftrek van pauzetijd op de gewerkte tijd meer). Uitgangspunt blijft dat alle gewerkte uren vergoed worden. Bij niet genoten pauze komt het erop neer dat het aantal werkuren, de uren zijn vanaf vertrek thuis tot aan einde werkzaamheden thuis (inclusief eventueel thuiswerk).”
Hoewel het in de risicosfeer van [de werkgever] ligt dat [leidinggevende] kennelijk onvoldoende op de hoogte was van de lijn die de directie van [de werkgever] kort daarvoor via een advocaat rechtstreeks aan [de werknemer] had gecommuniceerd, kan het hof zich goed voorstellen dat [de werkgever] hier op directieniveau niet blij mee was, toen zij hier enige tijd later achter kwam. Het was transparant en netjes geweest als [de werknemer] zijn leidinggevende zou hebben gewezen op de brief die hij een maand eerder had ontvangen met daarin verwoord de visie van [de werkgever] omtrent het opnemen van pauze.
Vervolgens heeft [de werknemer] bij de instellingen van het tijdschrijfprogramma de pauze standaard op nul minuten ingesteld. Het hof is van oordeel dat uit de zin “Het al dan niet nemen van pauze is de eigen verantwoordelijkheid”, niet kan worden opgemaakt dat de werknemer per definitie steeds de pauze op nul mag zetten, zoals [de werknemer] betoogt.
Zeker nu [de werknemer] een maand eerder vanuit [de werkgever] na jarenlange discussie via een advocaat had vernomen dat pauze slechts in heel uitzonderlijke situaties niet hoeft te worden genomen, heeft hij uit de e-mail van [leidinggevende] niet mogen afleiden dat [de werkgever] alsnog ermee akkoord was dat hij standaard geen (enkele) pauze zou noteren.
Tot slot heeft [de werknemer] onvoldoende onderbouwd dat de werkplanning zo krap was dat hij meestal helemaal geen pauze kon opnemen. Zo heeft [de werknemer] over alle jaren slechts van 5 dagen een rooster ingebracht en is [de werknemer] niet ingegaan op de toelichting vanuit [de werkgever] dat hij in de periode 2018-2021 gemiddeld 141 dagen per jaar bij één opdrachtgever werkzaam was, waarbij hij zelf zijn pauze kon inplannen.