[geïntimeerde] heeft verweer gevoerd en in dat verband, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd.
[appellant] , aldus [geïntimeerde] , is niet als begunstigde aangewezen, niet in het polisblad en niet in de polisvoorwaarden. Integendeel. Op het polisblad is duidelijk vermeld wie de begunstigde is en dat is verzekeringnemer/ [geïntimeerde] . Het zichzelf aanwijzen als begunstigde is op grond van artikel 7:966 lid 1 BW toegestaan. In de polisvoorwaarden is, anders dan [appellant] stelt, geen begunstigde aangewezen. Er wordt slechts verwezen naar het polisblad en daarop is [geïntimeerde] als begunstigde vermeld. Bovendien is het zo, aldus [geïntimeerde] , dat zolang er geen begunstigde is aangewezen, het recht op uitkering op grond van artikel 7:967 lid 8 BW toekomt aan de verzekeringnemer, [geïntimeerde] dus.
Het is nooit de bedoeling van De Amersfoortse Verzekeringen en [geïntimeerde] - als partijen bij de verzekeringsovereenkomst - geweest om [appellant] als begunstigde aan te wijzen. Dat blijkt ook niet uit de door [appellant] aangehaalde stukken. Er wordt nergens gesproken over een eigen recht van verzekerde op een uitkering uit hoofde van de verzekering. [appellant] is bovendien helemaal niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de overeenkomst en geen partij bij die overeenkomst. Hij kan dan ook geen rechten aan die overeenkomst ontlenen, aldus [geïntimeerde] .
[geïntimeerde] wijst er verder op dat in de arbeidsovereenkomst de collectieve ongevallenverzekering niet als secundaire arbeidsvoorwaarde is opgenomen. Evenmin is er sprake van een in de arbeidsrelatie tussen [appellant] en [geïntimeerde] geldende collectieve arbeidsovereenkomst waarbij is bepaald dat de werknemers van [geïntimeerde] als begunstigde van een door de werkgever afgesloten collectieve ongevallenverzekering hebben te gelden.
[geïntimeerde] heeft volgens haar wel degelijk een eigen belang bij de verzekering, namelijk de dekking van de eigen schade bij een ongeval, zoals kosten van vervanging en re-integratie. [geïntimeerde] heeft ook altijd de premies voor de verzekering betaald.
De bedoeling van [geïntimeerde] om haar eigen schade te dekken is ook altijd kenbaar geweest/of heeft dat moeten zijn voor De Amersfoortse Verzekeringen: [geïntimeerde] had zich zelf immers expliciet als begunstigde aangewezen. Om die reden liet De Amersfoortse Verzekeringen ook aan [appellant] weten dat de uitkering aan [geïntimeerde] werd gedaan en dat de kwestie van het al dan niet doorbetalen van de uitkering aan [appellant] een kwestie tussen [appellant] en [geïntimeerde] is.
Tot slot merkt [geïntimeerde] op dat het gegeven dat De Amersfoortse Verzekeringen in de door [appellant] aangehaalde e-mailcorrespondentie over “uw claim” spreekt, helemaal niets zegt over een eigen recht van [appellant] op doorbetaling van de uitkering door [geïntimeerde] .