Voor zover in dit hoger beroep relevant, is in deze verplichtstellingsbesluiten (die in dit opzicht gelijkluidend zijn) het volgende bepaald:
“De deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie is verplicht gesteld voor de werknemers (…) die werkzaam zijn bij een werkgever in de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (…)
Wordende te dezen verstaan onder:
1. Werknemer: (…)
2. Werkgever:
De werkgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die in zijn in Nederland gevestigde onderneming of afdeling(en) van zijn onderneming het Mode-, Interieur-, Tapijt- of Textielindustriebedrijf (…)uitoefent.
3. Tapijt- en Textielindustrie:
(…)
4. Mode- en Interieurindustrie:
onder Mode- en Interieurindustrie moet worden verstaan:
het vervaardigen en/of doen vervaardigen en/of het ver- en/of bewerken dan wel doen ver- en/of bewerken van kleding en/of kledingaccessoires en/of andere textielstukgoederen of hetgeen ter vervanging daarvan dient, zoals: gerubberd doek, plastic, leder, bont en dergelijke, tot een ge- of verbruiksvoorwerp dan wel halffabrikaten daarvan, met inbegrip van in Nederland gevestigde gordijnateliers, alles met uitzondering van ondernemingen:
I. waarin de verwerking geschiedt door detailhandelsondernemingen, die uitsluitend de in de detailhandel gebruikelijke bewerkingen verrichten;
II. die uitsluitend of in hoofdzaak eindproducten vervaardigen, waarvan de verwerkte textielstukgoederen, of hetgeen ter vervanging daarvan dient, niet een overwegend bestanddeel uitmaken, zoals schoen-, matrassen- en meubelfabrieken;
III. die in hoofdzaak artikelen vervaardigen, terzake waarvan de algemeen verbindend verklaarde CAO voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie (…) dan wel een onderneming of een deel van een onderneming, die zelfstandig het bedrijf uitoefent van: zeilmaker; dekkledenvervaardiger; dekkledenverhuur; scheepstuiger; scheepsbenodigdhedenhandelaar, en/of folieverwerker, dan wel waarop onderdeel 3 van toepassing is;
IV. die in hoofdzaak het maatkledingbedrijf uitoefenen.
Van vervaardigen en/of doen vervaardigen en/of ver- en/of bewerken dan wel doen ver- en/of bewerken is sprake als een onderneming één of meer van de fasen van de voortbrengingscyclus (van ontwerp tot en met verzendklaar maken) van kleding en/of kledingaccessoires en/of andere textielstukgoederen verricht en/of in zijn opdracht door derden laat verrichten.”