3.1
De door de kantonrechter vastgestelde feiten zijn door partijen in hoger beroep niet bestreden. In dit hoger beroep dienen de volgende feiten tot uitgangspunt.
a. HaDer JV Holding B.V. is aandeelhouder van zowel HaDer Business & IT Development Holding B.V. als Prijsvrij Travel Holding B.V.
HaDer Business & IT Development Holding B.V. is op haar beurt aandeelhouder van HaDer.
Prijsvrij Travel Holding B.V. is op haar beurt aandeelhouder van Prijsvrij.nl B.V., D-Reizen Online B.V., D-Reizen Retail B.V. en Sunmix International GmbH (hierna: Prijsvrij, D-Reizen Online, D-Reizen Retail en/of Sunmix).
Blijkens inschrijving bij de Kamer van Koophandel houdt HaDer zich bezig met:
“Het verlenen van diensten op administratief, technisch, financieel, economisch of
bestuurlijk gebied aan andere vennootschappen, personen en ondernemingen.”;
Volgens inschrijving bij de Kamer van Koophandel houdt Prijsvrij.nl B.V. zich bezig met:
“Het verlenen van diensten op administratief, technisch, financieel, economisch of
bestuurlijk gebied aan andere vennootschappen, personen en ondernemingen, waaronder mede wordt verstaan het sluiten van reisovereenkomsten, overeenkomsten van vervoer en/of verblijf, alsmede het optreden als reisagent.”
b. Social Deal exploiteert een website, waarop consumenten rechtstreeks bij lokale bedrijven vouchers kunnen kopen voor verschillende producten en diensten. Daartoe sluit Social Deal bemiddelingsovereenkomsten met deze lokale bedrijven (partners).
De in 2023 opgerichte vennootschap Social Deal Travel hanteert geen eigen platform, maar heeft een pagina op de website van Social Deal. Volgens de omschrijving bij de Kamer van Koophandel is Social Deal Travel een onderneming die pakketreizen samenstelt en doorverkoopt, en reizen aanbiedt aan consumenten.
c. [geïntimeerde sub 1] is met ingang van 1 augustus 2022 krachtens arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden van HaDer als Director [XX] . [geïntimeerde sub 1] en HaDer hebben de arbeidsovereenkomst verlengd door een met ingang van 28 februari 2023 gesloten arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. De daartoe door partijen op 8 februari 2023 ondertekende schriftelijke “ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ONBEPAALDE TIJD” (hierna: Contract) bevat in:
- -
artikel 10 een geheimhoudingsbeding;
- -
artikel 12 een concurrentiebeding;
- -
artikel 13 een relatiebeding;
- -
artikel 14 een ronselbeding;
- -
artikel 15 een boetebeding voor overtreding van de in de artikelen 9 tot en met 14 bedoelde bedingen.
d. Op 20 augustus 2024 heeft [geïntimeerde sub 1] haar arbeidsovereenkomst met HaDer
opgezegd tegen 1 oktober 2024.
e. Met ingang van 14 oktober 2024 is [geïntimeerde sub 1] als Manager [YY] in dienst getreden bij Social Deal.
f. Bij brief van 16 oktober 2024 heeft (de advocaat van) HaDer aan [geïntimeerde sub 1] geschreven:
“(…) Door in dienst te treden bij Social Deal overtreed je het met Prijsvrij Vakanties overeengekomen concurrentiebeding en verbeur je de in artikel 15 van de arbeidsovereenkomst overeengekomen boete van EUR 10.000,00 per overtreding en EUR 500,00 per dag dat deze overtreding voortduurt.
Namens Prijsvrij Vakanties verzoek en voor zover nodig sommeer ik je om binnen twee dagen na heden schriftelijk te bevestigen dat je arbeidsovereenkomst met Social Deal is beëindigd en te bevestigen dat je niet opnieuw bij Social Deal, of een daaraan gelieerde onderneming, of een andere concurrerende onderneming in dienst zult treden eerder dan na afloop van het overeengekomen concurrentiebeding, bij gebreke waarvan Prijsvrij Vakanties aanspraak zal maken op voornoemde boetes, zulks onverminderd het recht de volledige schade te verhalen indien deze groter mocht zijn.
Voorts kondig ik hierbij reeds aan dat Prijsvrij Vakanties in geval vorenstaande bevestiging uitblijft ook jouw nieuwe werkgever aansprakelijk zal houden, nu Social Deal profiteert van jouw wanprestatie jegens Prijsvrij Vakanties. (…).”
g. Bij brief van 21 oktober 2024 heeft (de advocaat van) [geïntimeerde sub 1] geschreven:
“(…) Het moge duidelijk zijn dat het concurrentiebeding niet verhindert dat cliënte bij Social Deal werkzaam is. althans dat het inroepen van het beding onrechtmatig is. (…)”.
h. Bij tussen Social Deal en [geïntimeerde sub 1] gesloten vaststellingsovereenkomst is de arbeidsovereenkomst van Social Deal met [geïntimeerde sub 1] per 23 oktober 2024 beëindigd, zoals (de advocaat van) [geïntimeerde sub 1] bij brief van 29 oktober 2024 heeft geschreven:
“(…) Vanwege de grote druk die HaDer door middel van haar aanspraken op zeer hoge boetes oplegt aan cliënte (…). Zij blijft echter van mening dat het concurrentiebeding haar toestaat voor Social Deal werkzaam te zijn. Daarom zal cliënte het door haar aanhangig gemaakte kort geding dus doorzetten en in dat kort geding ook een voorschot op schadevergoeding vorderen. (…).”
De gedingen in eerste aanleg bij de kantonrechter
3.1.1
In zaak 24-5894 heeft [geïntimeerde sub 1] in conventie, kort samengevat, gevorderd uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
1. HaDer te gebieden te dulden dat [geïntimeerde sub 1] in dienst treedt en blijft bij Social Deal zonder dat HaDer aanspraak kan maken op verbeurde boetes wegens overtreding van het concurrentiebeding;
subsidiair:
2. het concurrentiebeding geheel te schorsen, dan wel in die zin te schorsen dat [geïntimeerde sub 1] bij Social Deal in dienst kan blijven zonder dat zij enige boete verbeurt of vergoeding verschuldigd is, totdat over de geldigheid van dit beding in een bodemprocedure is beslist;
primair en subsidiair:
3. HaDer wordt veroordeeld in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.1.2
HaDer heeft een tegenvordering ingesteld en in reconventie, samengevat, gevorderd dat uitvoerbaar bij voorraad:
-
[geïntimeerde sub 1] wordt verboden om binnen 6 maanden vanaf 1 oktober 2024 (opnieuw) op enigerlei wijze werkzaam te zijn voor of betrokken te zijn bij Social Deal, Social Deal Travel of een van hun groepsvennootschappen;
-
aan het onder i bedoelde verbod een dwangsom wordt verbonden van € 10.000,-- voor elke overtreding en € 2.500,-- voor elke dag dat de overtreding voortduurt;
-
[geïntimeerde sub 1] wordt bevolen binnen 8 dagen aan HaDer een voorschot op de verbeurde boetes te betalen van in totaal € 10.000,--;
met veroordeling van [geïntimeerde sub 1] in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.3
Na het gewezen tussenvonnis van 15 november 2024 waarbij de voorzieningenrechter zaak 24-6437 heeft verwezen naar de kantonrechter en nadat de zaken 24-5894 en 24-6437 van rechtswege zijn gevoegd, heeft op 21 november 2024 een mondelinge behandeling bij de kantonrechter plaatsgevonden.
3.4.1
Bij het beroepen vonnis van 10 december 2024 heeft de kantonrechter, verkort weergegeven, als volgt overwogen:
- Het concurrentiebeding is gesloten tussen HaDer en [geïntimeerde sub 1] , maar uitleg conform het Haviltex-criterium leidt er toe dat het in het Contract beschreven concurrentiebeding niet (alleen) doelt op de ontplooide activiteiten als zakelijk dienstverlener. Het concurrentiebeding strekt zich concreet uit tot de personeelsdiensten in de reisbranche die de werknemers bij HaDer uitvoeren en is dus gericht op de door [geïntimeerde sub 1] feitelijk verrichte werkzaamheden (beroepen vonnis rov. 4.5);
- HaDer en Social Deal kunnen voorshands echter niet worden aangemerkt als elkaars concurrenten. Voldoende aannemelijk is dat beide bedrijven zich bezighouden met geheel andere producten en diensten en zich daarbij ook richten op een andere markt (beroepen vonnis rov. 4.6);
- [geïntimeerde sub 1] heeft niet kunnen of moeten voorzien dat zij ook Social Deal Travel in het kader van haar concurrentiebeding als concurrent moest beschouwen (beroepen vonnis rov. 4.8);
- Er is geen sprake van een afgestemde overstap, waarbij op onrechtmatige wijze wordt omgegaan met het bedrijfsdebiet van HaDer. Social Deal heeft [geïntimeerde sub 1] als de beste kandidaat voor haar functie aangenomen (beroepen vonnis rov. 4.9);
- Voorshands is onvoldoende aannemelijk dat [geïntimeerde sub 1] over zodanig gevoelige en strategische informatie beschikt dat het belang dat HaDer bij handhaving van het concurrentiebeding zwaarder weegt dan het belang van [geïntimeerde sub 1] om haar arbeidskeuze vrij te bepalen (beroepen vonnis rov. 4.10);
- Het concurrentiebeding staat niet aan indiensttreding van [geïntimeerde sub 1] bij Social Deal in de weg (beroepen vonnis rov. 4.11), zodat voorshands niet aannemelijk is dat [geïntimeerde sub 1] door indiensttreding bij Social Deal wanprestatie pleegt; ook van het profiteren door Social Deal van de wanprestatie van [geïntimeerde sub 1] kan geen sprake zijn (beroepen vonnis rov. 4.16).
3.4.2
De kantonrechter heeft toen uitvoerbaar bij voorraad:
- in zaak 24-5894 in conventie:
- -
HaDer veroordeeld te dulden dat [geïntimeerde sub 1] in dienst treedt en blijft bij Social Deal zonder dat HaDer aanspraak kan maken op verbeurde boetes in verband met het overtreden van het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding;
- -
HaDer veroordeeld in de proceskosten van [geïntimeerde sub 1] , te vermeerderen met wettelijke rente;
en in reconventie:
- de vorderingen van HaDer afgewezen en (“ [geïntimeerde sub 1] ”, maar blijkens het verhandelde ter zitting begrijpen zowel partijen als het hof dat sprake is van een kennelijke verschrijving en moet hiervoor worden gelezen:) HaDer veroordeeld in de proceskosten van [geïntimeerde sub 1] , te vermeerderen met wettelijke rente;
- in zaak 24-6437:
- de vorderingen van HaDer afgewezen en HaDer veroordeeld in de proceskosten van Social Deal en Social Deal Travel, te vermeerderen met wettelijk rente.
Feiten van na het beroepen vonnis
3.10
Met inachtneming van het voorgaande spitst dit hoger beroep zich toe op -kort samengevat- de door de kantonrechter:
- in zaak 24-5894:
I. in conventie primair toegewezen vordering van [geïntimeerde sub 1] dat HaDer moet dulden dat [geïntimeerde sub 1] in dienst treedt en blijft bij Social Deal zonder dat HaDer aanspraak kan maken op verbeurde boetes in verband met het overtreden van het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding;
II. in reconventie afgewezen vordering van HaDer dat:
a. [geïntimeerde sub 1] wordt verboden om binnen 6 maanden vanaf 1 oktober 2024 (opnieuw) op enigerlei wijze werkzaam te zijn voor of betrokken te zijn bij Social Deal, Social Deal Travel of een van hun groepsvennootschappen;
b. aan het onder II.a bedoelde verbod een dwangsom wordt verbonden van € 10.000,-- voor elke overtreding en € 2.500,-- voor elke dag dat de overtreding voortduurt;
c. [geïntimeerde sub 1] wordt bevolen binnen 8 dagen aan HaDer een voorschot op de verbeurde boetes te betalen van in totaal € 10.000,--;
en de in conventie en in reconventie uitgesproken veroordeling van HaDer in de
proceskosten van [geïntimeerde sub 1] , te vermeerderen met wettelijke rente;
- in zaak 24-6437:
III. afgewezen vordering van HaDer dat:
primair: Social Deal en Social Deal Travel op verbeurte van een dwangsom van
€ 10.000,-- per dag wordt verboden om tot 1 april 2025 [geïntimeerde sub 1] in dienst te
nemen, voor zich werkzaam te laten zijn, dan wel haar op enige wijze bij hen
betrokken te laten zijn;
subsidiair: enige voorziening wordt getroffen die erin resulteert dat Social Deal en
Social Deal Travel op verbeurte van een dwangsom van € 10.000,-- per dag niet langer onrechtmatig jegens HaDer handelen;
en primair en subsidiair: Social Deal en Social Deal Travel hoofdelijk zal veroordelen in
de proceskosten.
3.15
Met de grieven 1, 2 en 3 keert HaDer zich tegen de kantonrechtersoordelen dat, verkort samengevat, Social Deal -al dan niet middels de opgerichte Social Deal Travel- voor HaDer niet als concurrent geldt en betoogt HaDer dat [geïntimeerde sub 1] Social Deal ook als concurrent van Prijsvrij had moeten beschouwen.
Door grief 4 keert HaDer zich tegen het kantonrechtersoordeel dat (relevant is dat) geen sprake is van een afgestemde overstap, waarbij op onrechtmatige wijze is omgegaan met het bedrijfsdebiet van HaDer. Volgens HaDer is de intentie waarmee Social Deal [geïntimeerde sub 1] heeft aangenomen verder niet relevant voor de inbreuk op het concurrentiebeding.
HaDer bestrijdt met grief 5 het kantonrechtersoordeel dat onvoldoende aannemelijk is dat [geïntimeerde sub 1] over zodanig gevoelige en strategische informatie beschikt om haar aan het concurrentiebeding te houden.
Met grief 6 komt HaDer op tegen de kantonrechtersconclusie dat het concurrentiebeding niet aan indiensttreding van [geïntimeerde sub 1] bij Social Deal in de weg staat.
Met grief 7 bestrijdt HaDer de proceskostenveroordeling in conventie en in reconventie.
Met deze grieven en de devolutieve werking van het hoger beroep liggen de door HaDer geformuleerde vordering I en de door [geïntimeerde sub 1] geformuleerde vordering(en) II vol ter beoordeling aan het hof voor.
3.16.1
Verkort samengevat luiden de daartoe relevante partijstandpunten in hoofdlijn als volgt.
3.16.2
[geïntimeerde sub 1] meent dat alleen HaDer als “Werkgever” in de zin van het concurrentiebeding kan worden aangemerkt en ontkent bovendien dat HaDer en Social Deal concurrenten zijn. Voor het geval toch concurrentie mocht worden aangenomen, zegt [geïntimeerde sub 1] -met een beroep op de uitzondering in het concurrentiebeding- op geen enkele wijze gebruik te kunnen maken van concurrentiegevoelige informatie van HaDer om haar functie bij Social Deal te vervullen. Voor het geval toch een schending van het concurrentiebeding mocht worden aangenomen, zegt [geïntimeerde sub 1] dat het belang van Social Deal niet opweegt tegen haar belang van een vrije arbeidskeuze voor het werken bij Social Deal. Voor het geval dat in rechte mocht worden beslist dat het concurrentiebeding zich tegen indiensttreding bij Social Deal verzet, zegt [geïntimeerde sub 1] aan die rechterlijke beslissing
-behoudens de eventuele aanwending van een rechtsmiddel- te zullen voldoen, zodat zij de gevorderde dwangsom overbodig acht. Verder verzoekt [geïntimeerde sub 1] matiging van een eventuele boete.
3.16.3
HaDer stelt dat zij samen met Prijsvrij onder de noemer ‘Prijsvrij Vakanties’ opereert en via Prijsvrij, D-Reizen Online en D-Reizen Retail als reisbemiddelaars en via Sunmix als reisorganisator/touroperator de (pakket)reizen aan consumenten verzorgt en uitvoert, zodat ook die groepsvennootschappen onder “Werkgever” in de zin van het concurrentiebeding dienen te worden verstaan. HaDer ziet Social Deal als concurrent en meent dat Social Deal doende is haar activiteiten in de reisbranche onder de naam van Social Deal Travel en/of via de in 2013 opgerichte Social Deal Travel verder uit te breiden. Volgens HaDer was [geïntimeerde sub 1] bij haar eindverantwoordelijk voor de operationele [YY] en beschikt [geïntimeerde sub 1] over zodanige concurrentiegevoelige (commerciële, technische en strategische) kennis dat zij hiermee vanuit een vergelijkbare (relatief hoge) functie bij Social Deal het bedrijfsdebiet van HaDer kan aantasten. HaDer zegt dat [geïntimeerde sub 1] ’ belang van een vrije arbeidskeuze niet opweegt tegen haar belang bij handhaving van het concurrentiebeding.